Eén van de belangrijkste inzichten uit Motiveren kun je leren is dat een gesprek zelf al motivatie kan beïnvloeden. Jellema benadrukt hoe belangrijk autonomie is in motivatieprocessen: mensen willen zelf de regie houden over hun keuzes. Dit sluit aan bij de theorie van Miller en Rollnick over ambivalentie – de interne strijd tussen willen en kunnen. In plaats van mensen simpelweg te vertellen wat ze moeten doen (wat vaak averechts werkt), moedigt de auteur aan om via gesprekken onzekerheden en angsten te verkennen. De boodschap dat ‘mensen pas in beweging komen als ze het gevoel hebben dat ze als persoon geaccepteerd zijn’ is een krachtige en waardevolle les.
overzicht
Toch blijft de vertaling naar de praktijk soms wat abstract. De lezer krijgt veel theoretische achtergrond, maar er zijn momenten waarop een concreter stappenplan of meer realistische gespreksvoorbeelden welkom zouden zijn.
Jellema bespreekt diverse concepten en modellen, waaronder de ‘8 van werkgeluk’, de vier taken van motiverende gespreksvoering (engageren, focussen, ontlokken en plannen), en het PACE-principe (Partnership, Acceptatie, Compassie en Empowerment). Op zichzelf zijn dit waardevolle kaders, maar door de hoeveelheid aan termen en afkortingen voelt de inhoud soms overvol en minder dynamisch. Het risico is dat de lezer hierdoor het overzicht verliest en niet direct weet hoe deze theorieën in een echt gesprek toegepast kunnen worden. Een ander voorbeeld hiervan is het acroniem ‘WeRKeN’ (Wensen, Redenen, Kunnen, Noodzaak) dat vervolgens weer wordt aangevuld met het acroniem CAS (Commitment, Actietaal, Stappen zetten). Hoewel deze concepten ongetwijfeld een wetenschappelijke basis hebben, vraagt het veel van de lezer om alle terminologie te internaliseren en effectief toe te passen.
waardevolle inzichten
Ondanks de veelheid aan modellen en theorieën, bevat het boek zeker waardevolle inzichten voor wie motivatiegesprekken wil verbeteren. Het benadrukt het belang van luisteren, het vermijden van de ‘expertrol’ en het stellen van de juiste vragen. Ook de bespreking van behoudtaal – uitspraken als ‘dat gaat toch niet lukken’ – en hoe je hiermee omgaat, is verhelderend.
De adviezen om wrijving bespreekbaar te maken en de autonomie van de gesprekspartner te respecteren zijn praktisch en toepasbaar. Hier en daar had het boek echter compacter gekund. Sommige secties, zoals de bespreking van de sterkte-kantenbenadering (Appreciative Inquiry), voegen zeker iets toe, maar dragen ook bij aan de trage voortgang van het boek.
Motiveren kun je leren is een toegankelijk en goed leesbaar boek, dat waardevolle inzichten biedt in motivatie en gespreksvoering. Het sterke punt van het boek is de nadruk op autonomie en hoe een goed gesprek motivatie kan versterken. De vele concepten, modellen en acroniemen maken de leeservaring echter soms wat traag en minder concreet. Wie bereid is om door de theoretische gelaagdheid heen te werken, vindt in dit boek zeker nuttige principes om motivatie op een effectieve manier te beïnvloeden.
Over Peter de Roode
Drs. Peter de Roode is zelfstandig adviseur en trainer. Hij ondersteunt organisaties bij het invoeren van grootschalige veranderingen waarbij gedragsverandering centraal staat.