C.J.M. Jacobs
VBA Belastingrecht met resultaat 2023/2024 Theorieboek
Paperback Nederlands 2023 9789463173919Op voorraad | Vandaag voor 23:00 uur besteld, morgen in huis
Samenvatting
Dit studieboek heeft tot doel om u optimaal voor te bereiden op het vak Belastingrecht van het examen Vakopleiding Bedrijfsadministratie & Accountancy (VBA). De inhoud van deze uitgave is geheel afgestemd op de exameneisen per 1 juli 2023. In dit boek is veel aandacht besteed aan helder taalgebruik.
Ook de opmaak met veel voorbeelden en kernwoorden buiten de tekst maakt dit studieboek overzichtelijk en ondersteunt u maximaal bij uw studie. Bij dit theorieboek behoort een opgavenboek met vraagstukken per hoofdstuk. In het los verkrijgbare uitwerkingenboek zijn niet alleen de uitwerkingen opgenomen maar ook de motiveringen daarvan.
Specificaties
ISBN13:9789463173919
Taal:Nederlands
Bindwijze:paperback
Aantal pagina's:275
Uitgever:Convoy Uitgevers
Druk:1
Verschijningsdatum:16-6-2023
Hoofdrubriek:Juridisch
ISSN:
Jongbloed:Belastingrecht algemeen
Lezersrecensies
Wees de eerste die een lezersrecensie schrijft!
Inhoudsopgave
Voorwoord V
1 Algemene inleiding 1
1.1 Doel van belastingheffing 2
1.2 Rechtsgrond voor belastingheffing 3
1.2.1 Inleiding 3
1.2.2 Plaats binnen de wetten 4
1.3 Soorten belastingen 5
1.3.1 Inleiding 5
1.3.2 Directe en indirecte belastingen 5
1.3.3 Tijdstip- en tijdvakbelastingen 5
1.3.4 Aanslag- en aangiftebelastingen 6
1.3.5 Subjectieve en objectieve belastingen 7
1.4 Vindplaatsen in het belastingrecht 7
1.4.1 Wetgeving 7
1.4.2 Uitvoeringsregelingen en -besluiten 8
1.4.3 Europese richtlijnen 8
1.4.4 Besluiten 9
1.4.5 Algemene beginselen van behoorlijk bestuur 9
1.4.6 Rechtspraak (jurisprudentie) 10
2 Algemene wet inzake rijksbelastingen 13
2.1 Inleiding 14
2.2 Begripsbepalingen 14
2.3 Opbouw van de AWR 17
2.3.1 Onderscheid aanslagbelastingen en aangiftebelastingen 17
2.3.2 Navorderen en naheffen 18
2.3.3 Samenvatting van het voorgaande in schema 18
2.4 De aangifte 18
2.4.1 Inleiding 18
2.4.2 Uitnodiging tot het doen van aangifte 19
2.4.3 Verplichtingen met betrekking tot de aangifte 19
2.4.4 Termijnen 19
2.5 Aanslagbelastingen 20
2.5.1 Opleggen aanslag 20
2.5.2 Voorlopige aanslag 21
2.5.3 De navorderingsaanslag 21
2.6 Aangiftebelastingen 23
2.6.1 Inleiding 23
2.6.2 Tijdvak- en tijdstipbelastingen 23
2.6.3 Naheffingsaanslag 23
2.7 Bezwaar en beroep 24
2.8 Belastingrente 30
2.9 Vertegenwoordiging 32
2.10 Verplichtingen ten aanzien van de belastingheffing 32
2.10.1 Inleiding 32
2.10.2 Informatieplicht met betrekking tot de eigen belastingheffing 33
2.10.3 Informatieplicht met betrekking tot de loonheffingen en
dividendbelasting 33
2.10.4 Informatieplicht met betrekking tot belastingheffing bij derden 36
2.11 Bewijslastverdeling in verhouding Belastingdienst-belastingplichtige 36
2.11.1 Inleiding 36
2.11.2 Omkering van de bewijslast 37
2.11.3 De informatiebeschikking 37
IX
inhoud
2.12 Hardheidsclausule 38
2.13 Ambtshalve vermindering 38
2.14 Bestuurlijke boetes 38
2.14.1 Inleiding 38
2.14.2 Verzuimboete 39
2.14.3 Vergrijpboete 39
2.14.4 Voorschriften voor het opleggen van bestuurlijke boeten 40
2.14.5 Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst 40
3 Inleiding inkomstenbelasting 41
3.1 Inleiding 42
3.2 Opbouw van de wet 42
3.3 Belastingplicht 43
3.4 Heffingsgrondslagen: het boxenstelsel 44
3.4.1 Inleiding 44
3.4.2 Box 1: belastbaar inkomen uit werk en woning 46
3.4.3 Box 2: belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang 47
3.4.4 Box 3: belastbaar inkomen uit sparen en beleggen 48
3.4.5 Verzamelinkomen 50
3.5 Heffingskortingen 50
3.5.1 Inleiding 50
3.5.2 Onderdelen van de heffingskorting 51
3.6 Toerekeningsregels 54
3.6.1 Inleiding 54
3.6.2 Toerekening tussen en binnen belastbare inkomens 54
3.6.3 Toerekening inkomen minderjarig kind 55
3.6.4 Toerekening inkomen tussen partners 56
3.6.5 Voordelen vrije toerekening 57
3.7 Wijze van heffing 60
3.7.1 Inleiding 60
3.7.2 Voorheffingen 60
3.7.3 Voorlopige teruggaaf 60
4 Box 1: winst uit onderneming 63
4.1 Algemeen 64
Onderdeel A Onderneming, ondernemerschap en medegerechtigden 64
4.2 Inleiding 64
4.3 Onderneming 65
4.4 Ondernemers en andere winstgenieters 66
4.4.1 Inleiding 66
4.4.2 Ondernemerschap 66
4.4.3 Urencriterium 68
4.4.4 Medegerechtigden 70
4.4.5 Schuldeisers met specifieke vorderingen op een ondernemer/ onderneming 70
4.4.6 Uitsluiting van ondernemersfaciliteiten 70
4.5 Winst uit onderneming versus loon, resultaat overige werkzaamheden, en box 3 71
4.5.1 Winst uit onderneming versus loon 71
4.5.2 Winst uit onderneming versus resultaat uit overige werkzaamheden 71
4.5.3 Winst uit onderneming versus opbrengsten uit sparen en beleggen 71
Onderdeel B Bepalen van de belastbare winst uit onderneming 72
4.6 Inleiding 72
4.7 Basisprincipes fiscale winstbepaling 75
4.7.1 Inleiding 75
4.7.2 Goed koopmansgebruik 75
4.7.3 Balanscontinuïteit 77
4.8 Vermogensetikettering 77
4.8.1 Inleiding 77
4.8.2 De wijze van etikettering 78
4.8.3 Keuzeherziening 82
4.9 Waardering van vermogensbestanddelen 82
4.9.1 Inleiding 82
4.9.2 Bedrijfsmiddelen 83
4.9.3 Vorderingen 86
4.9.4 Voorraden 87
4.9.5 Onderhanden werk 88
4.9.6 Schulden 89
4.9.7 Voorzieningen 89
4.10 Kapitaalstortingen en -onttrekkingen 90
4.10.1 Inleiding 90
4.10.2 Privégebruik auto van de zaak 91
4.10.3 Privégebruik fiets van de zaak 92
4.10.4 Eigenwoningforfait bij ondernemingswoning 93
4.11 Beperkt aftrekbare kosten 93
4.11.1 Inleiding 93
4.11.2 Algemene aftrekbeperking 94
4.11.3 Specifieke aftrekbeperking 94
4.12 Niet-aftrekbare kosten 95
4.12.1 Inleiding 95
4.12.2 Algemene uitsluiting van aftrek 96
4.12.3 Specifieke uitsluiting van aftrek 96
4.13 Objectieve vrijstellingen 97
4.13.1 Inleiding 97
4.13.2 Bosbouwvrijstelling 97
4.13.3 Landbouwvrijstelling 97
4.13.4 Kwijtscheldingswinstvrijstelling 98
Onderdeel C Ondernemers- en ondernemingsfaciliteiten 99
4.14 Inleiding 99
4.15 Willekeurige afschrijving 100
4.16 Investeringsaftrek 102
4.16.1 Inleiding 102
4.16.2 Kleinschaligheidsinvesteringsaftrek 105
4.16.3 Energie-investeringsaftrek 106
4.16.4 Milieu-investeringsaftrek 106
4.17 De desinvesteringsbijtelling 107
4.18 Kostenegalisatiereserve 108
4.19 Herinvesteringsreserve 109
4.19.1 Inleiding 109
4.19.2 Het vormen en aanwenden van de herinvesteringsreserve 111
4.19.3 Boekhoudkundige verwerking 111
4.20 Ondernemersaftrek 112
4.20.1 Inleiding 112
4.20.2 Zelfstandigenaftrek 113
4.20.3 Startersaftrek 113
4.20.4 Aftrek voor speur- en ontwikkelingswerk 114
4.20.5 Beloning voor meewerkende partner in de onderneming 114
4.20.6 Startersaftrek bij arbeidsongeschiktheid 115
4.21 De MKB-winstvrijstelling 116
Onderdeel D Staking van de onderneming 116
4.22 Inleiding 116
4.23 Stakingswinst 117
4.23.1 Inleiding 117
4.23.2 Begrip stakingswinst en goodwill 117
4.23.3 Berekening van de stakingswinst 118
4.23.4 Vrijval fiscale reserves 119
4.23.5 Desinvesteringsbijtelling 119
4.23.6 Stakingsaftrek 119
4.23.7 Doorschuiven onderneming 120
4.23.8 Bedingen lijfrente bij bedrijfsbeëindiging 121
4.24 Bedrijfsoverdracht 122
4.24.1 Bedrijfssluiting 122
4.24.2 Overdracht aan derden 122
4.25 Het aangaan van een samenwerkingsverband 124
4.26 Overdrachten waarbij fiscale claims kunnen worden doorgeschoven 124
4.26.1 Inleiding 124
4.26.2 Het begrip ‘doorschuiven’ 125
4.26.3 Overdrachten waarbij doorgeschoven kan worden 126
4.27 Overlijden van de ondernemer 126
4.27.1 Overlijdenswinst 126
4.27.2 Doorschuiffaciliteit 126
4.28 Ontbinding huwelijksgemeenschap 127
4.28.1 Fictieve overdracht van 50% van de onderneming 127
4.28.2 Verplichte doorschuiving 127
4.29 Overdracht aan medeondernemer(s) of werknemer(s) 127
4.30 Uitwerking geruisloze doorschuiving 128
4.31 Overdracht onderneming aan een eigen besloten vennootschap 130
4.32 Staking gevolgd door het starten van een nieuwe onderneming 132
5 Box 1: werk en inkomen 133
5.1 Inleiding 134
5.2 Algemene bepalingen binnen box 1 135
5.2.1 Inleiding 135
5.2.2 Waardering niet in geld genoten inkomen 135
5.2.3 Tijdstip waarop inkomsten worden belast 135
5.2.4 Tijdstip waarop aftrekbare kosten in aftrek mogen komen 136
5.3 Het belastbare loon 137
5.3.1 Inleiding 137
5.3.2 Loon 137
5.3.3 Fooien 137
5.3.4 Reisaftrek 138
5.4 Belastbaar resultaat uit overige werkzaamheden 140
5.4.1 Inleiding 140
5.4.2 Terbeschikkingstelling aan eigen bv of die van een verbonden persoon 143
5.4.3 Bepalen van het belastbare resultaat uit overige werkzaamheden 144
5.5 De belastbare periodieke uitkeringen en verstrekkingen 146
5.5.1 Inleiding 146
5.5.2 De aangewezen periodieke uitkeringen en verstrekkingen 147
5.5.3 Termijnen van lijfrenten 148
5.6 De belastbare inkomsten uit eigen woning 148
5.6.1 Inleiding 148
5.6.2 Begrip eigen woning 149
5.6.3 Eigenwoningforfait 152
5.6.4 Tijdelijke verhuur 153
5.6.5 Kamerverhuurvrijstelling 154
5.6.6 Eigenwoningschuld 155
5.6.7 Eigenwoningschuld aangegaan vóór 1 januari 2013: overgangsrecht 160
5.6.8 Geen aflossingseis voor overbruggingskrediet 160
5.6.9 Bijleenregeling 161
5.6.10 Aftrekbare kosten 163
5.7 Aftrek wegens geen of geringe eigenwoningschuld 165
5.8 De uitgaven voor inkomensvoorzieningen 166
5.8.1 Inleiding 166
5.8.2 Lijfrentevoorzieningen 167
5.8.3 Toegelaten aanbieders 168
5.8.4 Premies 168
5.8.5 Tijdstip van aftrek 169
5.9 Negatieve uitgaven voor inkomensvoorzieningen 169
5.10 Negatieve persoonsgebonden aftrek 170
5.11 Te verrekenen verliezen uit werk en woning 171
5.12 De persoonsgebonden aftrek 172
5.12.1 Inleiding 172
5.12.2 Tijdstip aftrek 173
5.12.3 Uitgaven van onderhoudsverplichtingen 173
5.12.4 Uitgaven voor specifieke zorgkosten 175
5.12.5 Weekenduitgaven voor gehandicapten 178
5.12.6 Aftrekbare giften 179
6 Box 2: belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang 181
6.1 Inleiding 182
6.2 Aanmerkelijk belang 185
6.2.1 Inleiding 185
6.2.2 ‘Gewoon’ aanmerkelijk belang 185
6.2.3 Meesleepregeling 188
6.2.4 Meetrekregeling 188
6.2.5 Fictief aanmerkelijk belang 189
6.3 Reguliere voordelen 190
6.3.1 Inleiding 190
6.3.2 Dividenduitkeringen 191
6.3.3 Teruggaaf van hetgeen op aandelen is gestort 191
6.3.4 Excessief lenen bij de eigen bv 192
6.4 Kosten ter verwerving van reguliere voordelen 195
6.5 Vervreemdingsvoordelen 196
6.5.1 Inleiding 196
6.5.2 Overdrachtsprijs 196
6.5.3 Verkrijgingsprijs 198
6.6 Fictieve vervreemdingen 199
6.7 Doorschuifregelingen 201
6.7.1 Inleiding 201
6.7.2 Doorschuifregeling en het huwelijksvermogensrecht 201
6.7.3 Doorschuiven en overlijden 202
6.7.4 Doorschuiven en dalen onder de 5%-eis 202
6.8 Genietingsmoment 203
6.9 Verliesverrekening 204
7 Box 3: belastbaar inkomen uit sparen en beleggen 205
7.1 Inleiding 206
7.2 Forfaitair rendement 206
7.2.1 Inleiding 206
7.2.2 Verleden, heden en toekomst van box 3 206
7.2.3 Berekening inkomen box 3 met ingang van 1 januari 2023 208
7.2.4 Peildatum 210
7.2.5 Heffingvrij vermogen 212
7.3 Bezittingen 212
7.3.1 Inleiding 212
7.3.2 Onroerende zaken 213
7.3.3 Rechten op onroerende zaken 213
7.3.4 Roerende zaken 213
7.3.5 Rechten op roerende zaken 214
7.3.6 Rechten die niet op zaken betrekking hebben 214
7.3.7 Overige vermogensrechten 215
7.4 Schulden 215
7.4.1 Inleiding 215
7.4.2 Belastingschulden 215
7.4.3 Drempelbedrag 216
7.5 Vrijstellingen 216
7.5.1 Inleiding 216
7.5.2 Verkrijging krachtens erfrecht 217
7.5.3 Bos, natuurterreinen en aangewezen landgoederen 217
7.5.4 Voorwerpen van kunst en wetenschap 217
7.5.5 Rechten op roerende zaken krachtens erfrecht 217
7.5.6 Overlijdens- en invaliditeitsuitkering, contanten en waardebonnen 218
7.5.7 Kortlopende termijnen van inkomsten en verplichtingen 218
7.5.8 Groene beleggingen 218
7.6 Waardering 219
7.6.1 Inleiding 219
7.6.2 Onroerende zaken 219
7.6.3 Effecten 221
7.6.4 Vruchtgebruik/recht van gebruik 221
8 Vennootschapsbelasting 223
8.1 Inleiding 224
8.2 Subjectieve belastingplicht 224
8.2.1 Inleiding 224
8.2.2 Binnenlandse belastingplicht 225
8.2.3 Vrijstellingen 227
8.3 Tarief 228
8.4 Object van heffing 229
8.4.1 Inleiding 229
8.4.2 Onttrekkingen 234
8.4.3 Stortingen 238
8.4.4 Aftrekbare bedragen 239
8.4.5 Niet-aftrekbare bedragen 240
8.4.6 Giften 240
8.4.7 Te verrekenen verliezen 241
8.5 Deelnemingsvrijstelling 242
8.5.1 Inleiding 242
8.5.2 Begrip deelneming 243
8.5.3 Gevolgen deelnemingsvrijstelling 244
8.5.4 Deelnemingskosten 245
8.5.5 Liquidatieverliezen 245
8.6 Fiscale eenheid 246
8.6.1 Inleiding 246
8.6.2 Voorwaarden aangaan fiscale eenheid 246
8.6.3 Gevolgen aangaan van fiscale eenheid 247
8.6.4 Voorwaarden en gevolgen beëindiging 248
8.7 Dividendbelasting 249
9 Overdrachtsbelasting 251
9.1 Inleiding 252
9.2 Het belastbare feit 252
9.2.1 Inleiding 252
9.2.2 Begrip verkrijging 252
9.2.3 Begrip onroerende zaak 254
9.2.4 Fictieve onroerende zaken 255
9.3 Maatstaf van heffing 257
9.3.1 Inleiding 257
9.3.2 Vermindering van de waarde bij verkrijging krachtens verdeling 260
9.3.3 Anticumulatieregeling bij verkrijging binnen 6 maanden na eerdere verkrijging 261
9.4 Tarief 262
9.5 Vrijstellingen 265
9.5.1 Inleiding 265
9.5.2 Anticumulatieregeling omzetbelasting en overdrachtsbelasting (art. 15 lid 1 letter a Wet BRV) 265
9.5.3 Bedrijfsoverdracht binnen de naaste familie (art. 15 lid 1 letter b Wet BRV) 266
9.5.4 Verkrijgingen door de overheid (art. 15 lid 1 letter c Wet BRV) 267
9.5.5 Inbreng van een onderneming in een vennootschap (art. 15 lid 1 letter e Wet BRV) 267
9.5.6 Verdeling van goederen van een personenvennootschap (art. 15 lid 1 letter f Wet BRV) 268
9.5.7 Verdeling van een gemeenschap tussen samenwoners (art. 15 lid 1 letter g Wet BRV) 269
9.5.8 Verkrijging van landbouwgrond (art. 15 lid 1 letter q Wet BRV) 269
9.6 Samenloop overdrachtsbelasting met schenkbelasting 269
9.7 Wijze van heffing 270
Index 271
1 Algemene inleiding 1
1.1 Doel van belastingheffing 2
1.2 Rechtsgrond voor belastingheffing 3
1.2.1 Inleiding 3
1.2.2 Plaats binnen de wetten 4
1.3 Soorten belastingen 5
1.3.1 Inleiding 5
1.3.2 Directe en indirecte belastingen 5
1.3.3 Tijdstip- en tijdvakbelastingen 5
1.3.4 Aanslag- en aangiftebelastingen 6
1.3.5 Subjectieve en objectieve belastingen 7
1.4 Vindplaatsen in het belastingrecht 7
1.4.1 Wetgeving 7
1.4.2 Uitvoeringsregelingen en -besluiten 8
1.4.3 Europese richtlijnen 8
1.4.4 Besluiten 9
1.4.5 Algemene beginselen van behoorlijk bestuur 9
1.4.6 Rechtspraak (jurisprudentie) 10
2 Algemene wet inzake rijksbelastingen 13
2.1 Inleiding 14
2.2 Begripsbepalingen 14
2.3 Opbouw van de AWR 17
2.3.1 Onderscheid aanslagbelastingen en aangiftebelastingen 17
2.3.2 Navorderen en naheffen 18
2.3.3 Samenvatting van het voorgaande in schema 18
2.4 De aangifte 18
2.4.1 Inleiding 18
2.4.2 Uitnodiging tot het doen van aangifte 19
2.4.3 Verplichtingen met betrekking tot de aangifte 19
2.4.4 Termijnen 19
2.5 Aanslagbelastingen 20
2.5.1 Opleggen aanslag 20
2.5.2 Voorlopige aanslag 21
2.5.3 De navorderingsaanslag 21
2.6 Aangiftebelastingen 23
2.6.1 Inleiding 23
2.6.2 Tijdvak- en tijdstipbelastingen 23
2.6.3 Naheffingsaanslag 23
2.7 Bezwaar en beroep 24
2.8 Belastingrente 30
2.9 Vertegenwoordiging 32
2.10 Verplichtingen ten aanzien van de belastingheffing 32
2.10.1 Inleiding 32
2.10.2 Informatieplicht met betrekking tot de eigen belastingheffing 33
2.10.3 Informatieplicht met betrekking tot de loonheffingen en
dividendbelasting 33
2.10.4 Informatieplicht met betrekking tot belastingheffing bij derden 36
2.11 Bewijslastverdeling in verhouding Belastingdienst-belastingplichtige 36
2.11.1 Inleiding 36
2.11.2 Omkering van de bewijslast 37
2.11.3 De informatiebeschikking 37
IX
inhoud
2.12 Hardheidsclausule 38
2.13 Ambtshalve vermindering 38
2.14 Bestuurlijke boetes 38
2.14.1 Inleiding 38
2.14.2 Verzuimboete 39
2.14.3 Vergrijpboete 39
2.14.4 Voorschriften voor het opleggen van bestuurlijke boeten 40
2.14.5 Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst 40
3 Inleiding inkomstenbelasting 41
3.1 Inleiding 42
3.2 Opbouw van de wet 42
3.3 Belastingplicht 43
3.4 Heffingsgrondslagen: het boxenstelsel 44
3.4.1 Inleiding 44
3.4.2 Box 1: belastbaar inkomen uit werk en woning 46
3.4.3 Box 2: belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang 47
3.4.4 Box 3: belastbaar inkomen uit sparen en beleggen 48
3.4.5 Verzamelinkomen 50
3.5 Heffingskortingen 50
3.5.1 Inleiding 50
3.5.2 Onderdelen van de heffingskorting 51
3.6 Toerekeningsregels 54
3.6.1 Inleiding 54
3.6.2 Toerekening tussen en binnen belastbare inkomens 54
3.6.3 Toerekening inkomen minderjarig kind 55
3.6.4 Toerekening inkomen tussen partners 56
3.6.5 Voordelen vrije toerekening 57
3.7 Wijze van heffing 60
3.7.1 Inleiding 60
3.7.2 Voorheffingen 60
3.7.3 Voorlopige teruggaaf 60
4 Box 1: winst uit onderneming 63
4.1 Algemeen 64
Onderdeel A Onderneming, ondernemerschap en medegerechtigden 64
4.2 Inleiding 64
4.3 Onderneming 65
4.4 Ondernemers en andere winstgenieters 66
4.4.1 Inleiding 66
4.4.2 Ondernemerschap 66
4.4.3 Urencriterium 68
4.4.4 Medegerechtigden 70
4.4.5 Schuldeisers met specifieke vorderingen op een ondernemer/ onderneming 70
4.4.6 Uitsluiting van ondernemersfaciliteiten 70
4.5 Winst uit onderneming versus loon, resultaat overige werkzaamheden, en box 3 71
4.5.1 Winst uit onderneming versus loon 71
4.5.2 Winst uit onderneming versus resultaat uit overige werkzaamheden 71
4.5.3 Winst uit onderneming versus opbrengsten uit sparen en beleggen 71
Onderdeel B Bepalen van de belastbare winst uit onderneming 72
4.6 Inleiding 72
4.7 Basisprincipes fiscale winstbepaling 75
4.7.1 Inleiding 75
4.7.2 Goed koopmansgebruik 75
4.7.3 Balanscontinuïteit 77
4.8 Vermogensetikettering 77
4.8.1 Inleiding 77
4.8.2 De wijze van etikettering 78
4.8.3 Keuzeherziening 82
4.9 Waardering van vermogensbestanddelen 82
4.9.1 Inleiding 82
4.9.2 Bedrijfsmiddelen 83
4.9.3 Vorderingen 86
4.9.4 Voorraden 87
4.9.5 Onderhanden werk 88
4.9.6 Schulden 89
4.9.7 Voorzieningen 89
4.10 Kapitaalstortingen en -onttrekkingen 90
4.10.1 Inleiding 90
4.10.2 Privégebruik auto van de zaak 91
4.10.3 Privégebruik fiets van de zaak 92
4.10.4 Eigenwoningforfait bij ondernemingswoning 93
4.11 Beperkt aftrekbare kosten 93
4.11.1 Inleiding 93
4.11.2 Algemene aftrekbeperking 94
4.11.3 Specifieke aftrekbeperking 94
4.12 Niet-aftrekbare kosten 95
4.12.1 Inleiding 95
4.12.2 Algemene uitsluiting van aftrek 96
4.12.3 Specifieke uitsluiting van aftrek 96
4.13 Objectieve vrijstellingen 97
4.13.1 Inleiding 97
4.13.2 Bosbouwvrijstelling 97
4.13.3 Landbouwvrijstelling 97
4.13.4 Kwijtscheldingswinstvrijstelling 98
Onderdeel C Ondernemers- en ondernemingsfaciliteiten 99
4.14 Inleiding 99
4.15 Willekeurige afschrijving 100
4.16 Investeringsaftrek 102
4.16.1 Inleiding 102
4.16.2 Kleinschaligheidsinvesteringsaftrek 105
4.16.3 Energie-investeringsaftrek 106
4.16.4 Milieu-investeringsaftrek 106
4.17 De desinvesteringsbijtelling 107
4.18 Kostenegalisatiereserve 108
4.19 Herinvesteringsreserve 109
4.19.1 Inleiding 109
4.19.2 Het vormen en aanwenden van de herinvesteringsreserve 111
4.19.3 Boekhoudkundige verwerking 111
4.20 Ondernemersaftrek 112
4.20.1 Inleiding 112
4.20.2 Zelfstandigenaftrek 113
4.20.3 Startersaftrek 113
4.20.4 Aftrek voor speur- en ontwikkelingswerk 114
4.20.5 Beloning voor meewerkende partner in de onderneming 114
4.20.6 Startersaftrek bij arbeidsongeschiktheid 115
4.21 De MKB-winstvrijstelling 116
Onderdeel D Staking van de onderneming 116
4.22 Inleiding 116
4.23 Stakingswinst 117
4.23.1 Inleiding 117
4.23.2 Begrip stakingswinst en goodwill 117
4.23.3 Berekening van de stakingswinst 118
4.23.4 Vrijval fiscale reserves 119
4.23.5 Desinvesteringsbijtelling 119
4.23.6 Stakingsaftrek 119
4.23.7 Doorschuiven onderneming 120
4.23.8 Bedingen lijfrente bij bedrijfsbeëindiging 121
4.24 Bedrijfsoverdracht 122
4.24.1 Bedrijfssluiting 122
4.24.2 Overdracht aan derden 122
4.25 Het aangaan van een samenwerkingsverband 124
4.26 Overdrachten waarbij fiscale claims kunnen worden doorgeschoven 124
4.26.1 Inleiding 124
4.26.2 Het begrip ‘doorschuiven’ 125
4.26.3 Overdrachten waarbij doorgeschoven kan worden 126
4.27 Overlijden van de ondernemer 126
4.27.1 Overlijdenswinst 126
4.27.2 Doorschuiffaciliteit 126
4.28 Ontbinding huwelijksgemeenschap 127
4.28.1 Fictieve overdracht van 50% van de onderneming 127
4.28.2 Verplichte doorschuiving 127
4.29 Overdracht aan medeondernemer(s) of werknemer(s) 127
4.30 Uitwerking geruisloze doorschuiving 128
4.31 Overdracht onderneming aan een eigen besloten vennootschap 130
4.32 Staking gevolgd door het starten van een nieuwe onderneming 132
5 Box 1: werk en inkomen 133
5.1 Inleiding 134
5.2 Algemene bepalingen binnen box 1 135
5.2.1 Inleiding 135
5.2.2 Waardering niet in geld genoten inkomen 135
5.2.3 Tijdstip waarop inkomsten worden belast 135
5.2.4 Tijdstip waarop aftrekbare kosten in aftrek mogen komen 136
5.3 Het belastbare loon 137
5.3.1 Inleiding 137
5.3.2 Loon 137
5.3.3 Fooien 137
5.3.4 Reisaftrek 138
5.4 Belastbaar resultaat uit overige werkzaamheden 140
5.4.1 Inleiding 140
5.4.2 Terbeschikkingstelling aan eigen bv of die van een verbonden persoon 143
5.4.3 Bepalen van het belastbare resultaat uit overige werkzaamheden 144
5.5 De belastbare periodieke uitkeringen en verstrekkingen 146
5.5.1 Inleiding 146
5.5.2 De aangewezen periodieke uitkeringen en verstrekkingen 147
5.5.3 Termijnen van lijfrenten 148
5.6 De belastbare inkomsten uit eigen woning 148
5.6.1 Inleiding 148
5.6.2 Begrip eigen woning 149
5.6.3 Eigenwoningforfait 152
5.6.4 Tijdelijke verhuur 153
5.6.5 Kamerverhuurvrijstelling 154
5.6.6 Eigenwoningschuld 155
5.6.7 Eigenwoningschuld aangegaan vóór 1 januari 2013: overgangsrecht 160
5.6.8 Geen aflossingseis voor overbruggingskrediet 160
5.6.9 Bijleenregeling 161
5.6.10 Aftrekbare kosten 163
5.7 Aftrek wegens geen of geringe eigenwoningschuld 165
5.8 De uitgaven voor inkomensvoorzieningen 166
5.8.1 Inleiding 166
5.8.2 Lijfrentevoorzieningen 167
5.8.3 Toegelaten aanbieders 168
5.8.4 Premies 168
5.8.5 Tijdstip van aftrek 169
5.9 Negatieve uitgaven voor inkomensvoorzieningen 169
5.10 Negatieve persoonsgebonden aftrek 170
5.11 Te verrekenen verliezen uit werk en woning 171
5.12 De persoonsgebonden aftrek 172
5.12.1 Inleiding 172
5.12.2 Tijdstip aftrek 173
5.12.3 Uitgaven van onderhoudsverplichtingen 173
5.12.4 Uitgaven voor specifieke zorgkosten 175
5.12.5 Weekenduitgaven voor gehandicapten 178
5.12.6 Aftrekbare giften 179
6 Box 2: belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang 181
6.1 Inleiding 182
6.2 Aanmerkelijk belang 185
6.2.1 Inleiding 185
6.2.2 ‘Gewoon’ aanmerkelijk belang 185
6.2.3 Meesleepregeling 188
6.2.4 Meetrekregeling 188
6.2.5 Fictief aanmerkelijk belang 189
6.3 Reguliere voordelen 190
6.3.1 Inleiding 190
6.3.2 Dividenduitkeringen 191
6.3.3 Teruggaaf van hetgeen op aandelen is gestort 191
6.3.4 Excessief lenen bij de eigen bv 192
6.4 Kosten ter verwerving van reguliere voordelen 195
6.5 Vervreemdingsvoordelen 196
6.5.1 Inleiding 196
6.5.2 Overdrachtsprijs 196
6.5.3 Verkrijgingsprijs 198
6.6 Fictieve vervreemdingen 199
6.7 Doorschuifregelingen 201
6.7.1 Inleiding 201
6.7.2 Doorschuifregeling en het huwelijksvermogensrecht 201
6.7.3 Doorschuiven en overlijden 202
6.7.4 Doorschuiven en dalen onder de 5%-eis 202
6.8 Genietingsmoment 203
6.9 Verliesverrekening 204
7 Box 3: belastbaar inkomen uit sparen en beleggen 205
7.1 Inleiding 206
7.2 Forfaitair rendement 206
7.2.1 Inleiding 206
7.2.2 Verleden, heden en toekomst van box 3 206
7.2.3 Berekening inkomen box 3 met ingang van 1 januari 2023 208
7.2.4 Peildatum 210
7.2.5 Heffingvrij vermogen 212
7.3 Bezittingen 212
7.3.1 Inleiding 212
7.3.2 Onroerende zaken 213
7.3.3 Rechten op onroerende zaken 213
7.3.4 Roerende zaken 213
7.3.5 Rechten op roerende zaken 214
7.3.6 Rechten die niet op zaken betrekking hebben 214
7.3.7 Overige vermogensrechten 215
7.4 Schulden 215
7.4.1 Inleiding 215
7.4.2 Belastingschulden 215
7.4.3 Drempelbedrag 216
7.5 Vrijstellingen 216
7.5.1 Inleiding 216
7.5.2 Verkrijging krachtens erfrecht 217
7.5.3 Bos, natuurterreinen en aangewezen landgoederen 217
7.5.4 Voorwerpen van kunst en wetenschap 217
7.5.5 Rechten op roerende zaken krachtens erfrecht 217
7.5.6 Overlijdens- en invaliditeitsuitkering, contanten en waardebonnen 218
7.5.7 Kortlopende termijnen van inkomsten en verplichtingen 218
7.5.8 Groene beleggingen 218
7.6 Waardering 219
7.6.1 Inleiding 219
7.6.2 Onroerende zaken 219
7.6.3 Effecten 221
7.6.4 Vruchtgebruik/recht van gebruik 221
8 Vennootschapsbelasting 223
8.1 Inleiding 224
8.2 Subjectieve belastingplicht 224
8.2.1 Inleiding 224
8.2.2 Binnenlandse belastingplicht 225
8.2.3 Vrijstellingen 227
8.3 Tarief 228
8.4 Object van heffing 229
8.4.1 Inleiding 229
8.4.2 Onttrekkingen 234
8.4.3 Stortingen 238
8.4.4 Aftrekbare bedragen 239
8.4.5 Niet-aftrekbare bedragen 240
8.4.6 Giften 240
8.4.7 Te verrekenen verliezen 241
8.5 Deelnemingsvrijstelling 242
8.5.1 Inleiding 242
8.5.2 Begrip deelneming 243
8.5.3 Gevolgen deelnemingsvrijstelling 244
8.5.4 Deelnemingskosten 245
8.5.5 Liquidatieverliezen 245
8.6 Fiscale eenheid 246
8.6.1 Inleiding 246
8.6.2 Voorwaarden aangaan fiscale eenheid 246
8.6.3 Gevolgen aangaan van fiscale eenheid 247
8.6.4 Voorwaarden en gevolgen beëindiging 248
8.7 Dividendbelasting 249
9 Overdrachtsbelasting 251
9.1 Inleiding 252
9.2 Het belastbare feit 252
9.2.1 Inleiding 252
9.2.2 Begrip verkrijging 252
9.2.3 Begrip onroerende zaak 254
9.2.4 Fictieve onroerende zaken 255
9.3 Maatstaf van heffing 257
9.3.1 Inleiding 257
9.3.2 Vermindering van de waarde bij verkrijging krachtens verdeling 260
9.3.3 Anticumulatieregeling bij verkrijging binnen 6 maanden na eerdere verkrijging 261
9.4 Tarief 262
9.5 Vrijstellingen 265
9.5.1 Inleiding 265
9.5.2 Anticumulatieregeling omzetbelasting en overdrachtsbelasting (art. 15 lid 1 letter a Wet BRV) 265
9.5.3 Bedrijfsoverdracht binnen de naaste familie (art. 15 lid 1 letter b Wet BRV) 266
9.5.4 Verkrijgingen door de overheid (art. 15 lid 1 letter c Wet BRV) 267
9.5.5 Inbreng van een onderneming in een vennootschap (art. 15 lid 1 letter e Wet BRV) 267
9.5.6 Verdeling van goederen van een personenvennootschap (art. 15 lid 1 letter f Wet BRV) 268
9.5.7 Verdeling van een gemeenschap tussen samenwoners (art. 15 lid 1 letter g Wet BRV) 269
9.5.8 Verkrijging van landbouwgrond (art. 15 lid 1 letter q Wet BRV) 269
9.6 Samenloop overdrachtsbelasting met schenkbelasting 269
9.7 Wijze van heffing 270
Index 271
Rubrieken
- Advisering
- Algemeen management
- Coaching en trainen
- Communicatie en media
- Economie
- Financieel management
- Inkoop en logistiek
- Internet en social media
- IT-management / ICT
- Juridisch
- Leiderschap
- Marketing
- Mens en maatschappij
- Non-profit
- Ondernemen
- Organisatiekunde
- Personal finance
- Personeelsmanagement
- Persoonlijke effectiviteit
- Projectmanagement
- Psychologie
- Reclame en verkoop
- Strategisch management
- Verandermanagement
- Werk en loopbaan