Leo Stevens is emeritus-hoogleraar fiscale economie van de Erasmus Universiteit Rotterdam.
Meer over de auteursElementair Belastingrecht (theorieboek) 2024/2025
Voor economen en bedrijfsjuristen
Paperback Nederlands 2024 40e druk 9789013177886Samenvatting
Deze titel bevat een complete en overzichtelijke kennismaking met het belastingrecht. De structuur van de Nederlandse belastingwetgeving wordt vanuit verschillende gezichtspunten belicht. Dankzij de concrete praktijkvoorbeelden is de stof behapbaar en snel te doorgronden. Dit maakt Elementair Belastingrecht voor een breed publiek toegankelijk en van grote waarde voor student én professional.
Het Nederlandse belastingrecht is complex en veelomvattend. Het bijhouden en doorgronden van de laatste ontwikkelingen in het belastingrecht is soms dan ook een flinke uitdaging. Elementair Belastingrecht 2024/2025 biedt daarin uitkomst en bevat een complete en toegankelijke inleiding van het belastingrecht.
In deze uitgave wordt de structuur van de Nederlandse belastingwetgeving vanuit verschillende gezichtspunten belicht. De positie van ondernemers en particulieren krijgt afzonderlijke aandacht, hierbij ligt de nadruk op de winstbepalingsvraagstukken in de inkomstenbelasting en vennootschapsbelasting.
In deze uitgave is uitgebreid aandacht besteed aan de didactische formule, die de lezer helpt de stof snel en effectief te doorgronden. De concrete praktijkvoorbeelden maken de materie toegankelijk en behapbaar. Hierdoor wordt het complexe belastingrecht inzichtelijk voor zowel academici en professionals als studenten. Daarnaast komen diverse bijzonderheden en onderwerpen aan bod, zoals: deelnemingsverhoudingen, fusies, inbreng in BV of NV, ondernemersfaciliteiten, fiscale doorschuivingsmogelijkheden, vermogensinkomsten, omzetbelasting en loonheffing. Uiteraard wordt ook aandacht besteed aan de internationale werking van ons belastingstelsel en de EU-aspecten.
Elementair Belastingrecht 2024/2025 is zeer geschikt als studieboek voor studenten. De titel dient ook als nuttige kennisbron voor professionals die een functie als intermediair tussen de onderneming en de fiscale specialist ambiëren. Denk aan economen, accountants, controllers, (bedrijfs) juristen en bedrijfskundigen.
Elementair Belastingrecht 2024/2025:
- Complete en toegankelijke inleiding van het belastingrecht
- Concrete praktijkvoorbeelden
- Diverse bijzonderheden, zoals fusies, ondernemersfaciliteiten en vermogensinkomsten
- De structuur van de Nederlandse belastingwetgeving vanuit verschillende punten belicht
Specificaties
Lezersrecensies
Inhoudsopgave
Enkele afkortingen XVII
1 Economische kenmerken van belastingheffing 1
1.1 Plaatsbepaling belastingleer 1
1.2 Fiscale politiek 3
1.3 Functies van de belastingheffing 5
1.3.a De budgettaire functie 5
1.3.b De instrumentele functie 6
1.3.c De steunfunctie 11
1.4 Grondbeginselen van de belastingheffing 11
1.4.a Het draagkrachtbeginsel 12
1.4.b Het profijtbeginsel 16
1.4.c Het beginsel van de bevoorrechte verkrijging 17
1.4.d Het welvaartsbeginsel 17
1.4.e Het beginsel van de minste pijn 18
1.4.f Het beginsel van de optimale realisatie 18
1.5 De belastingstructuur van het Rijk 18
1.6 Definitie van belasting 22
1.7 Directe en indirecte belastingen 26
1.8 Bronheffingen 28
1.9 Voorheffingen 28
1.10 Belastingheffing lagere overheden 29
1.11 EU-heffingen 31
1.12 Economische effecten van de belastingheffing 33
1.12.a Gedragsreacties 33
1.12.b Belasting en inflatie 35
2 Juridische kenmerken van de belastingwetgeving 37
2.1 Wettelijke basis van de belastingheffing 37
2.1.a Legaliteitsbeginsel 37
2.1.b Gelijkheidsbeginsel 37
2.1.c Bestuursrechtelijke beginselen 39
2.2 Formeel en materieel belastingrecht 40
2.3 Bronnen van het materiële recht 41
2.4 Pseudowetgeving 44
2.5 Algemene beginselen van bestuur 45
2.6 Bronnen van het formele belastingrecht 49
2.6.a Algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR) 49
2.6.b Algemene Douanewet (Adw) en Wet op de accijns 49
2.6.c Algemene wet bestuursrecht (Awb) 50
2.6.d Invorderingswet 50
2.7 Uitvoering van de belastingwet 50
2.7.a De Belastingdienst 50
2.7.b Het belastingadvieswezen 52
2.8 Heffingstechnieken 53
2.8.a Aanslagbelastingen 53
2.8.b Afdrachtsbelastingen 58
2.8.c Voldoeningsbelastingen 61
2.9 Informatie- en administratieplicht 61
2.10 Strafbepalingen 64
2.10.a Reguliere controle of strafrechtelijke vervolging? 64
2.10.b Bestuurlijke boete 65
2.11 Invorderingsprocedures 65
2.12 Invorderings-, belasting- en revisierente 68
2.12.a Invorderingsrente 68
2.12.b Belastingrente 69
2.12.c Revisierente 69
2.13 Antimisbruikwetgeving 69
2.13.a Wet ketenaansprakelijkheid 70
2.13.b Wet bestuurdersaansprakelijkheid 70
2.13.c Aansprakelijkheid bestuurders na faillissement 70
2.14 Overige instanties die voor de belastingheffing van belang zijn 70
2.14.a Wet open overheid (Woo) 71
2.14.b Commissie voor de Verzoekschriften en de Burgerinitiatieven 71
2.14.c De Nationale ombudsman 71
3 Rechtspraak in belastingzaken 73
3.1 Administratieve rechtspraak 73
3.1.a De bezwaarprocedure 73
3.1.b De beroepsprocedure 75
3.1.c De cassatieprocedure 78
3.1.d Termijnbepalingen 79
3.2 Stelplicht en bewijs 79
3.3 Fiscale rechtsvinding 80
3.4 Proceskostenvergoeding 82
3.5 Schadevergoeding bij gegrond beroep 83
4 Structuur van de Wet op de inkomstenbelasting 85
4.1 Beknopte historie 85
4.2 Het belastingsubject 88
4.2.a Individuele belasting of gezinsbelasting 90
4.2.b Fiscale behandeling partners 92
4.2.c Inkomenstoerekening van kinderen 96
4.3 Het belastingobject 97
4.3.a Componenten van het verzamelinkomen 97
4.3.b Het bronnenstelsel geïmplementeerd in het boxenstelsel 99
4.3.c Kenmerken van de bron 101
4.3.d De vermogensvergelijkingstheorie: een alternatief? 104
4.3.e Overstap naar de boxenstructuur 104
4.3.f Korte beschrijving inkomensbestanddelen van box 1 106
4.3.g Korte beschrijving inkomensbestanddelen van box 2 106
4.3.h Korte beschrijving inkomensbestanddelen van box 3 107
4.3.i De persoonsgebonden aftrek 108
4.3.j Verliescompensatie 111
4.4 Het tarief 114
4.4.a De heffingskorting 114
4.4.b Sleutelbegrippen bij de tariefgroepindeling 116
4.4.c Referentieperiode 117
4.4.d Het tarief 118
4.4.e Automatische inflatiecorrectie 119
4.4.f De wiebeltax 120
4.4.g Middeling 120
4.5 Loonbelasting geldt soms als eindheffing 121
4.6 Buitenlandse belastingplichtigen 121
5 Loonheffingen 125
5.1 Vier categorieën loonheffingen 125
5.1.a Wezenskenmerk van de loonbelasting 126
5.1.b Wezenskenmerk van de premieheffing volksverzekeringen 127
5.1.c Wezenskenmerk van de zorgverzekering 128
5.1.d Wezenskenmerk socialewerknemersverzekeringen 129
5.2 Wie is aan de loonheffingen onderworpen? (heffingssubject) 130
5.2.a Wie is onderworpen aan de loonbelasting? 130
5.2.b Wie is onderworpen aan de premieheffing volksverzekeringen? 131
5.2.c Wie is onderworpen aan de premieheffing zorgverzekering? 132
5.2.d Wie is onderworpen aan de premieheffing werknemersverzekeringen? 132
5.2.e De dienstbetrekking 132
5.2.f Fictieve dienstbetrekkingen 136
5.2.g Artiesten en sporters 137
5.2.h Uitzondering: huispersoneel 138
5.2.i Oneigenlijke dienstbetrekkingen 138
5.3 Inhoudingsplicht 138
5.4 Op basis waarvan worden de loonheffingen bepaald? (heffingsobject) 140
5.4.a Heffingsgrondslag loonbelasting 140
5.4.b Heffingsgrondslag premieheffing volksverzekeringen 147
5.4.c Heffingsgrondslag premieheffing zorgverzekering 147
5.4.d Heffingsgrondslag premieheffing werknemersverzekeringen 147
5.4.e Kostenvergoedingen en aftrekbare kosten 148
5.5 Tarief 150
5.5.a Loonbelastingtabellen 150
5.5.b Premiestructuur volksverzekeringen 150
5.5.c Premiestructuur zorgverzekering 150
5.5.d Premiestructuur werknemersverzekeringen 151
6 De ondernemer in de inkomstenbelasting 153
6.1 Ondernemingsvormen 153
6.2 Het belang van de ondernemersstatus 154
6.3 Wie is ondernemer? 156
6.3.a Feitelijk ondernemerschap 156
6.3.b Verbonden ondernemerschap 158
6.3.c Winstgerechtigden 162
6.4 Totale winst 163
6.4.a Kwalitatief winstbegrip 165
6.4.b Kwantitatief winstbegrip 171
6.4.c De fiscale jaarwinst 172
6.4.d Eindafrekeningswinst 173
6.5 Regimeverschillen winstsoorten 174
6.6 Objectieve vrijstellingen 174
6.6.a Bosbouwvrijstelling 174
6.6.b Landbouwvrijstelling 175
6.6.c Vrijstelling kwijtscheldingswinst 176
6.6.d Stakingsaftrek 177
6.6.e Vrijstelling pensioenaanspraken 178
6.6.f Saneringsvrijstelling 178
6.6.g Winstbepaling zeescheepvaart 179
6.7 Stakingslijfrenteaftrek 179
7 De jaarwinst als onderdeel van de totale winst 183
7.1 Gewone jaarwinst 183
7.2 Stakingswinst als sluitstuk 183
7.3 Eindafrekeningswinst als sluitstuk 184
7.4 De jaarwinstbepaling 184
7.4.a Grondslagen van het goede koopmansgebruik 186
7.4.b Waardering van bedrijfsmiddelen 189
7.4.c Waardering van voorraden en onderhanden werken 195
7.4.d Waardering van debiteuren 199
7.4.e Waardering van overige activa 200
7.4.f Waardering van schulden 200
7.4.g Waardering van pensioenverplichtingen 202
7.4.h Waardering van VUT-verplichtingen 204
7.4.i Open fiscale reserves 205
7.5 Stakingswinst en doorschuiffaciliteiten 209
7.5.a Staking door overlijden 210
7.5.b Gedeeltelijke staking door ontbinding huwelijksgemeenschap 211
7.5.c Staking door overdracht of liquidatie 212
7.5.d Voortgezet ondernemerschap of langlopende overdracht 213
7.6 Niet met het kalenderjaar samenvallende boekjaren 213
8 Ondernemersfaciliteiten 215
8.1 Toegang tot de ondernemersfaciliteiten 215
8.2 In de onderneming meewerkende partner 215
8.3 De fiscale oudedagsreserve (FOR) 217
8.3.a Systematiek FOR 217
8.3.b Opbouw, verlaging en opheffing van de reserve 219
8.4 Investeringsfaciliteiten 222
8.4.a Ratio van investeringsfaciliteiten 222
8.4.b Investeringspremie of investeringsaftrek? 222
8.4.c De bestaande investeringsfaciliteiten 223
8.4.d Kleinschaligheidsinvesteringsaftrek 228
8.4.e Energie-investeringsaftrek 229
8.4.f Milieu-investeringsaftrek 230
8.4.g Aanvullende aftrek speur- en ontwikkelingswerk 230
8.5 Doorschuiffaciliteiten voor ondernemers 231
8.5.a Doorschuiving tussen verschillende subjecten 231
8.5.b Doorschuiving bij overlijden van de ondernemer 232
8.5.c Doorschuiving bij ontbinding huwelijksgemeenschap anders dan door overlijden van de ondernemer 236
8.5.d Doorschuiving naar ondernemers of werknemers 236
8.5.e Doorschuiving van (een deel van) een onderneming tussen partners 237
8.5.f Doorschuiving bij inbreng van een onderneming in een nv of bv (de zogenoemde geruisloze inbreng) 238
8.5.g Doorschuiving stakingswinst bij bedrijfsverplaatsing 238
8.5.h Doorschuiving van de FOR 239
8.6 Zelfstandigenaftrek 239
8.7 Aftrek speur- en ontwikkelingswerk 241
8.8 Mkb-winstvrijstelling 241
8.9 Ondernemersauto, ondernemersfiets en ondernemerswoning 241
9 Samenwerkingsvormen en omzettingen van rechtsvorm 243
9.1 Indeling 243
9.2 Samenwerkingsvormen zonder rechtspersoonlijkheid 243
9.2.a Algemeen 243
9.2.b De maatschap 244
9.2.c De vennootschap onder firma 245
9.2.d De besloten commanditaire vennootschap 247
9.3 Vennootschappen met rechtspersoonlijkheid (inbreng- en terugkeeraspecten) 248
9.3.a Motieven voor oprichting van een bv 248
9.3.b Andere fiscale beoordelingspunten bij oprichting van een bv 250
9.3.c Twee inbrengvarianten 252
9.3.d Geruisloze inbreng en FOR 253
9.3.e Inbreng in een bv en de investeringsaftrek 253
9.3.f Geruisloze terugkeer uit de bv 254
9.4 Overige rechtspersoonlijkheid bezittende samenwerkingsvormen 256
10 Overige werkzaamheden, periodieke uitkeringen, eigen woning en oudedagsvoorzieningen in box 1 257
10.1 Inkomsten uit werkzaamheid 257
10.1.a Verzamelbegrip: inkomsten uit werkzaamheid 257
10.1.b Meewerkende partners 258
10.1.c Uitbreiding van het begrip ‘werkzaamheid’ 258
10.1.d Bepaling van het resultaat uit werkzaamheid 260
10.1.e Uitwerking van de terbeschikkingstellingsregelingen 262
10.2 Inkomsten uit periodieke uitkeringen en verstrekkingen 271
10.2.a Vermogensrechtelijke p.u’s die op grond van een tegenprestatie zijn verkregen 272
10.2.b Vermogensrechtelijke p.u’s die niet op grond van een tegenprestatie zijn verkregen 272
10.2.c Familierechtelijke p.u’s 273
10.2.d Publiekrechtelijke p.u’s 273
10.3 Lijfrente en lijfrentebanksparen 274
10.3.a Het lijfrentebegrip 274
10.3.b Gefacilieerde lijfrente 275
10.3.c Lijfrentebanksparen 279
10.4 Inkomsten uit eigen woning 279
10.4.a Inpassing van de eigen woning in het boxenstelsel 279
10.4.b Eigenwoningforfait als vereenvoudigde regelgeving 280
10.4.c Aftrekbare kosten eigen woning 285
10.4.d Kwalificatie tot hoofdverblijf 287
10.5 Kapitaalverzekering eigen woning 289
11 De aanmerkelijkbelanghouder 291
11.1 De plaats van het belastbare inkomen uit aanmerkelijk belang in de inkomstenbelasting 291
11.2 Wie is aan te merken als aanmerkelijkbelanghouder? 296
11.2.a Het gewone aanmerkelijk belang 296
11.2.b Het meesleepaanmerkelijkbelang 300
11.2.c Het meetrekaanmerkelijkbelang 302
11.2.d Het fictief aanmerkelijk belang 303
11.3 Heffingsobject 303
11.4 Het belastbare feit 304
11.4.a Reguliere inkomsten uit aanmerkelijkbelangpakketten 304
11.4.b Vervreemdingsvoordelen uit aanmerkelijkbelangpakketten 311
11.5 Doorschuiffaciliteiten 316
11.6 Persoonlijke omstandigheden die op de ab-status van invloed zijn 320
11.6.a Het overlijden van de aanmerkelijkbelanghouder 320
11.6.b Echtscheiding van de aanmerkelijkbelanghouder 322
11.6.c Beëindiging partnerschap 324
11.6.d Emigratie van de aanmerkelijkbelanghouder 324
11.7 Omstandigheden die de vennootschap betreffen en die van invloed zijn op de ab-status 325
11.7.a Aandelenfusie 325
11.7.b Liquidatie van de vennootschap waarin een aanmerkelijk belang wordt gehouden 325
11.8 Het tarief 326
11.9 Fictieve dienstbetrekking en gebruikelijkloonfictie voor de directeur-grootaandeelhouder 326
12 Beleggers in de inkomstenbelasting 329
12.1 Vermogensrendementsheffing als boegbeeld van de Belastingherziening 2001 329
12.2 Voordeel uit sparen en beleggen 331
12.3 Rendementsgrondslag 341
12.4 Vrijgestelde vermogensbestanddelen 345
12.5 Waarderingsregels 346
12.5.a De hoofdregel 346
12.5.b Waardering genotsrechten 348
12.5.c Waardering van courante effecten 348
12.5.d Waardering van incourante aandelen in aandelenvennootschappen 348
12.5.e Overige waarderingsregels 349
12.6 Heffingvrij vermogen en tarief 350
13 De vennootschapsbelasting 351
13.1 Algemeen 351
13.2 Het klassieke stelsel 351
13.3 Het stelsel van volledige integratie 354
13.4 Het verrekeningsstelsel 355
13.5 Cijfermatige vergelijking van de diverse stelsels 356
13.6 Rechtsgrond vennootschapsbelasting 356
13.7 Het belastingsubject 357
13.7.a Binnenlandse belastingplichtigen 357
13.7.b Buitenlandse belastingplichtigen 361
13.8 Het belastingobject 362
13.8.a Heffingsgrondslag binnenlandse belastingplichtigen 362
13.8.b Heffingsgrondslag buitenlandse belastingplichtigen 362
13.8.c Verliescompensatie 363
13.9 Kwalitatief winstbegrip en totale winst 365
13.10 Tarief 376
13.11 De leer van het globale evenwicht 377
13.12 Verhouding commerciële en fiscale winst 378
14 Speciale regelingen in de vennootschapsbelasting 381
14.1 Deelnemingsvrijstelling 381
14.1.b Geen onderscheid binnenlandse/buitenlandse deelneming 382
14.1.c Deelnemen contra beleggen 382
14.1.d De vrijgestelde deelnemingsvoordelen 385
14.1.e Financieringskosten in deelnemingsverhoudingen 386
14.1.f Verlies op de deelneming 388
14.1.g Verlies op verstrekte vorderingen aan de deelneming 390
14.2 Fiscale eenheid 390
14.2.a Wettelijke vereisten 390
14.2.b Voor- en nadelen van de fiscale eenheid 391
14.2.c Boekhoudkundige verwerking van de samenvoeging 392
14.2.d Fiscale eenheid en verliescompensatie 393
14.2.e Reparatiewetgeving 394
14.3 Fiscale beleggingsinstelling en vrijgestelde beleggingsinstelling 394
14.3.a Voorwaarden voor status beleggingsinstelling (fbi) 395
14.3.b Ratio afwijkend regime voor beleggingsinstellingen 396
14.3.c Vrijgestelde beleggingsinstelling (vbi) 396
14.4 Innovatiebox 397
14.5 Wet minimumbelasting 2024 398
15 Fusie en splitsing 399
15.1 Fusiemogelijkheden 399
15.2 Aandelenfusie 399
15.3 Bedrijfsfusie 406
15.4 Juridische fusie 411
15.5 Juridische splitsing 412
16 Belasting van vermogen 413
16.1 Inleiding 413
16.2 Successiewet 413
16.2.a Algemeen 413
16.2.b Erfbelasting 414
16.2.c Schenkbelasting 415
16.2.d Heffingsterritoir 417
16.2.e Grondslag van heffing 417
16.2.f Tarief 418
16.3 Overdrachtsbelasting 423
16.4 Gemeentelijke onroerendezaakbelastingen 426
17 Omzetbelasting 429
17.1 Inleiding 429
17.2 Harmonisatie van omzetbelastingsystemen 429
17.3 Systemen van omzetbelasting 430
17.4 Het belastbare feit 432
17.4.a Bestemmingslandbeginsel 432
17.4.b Definities belastbare feiten 433
17.4.c De positie van de ondernemer in de Wet OB 441
17.5 De heffingsgrondslag 446
17.5.a Voldoening van belasting 446
17.5.b Aftrek van voorbelasting 448
17.6 Tarief 454
17.7 Verschuldigdheid van de belasting 456
17.8 Formele bepalingen 457
17.9 Bijzondere regelingen 458
17.10 Onroerende zaken 459
17.10.a Levering 459
17.10.b Verhuur en verpachting 462
18 Internationale aspecten van de belastingheffing 465
18.1 Algemeen 465
18.2 Internationale dubbele belasting 468
18.3 Regelingen ter voorkoming van internationale dubbele belasting 471
18.4 Inkomsten uit vermogen 475
18.4.a Inkomsten uit onroerende zaken 475
18.4.b Dividendinkomsten 475
18.4.c Interest- en royalty-inkomsten 477
18.4.d Vervreemdingswinsten 478
18.5 Winst uit onderneming 478
18.5.a Dochtervennootschap of vaste inrichting 478
18.5.b Vaste inrichting 479
18.5.c Verschil tussen de vaste inrichting in de inkomstenbelasting en de vennootschapsbelasting 480
18.6 Internationale winstsplitsing 480
18.7 Rulings 481
18.8 Internationale strijd tegen belastingontwijking door multinationals 482
18.9 Werken in het buitenland 483
18.10 Pensioenen 484
19 Europese aspecten van de belastingheffing 485
19.1 Interne markt 485
19.2 Fasen van harmonisatie 486
19.2.a Omzetbelasting 487
19.2.b Vennootschapsbelasting 487
19.2.c Mobiliteits- en milieubelastingen 490
19.3 Fiscale aspecten van de algemene rechtsbeginselen van de EU 491
19.3.a Subsidiariteitsbeginsel 491
19.3.b Algemene beginselen van gemeenschapsrecht 491
19.3.c Beginsel van de gemeenschapstrouw 492
19.3.d Non-discriminatiebeginsel 492
19.3.e Rechtvaardigingsgronden voor doorbreking klassieke vrijheden 493
19.4 Internationale strijd tegen belastingontwijking 493
Alfabetisch register 497
Rubrieken
- advisering
- algemeen management
- coaching en trainen
- communicatie en media
- economie
- financieel management
- inkoop en logistiek
- internet en social media
- it-management / ict
- juridisch
- leiderschap
- marketing
- mens en maatschappij
- non-profit
- ondernemen
- organisatiekunde
- personal finance
- personeelsmanagement
- persoonlijke effectiviteit
- projectmanagement
- psychologie
- reclame en verkoop
- strategisch management
- verandermanagement
- werk en loopbaan