Voor wat hoort wat: plea bargaining in het strafrecht

Overal ter wereld zou de strafrechtspleging vastlopen als alle strafbare feiten in een volledige strafprocedure zouden worden afgedaan. Maar een zeer kleine minderheid van alle zaken bereikt dan ook de rechtszaal. In Nederland moet afdoening buiten geding door politie of officier van justitie (sepot, transactie) voor stroomlijning zorgen. Andere landen hebben, afhankelijk van het type strafproces dat zij kennen, andere manieren om hetzelfde effect te bereiken. Omdat in Nederland de 'verstopping van de strafrechtsketen' als steeds groter probleem wordt ervaren, is voorgesteld dat op te lossen door het zogenaamde plea bargaining. Dat is een 'voor wat hoort wat'-systeem - een rechtsfiguur uit het Anglo-Amerikaanse strafrecht waarbij de rechter de schuld van de verdachte niet meer vaststelt in een strafzitting, maar de verdachte vooraf onderhandelt over zelf schuld bekennen in ruil voor strafvermindering.

De vraag of zo'n oplossing, die de waarheidsvinding uit handen van de rechter neemt en aan partijen toevertrouwt, zou passen in het Nederlandse strafproces, staat in dit boek centraal. De vraag wordt beantwoord aan de hand van een uitvoerige analyse van het strafproces en van plea bargaining in de Verenigde Staten, in Engeland en in Italië.