Een gevolg van de kredietcrisis is dat we nadrukkelijker stilstaan bij de morele grondslagen van het zakelijk handelen in een mondiale economie. Het gesprek concentreert zich rond grote thema's als de rechtvaardiging van hoge salarissen en bonussen, duurzame exploitatie van de natuurlijke omgeving en hulpbronnen, en de langetermijneffecten van de onstuimige welvaartsontwikkeling in Aziatische landen. In deze discussie mengen zich ook personen met minder hooggestemde idealen die de crisissituatie voornamelijk aangrijpen om er zelf beter van te worden. Wie zich hier ongemakkelijk bij voelt en behoefte heeft aan een onpartijdig advies, kan nu te rade gaan bij Ignatius van Loyola.
Nyenrode hoogleraar Businessspiritualiteit Paul de Blot houdt in 'Ignatius van Loyola als crisismanager' een virtueel vraaggesprek met deze zestiende-eeuwse geestelijk leider en grondlegger van de Jezuïetenorde. Uit diens turbulente en inspirerende leven destilleert De Blot een schat aan adviezen voor iedereen die in de huidige tijd op menswaardige en verantwoorde manier zaken wil doen. Het bijzondere aan Ignatius van Loyala is de zowel onbaatzuchtige als commerciële manier waarop hij zijn orde heeft gesticht en tot een wereldomspannende organisatie heeft gemaakt. Ignatius knoopte innige banden aan met commerciële bedrijven en keek van hen de kunst van het zakendoen af. Degenen die hem opportunisme verweten zagen niet in dat er voor hem meerdere wegen waren om de mensheid te dienen en het welzijn van anderen te vergroten.
De orde is begonnen als een kleinschalig samenwerkingsverband van vrienden, waarvan Loyala aan het hoofd stond. Hij had een zeer unieke, en in zekere zin ook vooruitstrevende visie op organiseren en leidinggeven. Op iedere locatie in de wereld waar het aantal aanhangers tot een bepaalde omvang groeide, stelde hij een van zijn volgelingen tot leider aan. Deze decentrale gezagsdragers kregen veel autonomie en verantwoordelijkheid.
Zo creëerde hij een netwerkorganisatie die als voorbeeld gediend kan hebben voor Ekhart Wintzen, toen hij dertig jaar geleden de basis legde voor het softwarebedrijf BSO. (BSO hanteerde de zogenaamde cellenstructuur. Als een onderdeel van BSO 75 mensen in dienst had, splitste dat onderdeel in twee gelijke delen. Het nieuwe onderdeel kreeg nieuw management, met een hoge mate van autonomie. red.) De leiders in de netwerkorganisatie van Loyala, waarin alles draait om de kwaliteit van de onderlinge relaties, voldeden aan twee kenmerken (die we ook min of meer herkennen bij BSO): ondernemerschap en gehoorzaamheid aan het hoogste gezag. Het principe van gehoorzaamheid zorgt ervoor dat de organisatie trouw blijft aan haar spirituele en charitatieve beginselen en niet ontspoort tot, wat we tegenwoordig zouden noemen, een cultuur van graaien en verkwisten. Omgekeerd is de centrale leiding van de orde zich ervan bewust dat het hun taak is de positie en kwaliteiten van de lagere managers te versterken en deze te helpen bij het uitoefenen van hun verantwoordelijkheden en taken. In lijn daarmee was het streven naar expansie en winstmaximalisatie altijd ingebed in een moreel kader.
De Jezuïetenorde doet alleen wat goed is voor andere mensen en streeft voortdurend naar meer en beter. Loyala hield zijn mensen voor dat het vergroten van macht en invloed en het maken van winst geen op zichzelf staande doelen zijn. Geld verdienen en uitgeven had voor hem een spirituele dimensie en was uiteindelijk alleen maar een middel en altijd ondergeschikt aan het dienen van het algemeen menselijk welzijn. Met Ignatius van Loyola als crisismanager bewijst Paul de Blot andermaal dat spiritualiteit en moraliteit nog steeds belangrijke peilers zijn van het moderne sociaal en economische handelen. Het is een verademing te merken dat mensen als Loyola al lang geleden hebben aangetoond dat begrippen als onzelfzuchtigheid en onbaatzuchtigheid, ook in een commerciële context van essentiële betekenis zijn.
Over Jan Boerstra
Jan Boerstra is senior organisatieadviseur en projectleider bij de provincie Flevoland.