Een existentieel risico kun je niet navertellen. Als 100 procent van de mensheid uitsterft, dan zijn er geen toekomstige generaties meer en geen technologische mogelijkheden meer. De mensheid is daar het dichtst in de buurt gekomen tijdens de Cuba Missile Crisis, toen een kernoorlog min of meer door toeval is afgewend. Grote sterfte heeft de mensheid meegemaakt tijdens pandemieën. De pest heeft in de veertiende eeuw flink huisgehouden in Europa en onder andere in Italië tot 60 procent van de bevolking uitgevaagd. De virussen van de Europeanen hebben na de ontdekking van de Amerika’s tot wel 90 procent van de inheemse bevolking uitgeroeid, in combinatie met geweld van de kolonisatoren. De mensheid doet er goed aan om existentiële risico’s in kaart te brengen. Dat hebben we nodig om te voorkomen het ooit zo ver komt dat we werkelijk zullen uitsterven.
Langs de steile afgrond
Ord geeft een uiteenzetting van gevaren die tot uitsterving kunnen leiden. Natuurverschijnselen, zoals de kans dat de aarde wordt geraakt door een meteoriet of een komeet zijn goed in kaart gebracht en de risico’s daarvan zijn zeer gering. De risico’s die wijzelf hebben gecreëerd zijn een stuk groter. Klimaatverandering kan het leven op aarde flink aantasten met grote verliezen van levens als gevolg. Voor de overgebleven mensheid kan het de kwaliteit van leven zeer naar beneden brengen. Ord besteedt veel aandacht aan nucleaire risico’s, zowel in zijn openingsverhaal als in zijn uiteenzetting van antropogene risico’s. Dit is terecht een van de grootste risico’s voor grootschalig en abrupt uitsterven. Onder nieuwe risico’s schaart hij almachtige kunstmatige intelligentie. Als kunstmatige intelligentie andere doelen heeft dan de mensheid en wij niet meer van belang zijn voor kunstmatige intelligentie, dan zouden wij het onderspit kunnen delven. Nieuwe technologie die nu nog niet ontwikkeld is, kan ook weer existentiële risico’s met zich meebrengen. Ook daar zullen we aandacht voor moeten hebben. Ord verwacht dat dergelijke risico’s het meest prangend zijn in de komende twee eeuwen. Hij maakt de vergelijking met een bergrichel langs een steile afgrond. Daar moeten we voorbij, en dan kunnen we verder als mensheid.
Onze mogelijkheden
Als we eenmaal deze risico’s hebben leren beheersen en niet ten onder zijn gegaan aan een kernoorlog, de klimaatverandering of de heerschappij van kunstmatige intelligentie, dan kunnen we afreizen naar verre sterrenstelsels. Ord wil geen profetische voorspelling doen. Naar eigen zeggen schetst hij onze mogelijkheden. Hij daagt ons uit om ver de toekomst in te kijken. De mensheid bestaat zo’n 200.000 jaar. We zouden nog vele duizenden jaren vooruit kunnen. We zouden zelfs verder kunnen evolueren als diersoort, bijvoorbeeld door technologische en genetische verbetering. Ooit in onze toekomst zullen we de aarde kunnen verlaten. Misschien eerst alleen nog door robots ruimtereizen te laten maken, maar daarna zullen bemande vluchten volgen. Als we met 6 lichtjaren per keer reizen, dan kunnen we sterrenstelsel na sterrenstelsel van mensen voorzien en daar het leven brengen. Ord schetst het fascinerende beeld dat de hele kosmos gevuld is met leven en bewustzijn.
Longtermisme
De filosofie die Ord in dit boek uiteenzet heet longtermisme. Hierbij gaat het om het belang van de vele toekomstige generaties mensen. Als we op korte termijn zouden uitsterven, dan zullen al deze generaties er niet zijn en doen we ze dus enorm tekort. Longtermisme gaat uit van een utilitaire gedachtegang, waarbij de waarde van mensenlevens – nu en in de toekomst- kan worden uitgerekend. Ord doet ook een poging de existentiële risico’s zo goed mogelijk uit te rekenen. Daarbij gebruikt hij een schat van kennis, die onder meer in de bijlage en online te raadplegen zijn. In de gedrukte versie is de bijlage zelfs dikker dan de hoofdtekst. En in de hoofdtekst zijn tal van tekstboxen opgenomen. Ord is een betrokken schrijver en hij heeft veel mensen geraakt met zijn betoog. Het is interessant gedachtengoed, maar wel voor de liefhebber. Het boek zelf was denk ik beter uit verf gekomen als hij een ghostwriter had ingezet. Het boek is niet vertaald, maar het Engels is goed leesbaar.
Over Freija van Duijne
Freija van Duijne was van 2013 tot 2018 voorzitter van de Dutch Future Society. Zij heeft meer dan tien jaar werkervaring als toekomstverkenner en strateeg in diverse overheidsorganisaties. Freija werkt vanuit haar bedrijf Future Motions en geeft trainingen en lezingen op gebied van toekomstverkennen.