Lenig denken, wat betekent dat eigenlijk?
Het oprekken van het denkvermogen. Dat is heel in het kort de essentie van creativiteit en lenig denken. We geven tips en ideeën om eens op een andere manier naar vraagstukken te kijken, om te associëren, onverwachte verbindingen te leggen, je gedachten te laten afdwalen. Iedereen kan het, maar hoe meer je traint, hoe beter het lukt. Iedereen die even vastloopt, kan in ons boek grasduinen op zoek naar een geschikte manier om je gedachten even los te maken. We wilden een toegankelijk boek maken, waar mensen direct mee aan de slag kunnen.
De opbouw van het boek volgt het creatieve proces en dat verloopt volgens een vast patroon. Eerst een warming up; het zogenaamde rekken en strekken en daarna het creatieve proces zelf. Is zo’n strakke structuur niet in tegenspraak met wat creativiteit eigenlijk is?
Het is een veelgehoord misverstand dat creativiteit gelijk zou staan aan absolute vrijheid. Juist de beperking zorgt vaak voor verrassende uitkomsten. We koppelen bewust de fase van het ideeën bedenken en ze beoordelen los van elkaar. Het boek begint met oefeningen om in de stemming te komen, om uit het vaste denkpatroon te stappen, met andere ogen te kijken en verschillende dingen met elkaar te combineren. Zet al die invallen maar eens op een rijtje, ook de onhaalbare of onuitvoerbare. Ook daaruit kunnen uiteindelijk verrassende invalshoeken voortkomen, die wel uit te voeren zijn.
Is er belangstelling voor creatief denken? Willen mensen graag leren hoe ze een dubbele zijstap, een brug of een pirouette kunnen maken in hun denken?
De behoefte binnen het bedrijfsleven aan innovatie, aan mensen die out-of-the-box denken wordt steeds groter. Mensen worden steeds belangrijker en je kunt je onderscheiden door creativiteit. Niet alleen de mensen van de afdeling R&D zijn creatief, of die van het reclamebureau. Iedereen is creatief, alleen ontwikkelen we die eigenschap te weinig. Van de deelnemers aan de workshops die ik geef met CreaSense krijg ik vaak te horen: ‘Maar ik ben helemaal niet creatief’. Maar creativiteit kun je oefenen, net als pianospelen en tennissen. Dat wil niet zeggen dat je ook tot de top gaat horen, maar je kunt zeker beter worden in het vinden van nieuwe ideeën en oplossingen.
Waar komt die groeiende behoefte vandaan?
De maatschappij, en dus ook ons werk, verandert steeds sneller. We verrichten steeds minder routinematig werk en dat stelt hoge eisen aan ons. Het is niet meer genoeg om veel te weten. Kennis kan gedeeld worden. Het verschil maak je in de benadering en dat vergt creatieve denkkracht.
Stuit u vaak op weerstand? Niet iedereen zal staan te springen als hij hoort dat hij een workshop creativiteit moet gaan doen.
Mensen die voornamelijk analytisch bezig zijn, vinden het vaak lastig om hun voorstellingsvermogen aan te spreken omdat ze te resultaatgericht zijn. We proberen ze daarvan los te maken. Laat je uitdagen, doe maar gewoon mee en zie wat er gebeurt. Het verkennen van die denkgrenzen geeft altijd meer mogelijkheden.
U geeft vaak workshops aan teams en afdelingen. Het is niet eenvoudig om je te laten gaan als al je collega’s je op je vingers kijken.
Daarom spreken we altijd duidelijk spelregels af. Om vrijuit te kunnen associëren moet je je veilig voelen. Daarom moet alles wat in de groep gebeurt binnen blijven. Niets daarvan komt naar buiten. Je moet niet hebben dat je collega bij de koffiemachine gaat zeggen: ‘Die Kees had gisteren van die rare ideeën.’
Ons doel met die workshops is de deelnemers een andere manier van denken in hun werken aan te leren waarbij hun eigen inbreng van groot belang is. Het startpunt zijn de eigen dagelijkse bezigheden. Daardoor krijgen onze creatieve technieken meteen een concrete toepassing.
Wat moeten ze dan leren?
Van jongs af aan leren we logisch nadenken, oorzaken en gevolgen van elkaar te onderscheiden en om altijd kritisch te zijn; iets is goed of fout. Dat blokkeert het creatieve denken. Dat is er juist op gericht om de zaken om te draaien en anders te bekijken dan je gewend bent. Die vaardigheid tot anders denken kun je ‘stretchen’. Het allerbelangrijkste is dat je het gevoel krijgt: o, werkt dat zo! Ik vergelijk het graag met koken. Je hoeft niet eerst alle professionele snijtechnieken te beheersen voor je aan de slag kunt. Je begint met een makkelijk recept. Je ervaart wat er gebeurt als je bepaalde kruiden toevoegt. Als dat lukt, word je enthousiast en probeer je de volgende keer iets ingewikkelders.
Wat is uw eigen fascinatie met het onderwerp creativiteit?
Zes jaar geleden heb ik met coauteur Marenthe de Bruijne het bureau CreaSense opgericht. Wij kwamen allebei uit de wereld van de marketing en communicatie en waren nieuwsgierig naar wat creativiteit nu eigenlijk was. Waarin verschilden de ‘creatieven’ van de reclamebureaus nu zo van ons? Onze conclusie was dat er in aanleg geen verschil is. Iedereen is creatief. Het verschil zit in de tijd en gelegenheid die je neemt om die kant te ontwikkelen. De meesten van ons doen dat veel te weinig. Daarop hebben we trainingen ontwikkeld waar iedereen wat aan heeft. Die ervaringen maken we in Lenig denken toegankelijk, door middel van oefeningen, praktische tips en voorbeelden, zodat het boek ook bruikbaar is voor wie geen tijd heeft voor een uitgebreide workshop. De levendige vormgeving en vele illustraties prikkelen je brein nog eens extra. Een goed idee kan zomaar ineens ontstaan zolang je er maar naar op zoek gaat.