Persoonsgericht en waarderend trainen: help ons, waar gaat dit boek over?
Persoonsgericht en waarderend trainen is een benadering die ik zelf heb ontwikkeld. Toen ik in 2017 een trainingsopleiding aan het ontwikkelen was, kon ik geen passende literatuur vinden. Daarom heb ik dit boek geschreven. Met persoonsgericht bedoel ik dat je maatwerk per individu moet leveren. Je houdt rekening met de mens achter de deelnemer in een training. Een persoon heeft gelaagde identiteiten, denk aan functie, leeftijd, culturele achtergrond en gender. Leren is geen rechte weg, maar een kronkelweg. Per individu moet je je als trainer aanpassen. Met Waarderend trainen bedoel ik dat je vooral zoekt naar kwaliteiten en talenten van mensen. Stuur niet op het oplossen van tekortkomingen, maar bouw voort op innerlijke drijfveren.
Dat suggereert dat het nu in trainingen nog wel eens misgaat met de trainer en de interactie met de groep.
Ik denk dat nogal wat trainers intuïtief werken en zelf weinig meedoen aan trainingen om zichzelf te blijven ontwikkelen. Terwijl juist deze nieuwe tijd om een nieuwe aanpak vraagt. Bijvoorbeeld millennials hebben geen zin meer in een powerpointtraining in een zaaltje achteraf. Als je als trainer persoonlijk geraakt wordt in een training, moet je terug kunnen vallen op vakmanschap. Dat probeer ik met het 7V-model te bieden. Ik denk dat er best veel trainers zijn die niet opgeleid zijn als trainer. Er lopen te veel trainers zonder vakopleiding rond. Trainers zouden zelf veel meer kritisch moeten reflecteren op eigen vakmanschap. Trainen is niet het volgen van een stappenplan. De dag als deelnemer doorkomen, uitkijken naar de lunch met kroket om vervolgens daarna weer in te dutten. De huidige tijd vraagt veel van de trainer als professional.
Je hebt het in je boek over de didactische tovenaar en de kunstenaar die moet kunnen omgaan met groepsdynamiek. Leg uit.
De tovenaar is iemand die nadenkt over welke werkvormen hij of zij inzet. Welke oefeningen doe ik? Laat je deelnemers zelf ontdekken, samen reflecteren, samen oefenen… Je moet iedereen in de groep wat kunnen bieden, dus moet je ook als een tovenaar zoeken naar de juiste ingrediënten. Als kunstenaar moet je om kunnen gaan met de dynamiek van de groep. Wat is de sfeer? Wie zijn leiders, wie zijn volgers? Wie wordt buitengesloten? Je kunt anno 2022 niet meer als politieagent of juf voor de groep gaan staan. Als er een groep is die in ‘een kramp zit’, dan kan zo’n groep niet leren. Het is dan belangrijker om eerst aan de sfeer te werken.
Laten we de 7 V’s eens ontvlechten. Waar staan die inhoudelijk voor? Je maakt er een soort uitgebreide maaltijd van.
Je kunt trainingen als een zevengangenmenu beschouwen. Of je het nu over een training over langere termijn hebt of over een workshop van één dag, alle gangen moeten wel ergens voorbij komen. Gang één, Verkennen, doe je vooraf in de voorbereiding maar ook tijdens de training. Hoe ziet de groep er uit? Wat is het doel? Wat is de inhoud en wat is de organisatie-DNA? Bij de V van Verrassen en Verbeelden ga je op zoek naar verschillende soorten werkvormen. Creëer een rijke leeromgeving en put daar uit.
En dan op naar het hoofdgerecht: Verdiepen.
Ik vergelijk trainingen ook weleens met een broodje hamburger. Twee broodjes met daartussen inderdaad het hoofdgerecht: de Verdieping. Dat is de kern van de training. De plek waar je deelnemers het meest tot leren kunnen komen. De echte inhoud. Als trainer heb je hier overigens ook vaak te maken met de heftigste afweerreacties. Hoe ga je om met de groep als de groep tegen je is als trainer? In mijn boek beschrijf ik didactische tools, groepsdynamische tools en begeleidingskundige tools om trainers te helpen in dit verdiepingsproces. Eigenlijk hoort Verbreden ook bij het hoofdgerecht. Wat ik hiermee bedoel, is dat je niet alleen naar de persoon moet kijken, maar ook naar zijn of haar omgeving. De context van de organisatie kan bijvoorbeeld wel belangrijk zijn.
En daarna is het uitbuiken?
Er ligt na al die gangen als het goed is inmiddels veel op het bordje van de deelnemers. Dus moeten ze inderdaad uitbuiken; ofwel Verankeren. Reflecteren op wat ze hebben gedaan en hebben geleerd. Laat even het eten zakken. Maar Vier (de zesde V) daarna vooral. Deel samen wat je hebt meegemaakt en geniet daarvan. Te vaak denderen we maar door, zonder te genieten van het geleerde. Tot slot is er het Verrijken, de koffie na de maaltijd. Probeer te kijken hoe je na een eerste training met z’n allen ook een doorstart kunt maken. Te verrijken van wat je eerder hebt geconsumeerd. Met leren ben je immers nooit klaar.
Tot slot. Trainers eigenen zich nog wel eens macht toe omdat zij immers voor de groep staan. Zij worden betaald en moeten leveren. Hoe kijk jij tegen macht van de trainer aan?
Trainers hebben inderdaad vanuit hun rol een machtspositie. Ze zijn zich daar lang niet altijd bewust van. Het is belangrijk om je als trainer bewust te zijn van je machtspositie (dat kan al zitten in kleine dingen, hoe je bijvoorbeeld reageert als een deelnemer te laat komt). Zich afvragen: wat is mijn rol eigenlijk in deze setting? Ik denk dat veel trainers best eens meer in beweging mogen komen en reflecteren op hun eigen handelen. Er zijn in dit opzicht nog best stappen te maken. Leren stopt nooit, ook het leren van trainers zelf niet.