'Werken met de SWOT-analyse' is geënt op Belgische voorbeelden uit de non-profit sector en dan vooral uit gemeenten en OCMW's . (Het OCMW is in België een openbare gemeentelijke instantie die onder andere diensten aan kansarmen en zorg aan ouderen verstrekt). Dit maakt de leesbaarheid voor de Nederlandse situatie niet altijd even groot, maar heel erg storend is het ook niet. Het is eerder de toepasbaarheid van de SWOT-analyse die vraagtekens oproept. In het eerste hoofdstuk beschrijft Simonne Vermeylen wat strategie is. Uiteengezet wordt dat de SWOT-analyse haar oorsprong vindt in de Ontwerpschool. Hoewel Vermeylen opmerkt dat het maken van een planning een iteratief en niet altijd even rationeel proces is, vergeet ze te vermelden dat de Ontwerpschool haar hoogtijdagen had in jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw en dat de SWOT-analyse belangrijke beperkingen heeft. Ook blijft onvermeld dat er meerdere strategiescholen zijn met andere invalshoeken die veel beter inspelen op de hedendaagse dynamiek en de turbulentie. De SWOT is een voorschrijvende methode, waarbij impliciet verondersteld wordt dat de verantwoordelijkheid voor het opstellen ligt bij alleen de leiding. Helaas vermeldt Vermeylen dit niet. Draagvlak is echter een succesfactor bij de implementatie van plannen. De SWOT-analyse mist een implementatieplan, waarbij rekening word gehouden met geld en tijd voor bestaande en nieuwe activiteiten. Een implementatieplan kan worden bijgesteld en er kan van worden geleerd in alle lagen van een organisatie, maar dit vormt geen onderdeel. Het denken over strategie en het doen staan los van elkaar. De SWOT-methode veronderstelt dat strategievorming simpel is. De maatschappelijke trends als individualisering en informatisering, de versnelde en voortdurende verschuivingen van de belangrijkste partijen in de omgeving van de organisatie komen onvoldoende tot hun recht. Elementen die niet of onvoldoende worden meegenomen in de SWOT-analyse zijn verder de historie van de organisatie, bestaande structuur, huidige systemen en hulpmiddelen, de primaire en secundaire processen, cultuur, wenselijke vaardigheden van alle medewerkers. Een SWOT-analyse maakt daarmee de haalbaarheid van de beleidskeuzes op de lange(re) termijn twijfelachtig. Vermeylen gaat in de volgende hoofdstukken verder met het benoemen van de voordelen en gevaren van de SWOT-analyse, de kwalen en sluit af met de confrontatiematrix waarin staat beschreven hoe je de gegevens ordent en van een prioriteit voorziet. Hoewel de SWOT-methode nog veel gebruikt wordt, komt dat vooral door de bekendheid uit het verleden en de eenvoud in het gebruik. Toch maken nieuwe inzichten het nodig om goed voorbereid de toekomst aan te vatten, ook voor de non-profitsector. Denken en doen moeten samen gaan en elkaar beïnvloeden. De SWOT-analyse kende ik al veel langer, maar had gehoopt van deze auteur wellicht een groter perspectief voorgeschoteld te krijgen. Dat is niet gebeurd. De SWOT-methode heeft teveel beperkingen. Wilt u de SWOT-methode toch nog gebruiken dan is dit boekje goed voor een eerste theoretische inleiding, een handleiding en een eerste verkenning voordat u aan de slag gaat.
Recensie
Werken met de SWOT-analyse
Elke zichzelf respecterende organisatie heeft een meerjaren strategisch plan of beleidsplan. Dit moet helder maken waar de organisatie de komende jaren naar toe gaat. In het boekje 'Werken met de SWOT-analyse' legt auteur Simonne Vermeylen haar bevindingen vast aan de hand van ervaringen opgedaan in de Belgische non-profitsector. Is het boek daarmee ook voor de Nederlandse situatie of voor de profitsector bruikbaar? En vooral: doet de SWOT-analyse er nog toe wanneer u een (nieuw) beleidsplan nodig heeft? Kortom 'SWOT or so what?'
|
22 januari 2010