De hoogopgeleide elite in Nederland (van Rijsbergen houdt het in De net-niet-elite bij hoog- en laagopgeleid) kan nooit helemaal zeker zijn van zijn plek in de samenleving. Kinderen erven niet per definitie een positie in het bolwerk van de hoogopgeleide elite. Ze moeten zelf hun studie doorlopen en, met hulp van hun netwerk en hun herkenbare gewoonten, een plek in de samenleving veroveren als hoogopgeleide. Anders dan de vermogende elite zijn zij niet vanzelfsprekend elite. Daarom noemt Van Rijsbergen ze de net-niet elite.
De nieuwe klasse
Van Rijsbergen komt uit een Groningse familie uit die uit een eenvoudig milieu omhoog is geklommen. Zijn overgrootvader was suikerkoker in het Brabantse Dinteloord. De familie was naar Groningen gehaald omdat hij daar in een nieuwe fabriek kon werken. Zijn grootvader was de eerste die kon studeren. Via de katholieke zuil klom hij op. Hij werd een klassenmigrant, maar bleef in de vertrouwde katholieke wereld. Wie in deze tijd een klassenmigrant is, komt in een vreemde wereld met andere gewoonten. Van Rijsbergen beschrijft de geschiedenis van standen en klassen in Nederland, en verweeft dit met sociologische en politieke theorieën. In de laatste decennia is er een nieuwe klasse ontstaan van hoogopgeleide, linksgeëngageerde professionals die in de publieke sector of de media werken. Het klassenbegrip is cultureel van aard geworden in plaats van economisch. Bijzonder is het dat nu juist de rechtse politieke partijen zich afzetten tegen de grachtengordelelite, terwijl het denken in klassen afkomstig is van de traditionele linkse partijen.
ondertoon van angst
De hoogopgeleide klasse heeft het goed in Nederland. Dankzij hun mooie diploma’s verdienen ze goed. Er zijn bovendien allerlei barrières voor mensen die niet de juiste culturele code kennen om door te dringen tot banen waarvoor een ‘hbo- of academisch denkniveau’ nodig is. Toch sluimert er angst en onrust bij deze mensen. Dat is te zien aan de grote druk die ze op hun kinderen leggen om maar een zo hoog mogelijk diploma te behalen. Ze moeten al jong werken aan hun cv, zodat een welvarende toekomst ook voor hun binnen bereik is. Hun kinderen ontvangen vaak grote financiële steun, maar rijkdom wordt niet een-op-een doorgegeven zoals bij de echte elite. Tijdens de financiële crisis konden afgestudeerden bijvoorbeeld ineens minder makkelijk aan werk komen. Binnen deze groep van hoogopgeleide Nederlanders is er de angst voor sociale daling. Mede omdat er zo weinig contact is tussen groepen, wordt er neergekeken op mensen met een lage opleiding en een eenvoudige baan.
De vermogende elite blijft buiten schot
Van Rijsbergen is van mening dat we ons te veel tegen elkaar laten uitspelen, terwijl de echte vermogende elite buiten schot blijft. Hij pleit voor goede collectieve voorzieningen zodat cultuur bijvoorbeeld in brede lagen van de samenleving gedeeld kan worden. Hij draagt allerlei theorieën en utopisch gedachtengoed aan. Hiermee geeft hij zijn betoog veel diepgang. Het begrip klasse voelt ouderwets en benadrukt de polarisatie. Toch is het een interessante invalshoek die met name een licht werpt op het hoogopgeleide deel van de bevolking.
Over Freija van Duijne
Freija van Duijne was van 2013 tot 2018 voorzitter van de Dutch Future Society. Zij heeft meer dan tien jaar werkervaring als toekomstverkenner en strateeg in diverse overheidsorganisaties. Freija werkt vanuit haar bedrijf Future Motions en geeft trainingen en lezingen op gebied van toekomstverkennen.