Tragisch. Alsof dat nou écht helpt. Want diep in ons hart weten we natuurlijk drommels goed dat het niet gaat om die ene bestuurder maar om het systeem als zodanig. Waarin we met elkaar, zoals verandergoeroe Arend Ardon dat noemt, maar blijven hollen in dat door ons zelf gecreëerde muizenrad. Waarbij we niet in staat zijn om met voldoende countervailing power een doorbraak te forceren. Om met elkaar te kijken of we wel de goede dingen doen. Of het at the end dan ook wel effectief is. En of er in het systeem als zodanig geen weeffouten zitten die maken dat we bijna gedwongen worden om te suboptimaliseren.
Want laten we wel zijn: het is toch een publiek geheim dat politici een korte horizon hebben. Waarin ze, heel begrijpelijk, gedurende hun zittingsperiode ook moeten scoren. En dus niet zitten te wachten op gedoe. Waarin journalisten ook uit zijn op nieuwtjes. Wat in de regel geen hosannaverhalen zijn. Want dat verkoopt nou niet zo best. En waarin we met elkaar een woud aan regels en procedures hebben bedacht. En zo houden we met elkaar, ook u en ik, het geheel lekker in stand. Op zoek naar die zekerheid die in feite een schijnzekerheid blijkt te zijn.
Volgens mij ligt de sleutel nou niet zozeer bij het aanwijzen van één slachtoffer. Maar zou er veel meer bereidheid moeten zijn om over de grenzen van die afzonderlijke koninkrijkjes met elkaar te komen tot nieuwe toekomstige oplossingen. Redenerend vanuit dat hogere doel: in geval van de Fyra niet zo zeer over de infra, veiligheidssystemen of de treinen, maar over issues als bereikbaarheid en mobiliteit. Met een centrale positie voor de reiziger natuurlijk.
Waarbij van ieder verwacht mag worden dat hij of zij ook wordt uitgedaagd om over de eigen schaduw te springen. In de sfeer van ‘minds are like parachutes: they only function when they are open’. Om zo met elkaar te komen tot de concretisering van die vergezichten. Waar een specifiek dossier of vraagstuk over een paar jaar staat. En wat dat dan betekent voor iedere speler qua rol en verantwoordelijkheid. Om dan, zoals we dat van Stephen R. Covey hebben geleerd, te beginnen met het einde voor ogen. Opdat iedereen zich daar dan ook aan committeren. Gericht op dat gemeenschappelijk winnen natuurlijk!
Over Dirk-Jan de Bruijn
Bedrijfseconoom Dirk-Jan de Bruijn is sinds 2004 actief in verschillende management- en directiefuncties binnen de Rijksdienst. Met een forse verandercomponent. Daarvoor was hij gedurende een twintigtal jaren actief als managementconsultant in het publieke domein verbonden aan Deloitte (en rechtvoorganger Bakkenist) en IBM. Hij heeft zich gespecialiseerd in netwerkleiderschap en systeeminnovatie.