Een New York Times-bestseller was het al. Maar sinds kort is ‘The Big Short’ ook een belangrijke inspiratiebron voor de hervorming van Wall Street. Het boek van financieel journalist Michael Lewis geeft een onluisterend beeld van het handjevol handelaren dat aan de kredietcrisis miljarden heeft verdiend, en is de laatste weken door Amerikaanse politici al bijna twintig keer aangehaald. Zo noemde de Democratische Senator het boek een ‘eye-opener’, en sprak de Californische volksvertegenwoordiger Jackie Speier van een ‘ongelooflijk scherp commentaar op Wall Street’. De Democratische leider in de Senaat Harry Reid raadde zelfs iedereen ‘binnen gehoorsafstand aan om dit boek te lezen’.
Waarom geven Amerikaanse politici ‘The Big Short’ de publiciteit waarvan een literair agent alleen maar kan dromen? Eén reden is dat Lewis unieke informatie heeft weten los te peuteren. Zo schetst hij tot in detail de omstandigheden waarin obscure hedgefondsmanagers enorme posities tegen Amerika’s onroerend-goedmarkt konden innemen, om daarmee vervolgens fabelachtig rijk te worden. Zo wist John Paulson, de meest succesvolle van deze speculanten, voor zijn investeerders in een jaar tijd maar liefst twintig miljard dollar aan winsten op te strijken. Lewis heeft zijn speciale toegang tot de krochten van Wall Street onder meer te danken aan zijn carrière als obligatiehandelaar in de wilde jaren tachtig. De excessen en hebzucht van die periode beschreef hij in de bestseller ‘Liar’s Poker’, die door veel jonge beurshandelaren nog steeds als een bijbel wordt gekoesterd.
De Democratische Senator Ted Kaufman roemt daarnaast de leesbaarheid van ‘The Big Short’. In een interview met de politieke website ‘Politico’ vertelt Kaufman zo gegrepen te zijn door Lewis’ reconstructie van de kredietcrisis dat hij er zo nu en dan onpasselijk van werd. “Ik houd niet van horrorfilms, maar dit komt behoorlijk in de buurt.” Lewis heeft met ‘The Big Short’ dan ook de perfecte boeman gecreërd waartegen politici zich naar hartelust kunnen afzetten. ‘De vijand is nog altijd op vrije voeten,’ hield de Democratische meerderheidsleider Harry Reid zijn collega’s in de Senaat voor. ‘Ze kunnen nog steeds dezelfde dingen doen als voorheen. Er is geen verantwoordelijkheid. Er is geen enkele transparantie.’
Of ‘The Big Short’ daadwerkelijk zal leiden tot een fundamentele hervorming van Amerika’s financiële stelsel, valt nog te bezien. Onder de fans van Lewis bevinden zich opvallend weinig Republikeinen, die ondanks hun minderheidspositie het wetgevingsproces wel degelijk kunnen frustreren.
Lewis zelf ziet zijn rol met gemengde gevoelens aan. ‘Als senatoren je boek lezen, geeft het je enerzijds het vertrouwen in de maatschappij weer terug,’ zegt hij in een interview. ‘Maar het maakt me ook nerveus, want ik zie mezelf niet als adviseur voor mensen die daadwerkelijk dingen kunnen veranderen.’ Wat dat betreft trekt hij graag een vergelijking met de Monty Python-film ‘The Life of Brian’ waarin een nietsvermoedende jongeman door de menigte voor de Messias wordt aangezien. ‘Ik ben geen Jezus,’ aldus Lewis. ‘Ik ben Brian.’
Over Jeroen Ansink
Jeroen Ansink is journalist in New York. Hij schrijft en schreef onder meer voor HP/De Tijd, Elsevier Weekly Magazine en Fortune.com. Voor Managementboek schrijft hij interviews. Ansink voltooide een vrij doctoraal in de Letteren aan de Radboud Universiteit in Nijmegen en behaalde het certificaat Business Journalism aan de Wharton Business School aan de Universiteit van Pennsylvania.