Het eerste thema dat Van der Loo behandelt beslaat drie hoofdstukken met beeldende titels als ‘Onverwachte dreiging uit het Oosten’, ‘Hoe vaccinmakers vleugels kregen’, en ‘Hoe laboratoriumhelden ons nieuwe hoop gaven’. Ook al suggereert de titel dat het boek over het ontwikkelen van een vaccin gaat, besteedt dit boek ook aandacht aan twee andere thema’s: de manier waarop nationale overheden het vaccin gebruikten als geopolitieke factor, en het vaccineren zelf. Of, zoals Van der Loo het stelt: ‘de hopeloze vertragingen tijdens de veel te bureaucratisch opgezette vaccinatieprogramma’s’.
Laboratoriumhelden
Eind december 2019 worden veel mensen in Wuhan ernstig ziek van een nieuw virus. Zhan Yongzhen, viroloog aan een universiteit in Shanghai, slaagt er als eerste in om de genetische code van dit virus te ontcijferen. Op 11 januari wordt de code met 29.903 tekens gepubliceerd op een publieke website. En daar begint vervolgens het werk van, zoals Van der Loo ze noemt, de ‘laboratoriumhelden’ (een wat vreemde aanduiding voor vaccinontwikkelaars en hun collega’s). Wie hij daar nu precies mee bedoelt, blijft onduidelijk. Zijn het de vaccinmakers? De laboratoriumonderzoekers? Of de microbiologen? Hij beschrijft wel de manier waarop deze ‘laboratoriumhelden’ te werk gaan: met een gevoel van urgentie, met passie en overtuiging, met ambitie en met een aan fanatisme grenzende inzet voeren ze experimenten uit. ‘Uiterst geconcentreerd en met veel zelfdiscipline werken ze onverstoorbaar door aan hun droom.’
Verhalende schrijfstijl
Van der Loo beschrijft het (samen)werken aan de ontwikkeling van vaccins grotendeels in verhalende vorm: ‘Op de ochtend van zaterdag 11 januari 2020 wordt professor Teresa Lamb van de Universiteit van Oxford gewekt door het indringende ping-geluid van een binnenkomende e-mail: het al eerder aangekondigde bericht over de genetische samenstelling van het nieuwe coronavirus. Met een rood hoofd van opwinding neemt ze de tekst door. (…) Om geen tijd te verliezen gaat ze in haar pyjama aan het werk om het hele weekend aan haar laptop vastgeklonken te blijven zitten.’
Antropologie op afstand
Van der Loo beschouwt zijn werk voor dit boek als ‘antropologie op afstand’. Door de beperking van de coronamaatregelen kon hij ‘laboratoriumhelden’ niet van nabij bestuderen. Hij was daarom genoodzaakt om videoreportages en interviews te bestuderen, artikelen te analyseren en online een aantal betrokkenen te interviewen. Achter in het boek staan de bronnen, veelal populairwetenschappelijke publicaties, waarop hij zich baseert. Van der Loo heeft in korte tijd heel veel materiaal doorgeploegd! We laten het aan de antropologen over om te beoordelen of zijn aanpak voldoet aan de regels die gelden voor de antropologie.
Verwondering, bewondering én ontzetting
Van der Loo is geen afstandelijke waarnemer, regelmatig laat hij merken wat hij zelf vindt. ‘Dit boek is geschreven uit verwondering, bewondering én ontzetting.’ Verwondering en bewondering over de snelheid waarmee de vaccinmakers werkten. Ontzetting over wat er in Nederland en in het overgrote deel van Europa bij het vaccineren gebeurde. Van der Loo vindt dat de vaccinatie van miljoenen mensen tergend traag verloopt. ‘In het licht van de prestaties die vaccinmakers hebben geleverd, is het bizar om te constateren dat de enige klus die nog restte – een prik in de arm zetten – voor de meeste autoriteiten een brug te ver is.’ Het laatste hoofdstuk van het boek, over de analyse van de gebrekkige uitvoering van de vaccinaties, en de rol van ‘door hybris geplaagde coronaminister Hugo de Jonge’, past eigenlijk minder goed in dit boek waar de nadruk immers ligt op de samenwerking in de ontwikkelteams.
Vaccinontwikkeling vanuit het team perspectief
In kranten en op TV heeft elke Nederlander wel stukjes van de ‘vaccin race’ meegekregen. Van der Loo is erin geslaagd om een aantal stukken van de vaccinontwikkeling in beeld te brengen. Hij doet dat wel vanuit een specifiek perspectief: de teams die aan de vaccinontwikkeling werken. Vanuit deze invalshoek is wel voorstelbaar, maar is het ook een gemiste kans, dat er geen aandacht is voor de context van de vaccinprojecten in de diverse organisaties. Nergens staat bijvoorbeeld hoe veel mensen tegelijk aan de vaccinontwikkeling werken, of hoe veel tijd ze eraan besteden. Ook wordt het niet duidelijk hoe het werk per organisatie is georganiseerd. Zoals Van der Loo het schrijft, lijkt het wel of bijvoorbeeld iedereen bij BionTech met zo’n 1300 medewerkers of bij Pfizer, met zo’n 78.000 medewerkers, betrokken was bij de vaccinontwikkeling. Maar als je op hun website kijkt zie je dat ze meerdere grote research projecten tegelijk onderhanden hebben. Maar nergens wordt duidelijk hoe veel van deze mensen betrokken waren bij de vaccinontwikkeling.
Een betrokken auteur
Van der Loo is een betrokken schrijver met soms net te veel generalisaties en soms te weinig distantie: ‘Het Amerikaanse Moderna is in zo’n beetje alles de tegenpool van het sympathieke en bescheiden BionTech. Het bedrijf staat bol van het macho-ondernemerschap dat je doorgaans tegenkomst bij start-ups in Sillicon Valley. Het draait allemaal om torenhoge ambities, het lef om risico’s te nemen, de wil om te winnen.’ In zijn enthousiasme dan wel bewondering zegt Van der Loo niks over de werkdruk, niks over de werk-privé balans, niks over afvallers. Maar hij zegt ook niks over mensen die geen ‘held’ met passie zijn, maar die gedisciplineerd hun werk doen en hoe deze mensen zich verhouden tot de gedreven helden.
Een verhelderend beeld van innovatieprojecten
Van der Loo heeft een knappe prestatie geleverd met het schrijven van een boek over hoe verschillende organisaties, of beter gezegd, hoe verschillende teams vaccinontwikkeling aanpakken. Het is nog maar een paar maanden geleden dat in Europa de eerste mens is gevaccineerd (8 december 2020). Om nu al op dat proces te reflecteren, is een hele prestatie. Van der Loo heeft een prettige, soms informele schrijfstijl. En om het verhalende niet te veel onderbreken staat aan het eind van elk hoofdstuk een intermezzo waarin hij een toelichting geeft op het voorgaande, soms theoretisch, soms opiniërend. De liefde voor het onderwerp is helaas niet te zien in de lay-out van het boek waarin grijstinten de overhand hebben. Het boek staat vol met ‘weetjes’ over de vaccinontwikkeling en Covid gerelateerde thema’s. Zijn boek geeft een boeiend beeld van innovatieprojecten, gezien door de ogen van een buitenstaander die zoekt naar de rol van teams hierbij. Het is wel de vraag in hoeverre zijn inzichten, opgedaan in een specifieke context, veralgemeniseerbaar zijn. Het boek laat zien hoe ver je kunt komen als de mensen urgentie ervaren, als mensen ruimte hebben om hun ambitie waar te maken, als er wordt samengewerkt en als ieder zich schaart achter de missie.
Over Rudy Kor
Rudy Kor is zelfstandig organisatieadviseur en auteur van diverse managementboeken. Tot voor kort werkte hij (als senior partner) bij Twynstra Gudde. Hij startte zijn werkzame leven bij Philips in Eindhoven. Als adviseur helpt hij (project)managers bij het effectiever inrichten van hun projecten. Als veellezer wordt hij gedreven door nieuwsgierigheid en schrijft regelmatig boekrecensies.