Op werkdagen voor 23:00 besteld, morgen in huis Gratis verzending vanaf €20

Interview

Harry van der Schans

‘Ideeën zijn het kapitaal van een organisatie’

Innoveren kun je leren, is de boodschap van Harry van der Schans. In zijn boek iDNA - duurzaam leren innoveren legt hij uit hoe organisaties tot duurzame innovatie kunnen komen.

Erik de Vries | 4 augustus 2015 | 5-7 minuten leestijd

Hoe moet ik het woord duurzaam in de titel interpreteren?
Dat kun je op verschillende manieren lezen. Innovatie is niet eenmalig maar iets dat duurzaam in de organisatie verankerd moet worden en waarbij iedereen gemobiliseerd moet worden. Het staat ook voor het zoeken naar oplossingen die tegelijk bouwstenen zijn voor nieuwe ideeën. Creativiteit op zich is niet moeilijk: het is het verbinden van het DNA van het ene idee met het DNA van een ander idee. Het is wel zaak goed na te denken over de selectie van ideeën: zijn ze eenmalig of tot nut van toekomstige generaties?

Het beeld dat u in uw boek oproept is dat creativiteit voor velen een ongrijpbaar onderwerp is.
Het is in elk geval een actueel en veelbesproken thema. Iedereen heeft het erover dat de wereld in hoog tempo verandert en dat we moeten mee veranderen. Dat verhaal is inmiddels algemeen bekend. Voorzover het al ongrijpbaar is, probeer ik dat juist weg te nemen door een antwoord te geven op de vraag hoe je dat het beste aan kunt pakken.

U constateert dat de begrippen creativiteit en innovatie nog al eens door elkaar worden gebruikt. Wat is het verschil?
Het zijn begrippen die inderdaad dicht bij elkaar liggen. Innovatie is het toepassen van datgene wat je bedacht hebt. Als je innovatie zou vergelijken met een auto, dan is creativiteit de motor, de aandrijving onder de motorkap. Het is een misverstand om resultaat en het proces dat daartoe leidt met elkaar te verwisselen. De basis van creativiteit is het leggen van verbindingen tussen het al bestaande. Die manier van innoveren is oud, in de Renaissance golden al de principes van translatio, imitatio en aemulatio. Dit is een algemeen proces bij het leren dan wel opdoen van ervaring. Steve Jobs zei al: good artists copy, great artists steal. Daarmee bedoelde hij stelen niet letterlijk, maar je het proces eigen maken, er een eigen draai aan geven. Dit is ook toepasbaar binnen organisaties: iedereen kan van elkaar leren, van andere afdelingen, zelfs van andere branches. Een instelling in de gezondheidszorg met een logistiek probleem zou heel goed eens zijn licht bij bol.com kunnen opsteken om te zien hoe het er daar aan toegaat.

Creativiteit is niet alleen aangeboren maar ook trainbaar, stelt u. Het zou een ‘way of life’ moeten zijn.
Creativiteit op het niveau van een brainstormsessie begint vaak pas op het moment dat het niet goed gaat. Maar creativiteit is een proces dat altijd doorgaat en draait om de vraag hoe je optimaal met elkaar omgaat. Voor de creatieve mindset, zoals ik dat noem, is het in ieder geval van belang dat je de overtuiging hebt dat je creativiteit kunt leren. Mensen met een vaste mindset halen niet het maximale uit hun creatieve vermogen. Mensen met een groei-mindset ervaren creativiteit als iets dat je kunt ontwikkelen.


Belangrijke begrippen hierbij zijn divergeren en convergeren, ofwel waaieren en trechteren.
Dat klopt. Deze principes heeft Alex Osborn al in 1939 bedacht, het is heel waardevol geweest dat hij het proces in zogezegd in tweeën heeft geknipt. Wat ik er zelf aan heb toegevoegd, is de nadruk op het nemen van een creatieve pauze en het belang van het onderbewuste. Het is heel goed mogelijk het onderbewuste bewust te gebruiken. We weten allemaal van onszelf wanneer we de beste invallen krijgen: tijdens een wandeling, onder de douche, bij het hardlopen, het gras maaiden enzovoort. Maak daar gebruik van. Het is bekend dat Steve Jobs vaak een wandeling maakte voordat hij een belangrijk besluit moest nemen, en ook graag wandelend vergaderde.

Is dit hetzelfde als bisociëren, een term die u ook hanteert?
Associatie is verbindingen leggen op elementair niveau, het eerste roepen wat in je opkomt. Bisociëren is op het oog onverenigbare ideeën bij elkaar brengen, waardoor je jezelf traint in het zoeken naar een andere invalshoek. Hierbij kan het helpen de vraag op verschillende manieren te formuleren. Henry Ford streefde ernaar de goedkoopst mogelijke auto te maken en haalde daarmee een marktaandeel van 90 procent. Zijn concurrent van General Motors, William Durant, formuleerde zijn vraag anders: Hoe kunnen we een auto maken die iedereen kan betalen. Het lijken andere woorden voor hetzelfde maar dat zijn het niet. GM verkocht hun auto’s via maandelijkste aflossing en krabbelde zo terug naar een marktaandeel van vijftig procent.

Is creatief zijn het opzoeken van onzekerheid?
Daar heeft het alles mee te maken. Wie iets nastreeft dat zijn waarde al bewezen heeft, is niet creatief bezig. Er zijn veel voorbeelden te geven van mensen die helemaal van hun idee overtuigd waren en het toch niet hebben gered. Neem bijvoorbeeld de klapschaats die feitelijk al in 1894 is uitgevonden maar pas een kleine eeuw daarna gerealiseerd kon worden. Falen is niets negatiefs; je probeert iets, je leert en gaat dan weer door. Het hoeft niet aan het idee te liggen: soms ontbreekt het gewoon aan visie van de buitenwereld.

U maakt onderscheid tussen een creatieve leider en een manager. Waar zit ‘m dat in?
Een manager is iemand die de dingen goed doet, een creatieve leider is iemand die de goede dingen doet. Natuurlijk moet er sprake zijn van een wisselwerking, het een kan niet zonder het ander, maar mijn ervaring is dat in deze tijd de behoefte aan creatieve leiders groeit. Er moet ruimte zijn om met nieuwe ideeën te kunnen komen. Daar moet de creatieve leider het uiteindelijk van hebben. Ideeën zijn het kapitaal van een organisatie. Het onderscheid is niet te zien, alleen te merken. Een creatieve leider is iemand die het optimale haalt uit ‘zijn’ menselijk kapitaal. Een belangrijke eigenschap hierbij is het vermogen om een oordeel uit te stellen. Een manager die heel negatief of heel positief reageert op ideeën van zijn werknemers haalt uiteindelijk niet het beste uit zijn team. Een positieve reactie kan intimiderend werken op de rest van de groep, bij een negatieve reactie zal de betreffende werknemer niet snel nog eens een idee aandragen. Beter is het om eerst zoveel mogelijk ideeën te verzamelen en dan pas met oordelen te beginnen. En je hoeft je oordeel ook niet altijd direct klaar te hebben, het kan heel verfrissend zijn om over sommige zaken nog eens een nachtje te slapen.

Over Erik de Vries

Erik de Vries is freelance journalist.

Deel dit artikel

Wat vond u van dit artikel?

0
0

Populaire producten

    Personen

      Trefwoorden