Wat is de smerige waarheid van Facebook?
Anders dan veel mensen denken is Facebook niet zozeer een verbinder van mensen alswel een advertentiemachine die zich voedt met onze aandacht. De smerige waarheid hierbij is dat het bedrijf tegen elke prijs wil groeien, ook al leidt dat tot grootschalige privacyschendingen, misinformatie, of andere schandalen die de maatschappij ontwrichten. De term zelf komt uit een interne memo, waarin Facebook-bestuurder Andrew Bosworth dit in zoveel woorden toegeeft. Hij stelt dat de onderneming zoveel waarde hecht aan dit verdienmodel dat ze zelfs het verlies van levens op de koop toeneemt. Het is daarom een vergissing om Facebook te vergelijken met een monster van Frankenstein dat zich tegen zijn baas keert. Het bedrijf doet precies waarvoor het ontworpen is.
Aan de andere kant wijst het bestaan van zo’n notitie erop dat Facebook zelf óók met het probleem worstelt.
Het memo was inderdaad voor alle werknemers toegankelijk en werd intern ook uitgebreid besproken. Maar als er vervolgens maar één persoon is die uiteindelijk alle beslissingen neemt, dan heb je daar weinig aan. Het Facebook van Mark Zuckerberg is een van de weinige grote ondernemingen in Silicon Valley waar de oprichter na 18 jaar nog steeds aan het hoofd staat. Vergelijkbare techgiganten als Apple, Google, en sinds kort ook Amazon hebben inmiddels allemaal een professionele CEO aan het roer. Zuckerberg heeft daarnaast ook de meerderheid van de aandelen met stemrecht in handen. Híj bepaalt wie in de raad van toezicht zit, en daarmee ook aan wie hij verantwoording moet afleggen. Dat maakt hem in zekere zin onaantastbaar. Hij heeft duidelijk besloten dat hij zich niet meer tegen nieuwe beschuldigingen wil verdedigen, omdat eerdere excuses ook geen effect hebben gesorteerd. Dat hij zich daarmee gehaat maakt lijkt hem weinig te interesseren.
Wat drijft hem dan wel?
Zuckerberg heeft een dwingende ambitie om iets van blijvende historische waarde te creëren. Waar over tweehonderd jaar waarschijnlijk niemand het nog zal hebben over Myspace, AOL of Yahoo, is hij ervan overtuigd dat Facebook nog steeds een begrip zal zijn. Als je op zo’n lange termijn denkt worden imagoproblemen als waar hij nu mee te maken heeft vanzelf een stuk minder bedreigend. Wat dat betreft spiegelt hij zich graag aan keizer Augustus. Die kreeg tijdens zijn bewind ook een meedogenloze storm van kritiek over zich heen, maar wordt uiteindelijk herinnerd als een fantastische heerser die het Romeinse rijk bij elkaar heeft gehouden.
Tegelijkertijd komt Zuckerberg in uw boek naar voren als een tamelijk wereldvreemde man. Heeft hij wel de levenservaring om een imperium van drie miljard klanten bij elkaar te houden?
Zuckerberg is niet iemand die veel van de wereld heeft gezien, zeker niet als het gaat om de ontberingen waar een groot deel van zijn gebruikers mee te maken hebben. Als kind uit de hogere middenklasse is hij opgeleid aan de meest prestigieuze scholen ter wereld, om vervolgens naar het elitaire Silicon Valley te verkassen waar hij binnen een mum van tijd fabelachtig rijk werd. Op basis van die levenservaring neemt hij beslissingen die raken aan de kern van de democratie. Toen de huidige Amerikaanse onderminister van justitie Vanita Gupta hem er tijdens het presidentschap van Trump op wees dat de ongecontroleerde stroom aan desinformatie op Facebook een bedreiging voor de burgerrechten vormde, zag hij in eerste instantie het probleem niet. Hij had toch een heel contingent mensen ingehuurd die voor Trumps Democratische voorganger Obama hadden gewerkt? Daarmee werd pijnlijk duidelijk dat burgerrechten in zijn ogen niet een universeel recht waren, maar louter een stokpaardje voor links-progressief. Dat gebrek aan nuance onthult veel over Zuckerbergs wereldbeeld.
Voorheen werden die scherpe kantjes nog afgeschaafd door zijn COO Sheryl Sandberg.
De relatie tussen die twee is altijd een soort huwelijk geweest, waarbij Sandberg zich ontfermde over die dingen waar Zuckerberg geen interesse in had, zoals communicatie, dataveiligheid en juridische zaken. Maar nu hij als CEO in oorlogstijd alle macht naar zich heeft toegetrokken, is zij uit het voetlicht verdwenen. We hebben van onze bronnen begrepen dat Zuckerberg haar de schuld geeft van het datalek en het PR-debacle omtrent Cambridge Analytica, waarbij de gegevens van miljoenen Facebook-gebruikers zijn misbruikt om de Amerikaanse verkiezingen te beïnvloeden. Als architect van Facebooks verdienmodel is Sandberg nog steeds waardevol, maar het is onduidelijk wat haar toekomst is, en waarom ze er überhaupt voor kiest om te blijven. Behalve dan dat ze het bedrijf niet op zo’n dieptepunt wil verlaten.
Door zich Meta te noemen lijkt Facebook inmiddels wel met een schone lei te willen beginnen.
Zo’n naamsverandering is een mooie afleiding, maar lijkt vooralsnog niet meer dan een PR-truc. Ik zeg niet dat Facebook vergelijkbaar is met big tobacco, maar toen tabaksfabrikant Philip Morris zich Altria ging noemen verdween het kernprobleem ook niet. Meta biedt nog steeds een megafoon voor desinformatie en hate speech.
Moet het bedrijf dan maar worden opgebroken?
Die roep wordt steeds luider. Maar als je Meta opbreekt in Facebook, Whatsapp en Instagram loop je het risico dat je ineens drie problemen hebt, in plaats van één. Het verdienmodel draait nu eenmaal op engagement, waarbij algoritmes ervoor zorgen dat mensen zich ergens over opwinden en die agitatie weer met zoveel mogelijk anderen delen.
U klinkt pessimistisch.
Het is soms moeilijk om niet cynisch te zijn. De macht van Facebook moet worden gebroken, daar zijn zowel linkse als rechtse politici het over eens, maar dat verzet vertaalt zich vooralsnog in weinig concreets. Toch lijkt de geest inmiddels uit de fles. Veel Facebook-gebruikers blijken na het Cambridge Analytica-schandaal steeds minder te delen uit angst voor een nieuw datalek, en ook de jongere generatie lijkt te beseffen dat eindeloos scrollen op Instagram niet gelukkig maakt. Wellicht is het uiteindelijk de consument die Zuckerberg in het gareel zal houden.
Over Jeroen Ansink
Jeroen Ansink is journalist in New York. Hij schrijft en schreef onder meer voor HP/De Tijd, Elsevier Weekly Magazine en Fortune.com. Voor Managementboek schrijft hij interviews. Ansink voltooide een vrij doctoraal in de Letteren aan de Radboud Universiteit in Nijmegen en behaalde het certificaat Business Journalism aan de Wharton Business School aan de Universiteit van Pennsylvania.