Twee broers, één concept, één boek. Al jaren zijn Henk en Luuk Stultiens gefascineerd door de inzichten die het begrip 'interactiestatus' hen verschaft in de manier waarop mensen samenleven, samenwerken en communiceren. Beide broers heb hun eigen organisatie- en communicatieadviesbureau. Ze werken veel samen en wisselen geregeld van gedachten over hun werk. Na een fascinatie van meer dan tien jaar besloten ze hun inzichten aan het papier toe te vertrouwen en schreven ze het bij Scriptum verschenen boek 'Het fenomeen status - Waarom we ons gedragen zoals we doen'.Dominant of onderdanig?
Aan Henk Stultiens (1961) valt als oudste broer de eer toe dat hij zich de ontdekker van het concept interactiestatus mag noemen. In de loop der jaren werd broer Luuk (1964) minstens even enthousiast over de inzichten die dit begrip hen verschaft. Hun fascinatie begon toen Henk in 1989 een boek las van Keith Johnstone, een theaterregisseur. Johnstone beschreef daarin hoe hij acteurs tot het gewenste spel wist te inspireren. Dat doet hij niet door hen voor te schrijven hoe ze zich moeten gedragen. In plaats daarvan vraagt hij hen na te denken over hoe ze zich in een bepaalde scène tot de andere acteurs verhouden. Essentiële vraag daarbij is of ze in die scène dominant of onderdanig zijn. Met andere woorden: wat is in die scène hun status? Door acteurs aan te sturen op hun status van het moment, kreeg Johnstone het spannende en interessante theater dat hij wenste.
Interactiestatus
Wat op het toneel gebeurt, gebeurt ook in het gewone leven, zag Henk opeens. Om anderen kernachtig een notie te geven van wat hij bedoelt met interactiestatus, neemt hij in gedachten zijn publiek mee terug naar de middelbare school. De leraren daar zijn grofweg in drie typen te verdelen.
Henk: "Het eerste type vervult leerlingen met angst. Zodra je bij zo'n bullebak de klas in kwam, wist je dat je je mond moest houden en geen flauwekul kon uithalen. Les hebben van zo'n streng en autoritair type was geen pretje. Het tweede type is het 'watje'. Die kon geen orde houden. Hij had geen overwicht, de leerlingen maakten de dienst uit. Zelfs al nam je je voor om je netjes te gedragen, dan liep het bij hem toch nog uit de hand. Het derde type is de geweldige leerkracht. Bij hem in de klas werd er geleerd, maar ook plezier gemaakt. Hij was weliswaar de baas, maar toch kreeg je als leerling ook de ruimte. Je haalde wel eens grapje uit, maar je ging bij hem zelden of nooit over de grens."
"Het eerste type is een starre hoge status. Hij verhoogt zichzelf ook in status op momenten dat de situatie daar niet om vraagt. Het tweede type is het tegenovergestelde. Hij lijkt niet in status te kunnen stijgen op momenten dat het nodig is en positioneert zich voortdurend onder de leerlingen. Door zijn gestuntel dreigt hij nog verder in status te dalen. Het derde type is daarentegen een statusexpert: hij gaat flexibel met zijn status om en past die aan de situatie aan. Op sommige momenten zijn de statusverschillen met de leerlingen gering en kunnen ze een geintje uithalen. Op andere momenten maakt hij de klas duidelijk dat er nu gewerkt moet worden. Dan vergroot hij de statusverschillen. Anders dan type één of twee weet hij op het juiste moment de juiste statusverhoging of -verlaging toe te passen."
Flexibel
Interactiestatus is flexibel en hangt af van een bepaalde situatie. Daarom is het een wezenlijk ander begrip dan bijvoorbeeld de functiegebonden status of de sociale status. Interactiestatus is dan ook geen persoonlijkheidskenmerk, maar per definitie verbonden aan een bepaald communicatief moment. Bewust of onbewust passen mensen in hun dagelijkse omgang met anderen hun interactiestatus aan de omstandigheden aan.
Wie bijvoorbeeld in een winkelstraat een bende straatschoffies tegenkomt en rustig wil doorlopen, gaat voor hen opzij. Daarmee verlaagt hij zich in deze situatie in status. Dat doet hij niet uit beleefdheid, maar omdat het wel zo praktisch is een confrontatie uit de weg te gaan. Loopt er een oudere dame op straat, dan zullen de meeste mensen eveneens voor haar opzij gaan. In dat laatste geval doen ze dat uit beleefdheid; ze verhogen haar in status. In termen van interactiestatus gebeurt er in beide gevallen echter hetzelfde: mensen kiezen bij deze ontmoeting voor de lagere status.
Hiërarchie
"Zonder hiërarchie staat alles stil", legt Luuk uit. "Stel, op een gelijkwaardige kruising nadert uit elke richting en op hetzelfde moment een auto. Welke auto heeft voorrang? Ze komen allemaal van rechts. In eerste instantie valt daar niets over te zeggen. Maar zodra iemand om welke reden dan ook als eerste begint te rijden, is er sprake van een volgorde en dus van een hiërarchie. Ter plekke creëren de automobilisten een verhouding. Ze bepalen wie op dat moment, op die kruising méér en wie minder macht heeft. Ofwel, wie er een hogere of een lagere status heeft. Niet alleen in het verkeer, maar in álle vormen van samenleven of met elkaar omgaan, spelen hiërarchische verhoudingen een rol."
Meestal kiezen mensen intuïtief voor een bepaalde status. Een simpel voorbeeld is de manier waarop mensen een ruimte betreden. Wanneer iemand zijn woonkamer binnenkomt, doet hij dat anders dan wanneer hij een ruimte betreedt waar hij nooit eerder is geweest. "In de vreemde ruimte gedraagt hij zich als een lagere status (ten opzichte van die ruimte). Hij heeft er als het ware niet veel te vertellen en stelt zich bescheiden op", zeggen de broers.
Hoge of lage status
Door gedrag te bekijken in termen van een hogere of lagere status, kun je er in neutralere termen over praten. In elk geval voorkom je dat je moet gaan gissen wáárom iemand bepaald gedrag aan de dag legt. "Je kunt niet zeggen dat iemand arrogant of zelfverzekerd is. Je kunt alleen constateren dat hij in een bepaalde situatie een hoge status heeft. Omgekeerd hoef je het niet meer over nervositeit of onzekerheid te hebben, wanneer iemand in een andere situatie een lage status heeft," zeggen de broers.
In trainingen (bijvoorbeeld om bij medewerkers de klantvriendelijkheid te vergroten en/of hen beter te leren omgaan met agressie) leren zij mensen zich bewust te worden van hun statusgedrag. Henk: "Wij gaan niet omstandig in op de vraag wat klantvriendelijkheid exact behelst. Wij willen simpelweg weten waarom het een klant irriteert wanneer een caissière met een collega blijft praten en geen aandacht voor hem heeft. De essentie is dat de caissière met haar gedrag aangeeft dat de klant een lagere status heeft dan haar collega. Dat is de verkeerde boodschap in de richting van klanten. Want klantvriendelijkheid is in termen van interactiestatus in principe heel simpel: de klant wil door het personeel in status verhoogd worden. Die wens bepaalt op welke manier de caissière aandacht aan de klant moet besteden."
Agressieve klanten
Op een vergelijkbare manier nemen de broers het gedrag van agressieve klanten onder de loep. Bijvoorbeeld bij een gemeentelijke dienst. "Een agressieve klant blaast hoog van de toren. Hij gebruikt nogal wat verbaal geweld. Hij kiest daarmee voor een hoge status. Instinctief zou een baliemedewerker wellicht de neiging hebben de klant een toontje lager te laten zingen. Maar het is niet verstandig een rechtstreekse confrontatie aan te gaan. Het is veel effectiever om net onder de agressieve klant te blijven zitten. Dan hoef je niet met hem te vechten om de interactiestatus van dat moment. Doordat de medewerker op die manier de angel uit de situatie haalt, wordt de klant al iets rustiger. Daar reageert de medewerker opnieuw iets lager op en langzaam maar zeker komt de klant dan verder in status omlaag. Tot slot kan er op rustige toon worden gepraat over datgene waarvoor de klant kwam", legt Henk uit.
"Zo kan het gaan", zegt Luuk. "Maar er is niet één juiste oplossing om met agressie om te gaan. De interactiestatus legt vooral de contextgebonden dynamiek bloot. Daardoor wordt helder wat er in een bepaalde situatie gebeurt. Vervolgens dient er zich een bij die situatie passende oplossing aan. Dat spel noemen wij statusdynamiek."
Statusverlaging is soms effectief, maar vaak lastig. In hun boek maken de broers duidelijk waarom. Kort gezegd komt het er op neer dat mensen geprogrammeerd zijn om te winnen. Winnen ervaren mensen als in status omhoog gaan, terwijl verliezen als het tegengestelde voelt. Het heeft alles met de evolutie te maken: wie niet wint, kan niet overleven. "Bij overleven en samenwerken komt van alles kijken. We moeten weten wanneer we moeten vechten, wanneer we een gevecht moeten uitstellen en wanneer we moeten samenwerken. Samenwerken vereist daarnaast dat we leiding kunnen geven en leiding kunnen accepteren", zegt Luuk.
Bril
Interactiestatus is vooral een bril om de werkelijkheid mee te bekijken. Wie 'Het fenomeen status' heeft gelezen, ziet dingen scherp die hij daarvoor alleen maar vaag heeft waargenomen. Daardoor kunnen met behulp van interactiestatus verhelderende analyses worden gemaakt. In hun boek slijpen de broers in de eerste hoofdstukken de bril. Daarna nemen ze de lezer mee naar een aantal onderwerpen waarop het begrip interactiestatus een nieuwe, verhelderende blik werpt.
Zo kijken ze via hun bril naar de doorgaans verschillende gedragspatronen van mannen en vrouwen. Dan zien ze dat vooral mannen gericht zijn op het verhogen van hun eigen status en het verlagen van die van de ander. Vrouwen vinden het veel minder erg om in status te dalen. Zij hechten veel meer belang aan het behoud van relaties. Daarom zijn vrouwen doorgaans minder goed in carrière maken. Want wat is carrière maken anders dan stijgen in de hiërarchie, ofwel het verhogen van zichzelf en het verlagen van de ander? Het is een van de redenen waarom vrouwen in masculiene organisaties een 'glazen plafond' ervaren.
Ook de kijk op pesten, een probleem van veel scholen en organisaties, wordt dankzij de interactiestatus scherper. "De bron van pesten ligt in een statusverlaging van de pester", zegt Henk. "Daarbij maakt het niet uit wat de bron is van zijn statusverlaging. Dat kan een slechte baas zijn, een vervelende thuissituatie, of nog iets anders. Om de één of andere reden zoekt een pester compensatie voor de door hem ervaren statusverlaging. Door te pesten maakt hij zich als het ware de 'meerdere' van degene die hij heeft uitgekozen als slachtoffer. Pesten is een agressieve en ongezonde manier om een hiërarchie op te bouwen."
De klassieke aanpak van pesten - straffen van de pestkop, weerbaarheidtraining voor het slachtoffer - is volgens de broers vaak ineffectief. "Gestraft worden is voor de pester een ongewenste statusverlaging. Gevolg is vaak dat hij wraak neemt op zijn slachtoffer. Ook weerbaarheidstraining en begeleiding hebben vaak een averechts effect. Door alle aandacht wordt het slachtoffer waarschijnlijk als slappeling gezien, waardoor hij nog verder in status wordt verlaagd. In beide gevallen blijft de relatie tussen dader, slachtoffer en andere betrokkenen gekenmerkt door een ongezonde statusdynamiek", zegt Henk. "Bovendien is het niet alleen een probleem tussen de pestkop en zijn slachtoffer', vult Luuk aan. "Er zit een fout in het systeem, er is geen corrigerend mechanisme. Er zijn omstanders die niet ingrijpen, waardoor zij als het ware medeplichtig worden."
Rollenspel
In hun trainingen brengen de broers zoveel mogelijk betrokkenen bij elkaar. "Eerst proberen we in kaart te brengen wie er betrokken zijn bij deze situatie. Vervolgens laten we iedereen alle rollen spelen, zodat de betrokkenen zich kunnen inleven in de andere status en kunnen ervaren wat dat betekent. Dit is een confronterende werkwijze, ook voor de omstanders. Tegelijk leert iedereen gezonder met de verschillende hiërarchische posities om te gaan en breidt men zijn gedragsrepertoire uit. Niemand kan daarna nog zeggen dat hij niet weet waarmee hij bezig is, welke rol hij ook vervult. Hiermee wordt een zelfcorrigerend mechanisme in werking gezet."
Opnieuw waarschuwen de broers dat er niet één zaligmakende oplossing is voor bijvoorbeeld pesten. "Interactiestatus is vooral het gereedschap om situaties in kaart te brengen. Als wij dat gereedschap hebben aangereikt, kunnen de betrokkenen daaruit eenvoudig lering moeten trekken wat voor hen in bepaalde situaties het meest effectieve gedrag is."
Over Annegreet van Bergen
Annegreet van Bergen is econoom, auteur van de bestseller Gouden jaren en journalist.
Deze website maakt gebruik van verschillende soorten cookies.
Sommige cookies worden geplaatst door diensten van derden die op onze pagina's worden weergegeven.
Om deze externe content te kunnen tonen is nodig dat u toestemming geeft voor het zetten van persoonlijke en marketingcookies.
U kunt uw toestemming op elk moment wijzigen of intrekken.
In onze cookieverklaring vindt u meer informatie.