Achter de schermen van de Nederlandse economie opereren meer dan duizend brancheorganisaties. Slechts enkele - zoals NVM, ANVR, BOVAG, - zijn bekend bij het grote publiek, maar voor het Nederlandse bedrijfsleven spelen brancheorganisaties een belangrijke rol: een groot deel van alle ondernemers is lid van een brancheorganisatie.
De rol van brancheorganisaties is niet vanzelfsprekend: enerzijds rekenen hun leden op goede belangenbehartiging en aantrekkelijke diensten, anderzijds verwachten overheden en maatschappelijke organisaties dat ze hun achterban aan gemaakte afspraken houden. Brancheorganisaties balanceren als evenwichtskunstenaars tussen deze belangen.
'Ondernemende brancheorganisaties' geeft voor het eerst een overzicht van de Nederlandse brancheorganisaties. Waar zijn deze organisaties actief, wat doen ze en welke functies vervullen ze voor hun leden en in de economie? Aan de hand van de verschillende rollen die brancheorganisaties spelen, beschrijven de auteurs hoe deze organisaties hun functies kiezen en invullen en evalueren ze hun prestaties. Bieden ze hun leden toegevoegde waarde en hebben ze maatschappelijke betekenis?
Dit boek is niet alleen van belang voor diegenen die beroepshalve met brancheorganisaties te maken hebben, maar ook voor bestuursleden, managers en stafleden van de brancheorganisaties zelf. Voor hen introduceert 'Ondernemende brancheorganisaties' de positioneringsdialoog, een instrument waarmee brancheorganisaties hun eigen positie kunnen bepalen.
