De maatschappelijke problemen van nu vragen om een nieuw geloof in maakbaarheid?
Jetske van Oosten (JvO): ‘Nederland worstelt met belangrijke veranderopgaven als de energietransitie, het woningentekort en sociale ongelijkheid. Vanuit een geloof in maakbaarheid van de samenleving proberen we deze vraagstukken op een rationele, objectieve en voorspelbare manier aan te pakken. Maar ze zijn daar te complex voor – niemand heeft een oplossing. In onze samenleving zorgt dit voor een gevoel van machteloosheid of slachtofferschap. Een opvallend, positief gevolg van deze negatieve trend is de sterk toegenomen belangstelling voor samenwerking met de ontwerpwereld. Je ziet ontwerpers en kunstenaars steeds vaker hun kwaliteiten gebruiken om maatschappelijke problemen aan te pakken. Zij zijn gewend een veranderproces te ontwerpen, zonder vooraf te weten wat er concreet uit gaat komen. Maar hoe zet je een verandering in als het resultaat vooraf onbekend is? Ons boek helpt mensen om met hun maakkracht bestaande systemen te kunnen veranderen.
Tabo Goudswaard (TG): De huidige manier van beleid maken zorgt voor steeds meer problemen in de maatschappij, vooral omdat het de gewenste veranderingen van buitenaf oplegt. Creatieve professionals doen het anders. Zij geven de verandering vorm en beginnen bij wat mensen waardevol vinden, van binnenuit. Daar kunnen we van leren, hun aanpak verrijkt de wijze waarop de samenleving nu vorm krijgt. Ze laten zien dat er een leerproces ontstaat als je samen met anderen iets gaat doen en vooraf geen eindbeeld hebt van het resultaat. Gelukkig ontstaat er een breder besef dat je niet bij de oplossing moet beginnen, maar bij de mens. We zijn allemaal onderdeel van het systeem en kunnen het daarom met elkaar veranderen.
Systemen helpen ons om risico’s te beheersen, problemen op te lossen en goed met elkaar samen te werken en te leven. Maar gaandeweg blijken ze ons juist te hinderen in plaats van te helpen. Jullie noemen dit de systeemparadox.
TG: Systemen zijn heel belangrijk en helpen ons goed te functioneren in de samenleving. Tegelijk merk je dat systemen steeds meer macht op mensen uitoefenen, onze vrijheid inperken en zelfs slachtoffers maken. De toeslagenaffaire
bracht mensen zelfs tot wanhoop. We zien dagelijks klimaatactivisten, aanhangers van complottheorieën en boeren in het nieuws die zich allemaal slachtoffer voelen van heersende systemen. Ze zetten hun punt, soms zelfs met gebruik van geweld, met kracht op de agenda. Dit agenderen, wat je natuurlijk op veel meer manieren kunt doen, is in ons boek de eerste stap van het veranderproces. Wat wij vervolgens laten zien, door er stap twee, drie, vier en vijf aan toe te voegen, is dat het niet stopt met het laten horen van je stem. Na het agenderen ga je samen op onderzoek uit, je stelt daarna een alternatief voor en test dat met betrokkenen. Je onderzoekt ook andere manieren van omgaan met het vraagstuk, doet een nieuw voorstel en ontdekt met elkaar hoe de nieuwe toekomst er uit gaat zien.
JvO: Het is goed te beseffen dat alle systemen gemaakt zijn en dus ook op een andere manier gemaakt kunnen worden. Als maker zet je daartoe de eerste stap door iets te agenderen. Maar ook door te onderzoeken, een voorstel te doen en het voorstel te testen. Bij elk van die vijf stappen nodig je anderen uit om daar in mee te gaan. Je signaleert een probleem en vraagt andere betrokkenen of zij dat ook zo zien. Zo ja, dan heb je een aanknopingspunt om samen verder te zoeken. De bedoeling is om als maker een context te creëren waarin mensen zelf zaken onderzoeken en verkennen.
Het veranderen van complexe systemen vraagt om makerschap. Wat verstaan jullie daaronder?
JvO: Makerschap begint met je maker voelen, iedereen is een maker op zijn eigen manier. We onderscheiden zoals gezegd vijf stappen in een transitie. Als maker pak je in elke stap zelf je rol op, het liefst op een creatieve en empathische manier. Een dergelijk makerschap wordt nu heel erg gemist. Zeker in de opeenvolgende stappen van het agenderen en onderzoeken toont men vaak rapporten vol met cijfers. We zien liever dat deze stappen ook invoelbaar en inzichtelijk worden gemaakt voor alle betrokkenen: ‘show, don’t tell’. Gebruik als maker verbeeldingskracht, speelsheid of overdrijving om mensen wakker te schudden en te betrekken bij de opgave.
TG: Iedereen kan iets agenderen en zo makerschap tonen. Je hoeft daar echt geen ontwerper of kunstenaar voor te zijn. Stel je hebt in jouw buurt een verkeersplein dat erg onveilig is voor fietsers. Als wijkbewoner heb je de mogelijkheid de gemeente te wijzen op deze onveilige situatie. Een lid van de Rotterdamse gemeenteraad kan als politicus ook een onderwerp agenderen voor de raadsvergadering. In de stap van het onderzoeken toon je ook makerschap. Dat gebeurt goeddeels vanuit het gevoel. Jetske noemt vaak als voorbeeld het kiezen van een partner. Daar komen natuurlijk de nodige gevoelens bij kijken. Wanneer je wordt geraakt door iets, sta je anders tegenover het vraagstuk. De derde stap – het presenteren van een voorstel – is iets wat een ondernemer ook doet. Hij presenteert een dienst of product en als mensen daar enthousiast op reageren, is het een goed voorstel. Makerschap zit dus in iedereen, het is vooral een mentaliteit. Je moet de durf hebben om je ergens mee te bemoeien, eigenaarschap te tonen en het initiatief te nemen bij het zoeken naar alternatieven.
Jullie noemen agenderen een belangrijke eerste stap in een gezamenlijk veranderproces naar een nieuwe, nog niet te voorspellen situatie.
TG: De belangrijkste functie van agenderen is dat je iets zichtbaar en invoelbaar maakt wat onvoldoende aandacht krijgt. Je toont hoe een specifiek probleem aan betrokkenen schade berokkent. De gevolgen van de stijging van de temperatuur op aarde zorgt er bijvoorbeeld voor dat veel plekken onbewoonbaar worden. Fotograaf en filmmaker Kadir van Lohuizen bracht met het project ‘After Us the Deluge’ de wereldwijde gevolgen van de stijging van de zeespiegel in beeld. Hij heeft deze problematiek geagendeerd met een indrukwekkende fotoserie. In de tweede onderzoekende stap – het schatgraversonderzoek – laat je dat zien wat onder het oppervlak verborgen zit. Je luistert naar persoonlijke ervaringen en onderzoekt welke onderliggende waarden leidend zijn voor een nieuw werkend mechanisme. Bij deze aanpak is vooraf onbekend wat er uit gaat komen, maar de resultaten zijn vaak leuker en spannender dat je had verwacht.
JvO: Een quote in ons boek luidt dat je als maker verliefd bent op het vraagstuk en niet op de oplossing. Je hebt geen vaststaand beeld van waar het heen moet. Zou je dat wél hebben, sluit je andere visies immers uit. Mijn ervaring is dat mensen zich er doorgaans heel senang bij voelen als ze de uitkomst nog niet kennen. Ze zijn juist erg benieuwd naar de gevoelens en gedachten van andere betrokkenen. Om daar achter te komen, achter die emoties en overpeinzingen, gaat de maker naar de plek waar de opgave zich manifesteert in het dagelijks leven van mensen. Daar zie je in de praktijk hoe ze er mee omgaan, wat het vraagstuk voor hen betekent en bedenk je samen verrassende oplossingen. Om systemen te kunnen veranderen, moet je goed begrijpen wat mensen belangrijk vinden. Als maker ga je op onderzoek uit om dat te ontdekken.
TG: Vaak kijkt men naar een vraagstuk vanuit de systeemblik. Bij mobiliteit wil je bijvoorbeeld efficiënt van a naar b komen. Zet je een holistische bril op, dan betekent een snelweg voor mensen ook iets voor bijvoorbeeld de luchtkwaliteit en de esthetiek in het landschap. Het risico van een tunnelvisie op zo’n snelweg vanuit de systeemfunctie is dat er onvoldoende oog is voor wat een snelweg nog meer betekent voor een mensenleven. Daarom is het beter om eerst een empathisch waardeonderzoek te doen. Ga praten met alle belanghebbenden, kijk wat er bij hen leeft. Dat raakt mensen en motiveert ze om eigenaarschap te nemen van de opgave – misschien zijn er in dit geval hele andere vormen van mobiliteit denkbaar dan het aanleggen van een snelweg die hun omgeving voorgoed gaat veranderen.
JvO: In Amsterdam-Oost was een woonzorgcentrum toe aan een grote renovatie. Zoiets is lastig omdat dan meestal alle ouderen worden uitgeplaatst. Zorginstelling Cordaan ging in gesprek met de ouderen, verzorgers en mensen van buiten. Men had behoefte aan meer contact met de buurt en wenste meer reuring in het woonzorgcentrum. Van daaruit ontstond de gedachte om de renovatie te zien als kans op interactie met de omgeving . Het werkend mechanisme bleek hier: ‘we maken de renovatie net zo leuk om naar te kijken als theater’. Tijdens de renovatie is onder meer een behangdag en een schilderdag gehouden. Lokale ondernemers, kunstenaars, schilders en bewoners vervulden gezamenlijk een rol in een reeks van bijzondere evenementen. Deze renovatie, eerst door Cordaan als een last gezien, werd dankzij maakkracht een sociaal evenement vol onverwachte ontmoetingen.
Bij het testen van het voorstel wordt naar het ‘werkend mechanisme’ gekeken. Wat houdt dit in?
JvO: Wij adviseren altijd om niet direct met een voorstel te komen, maar eerst te onderzoeken hoe iets werkt. Kijk naar het werkend mechanisme en onderzoek of daar een andere voor in de plaats kan komen. Om terug te komen op het voorbeeld van mobiliteit: in het verkeer zijn stoplichten en duidelijke verkeersregels werkende mechanismen. En een overtreding wordt bestraft met een boete. Maar als je heel veel geld hebt of wanneer boetes eigenlijk nooit echt geïnd worden, dan maal je niet om een bekeuring. Een van de voorbeelden in het boek speelt zich af in Bogota (hoofdstad Colombia red.). Burgemeester Antanas Mockus besloot daar verkeersovertreders publiekelijk belachelijk te maken, een nieuw werkend mechanisme om iets te doen aan onveilige verkeerssituatie in zijn stad. Hij stelde voor om in plaats van de verkeerspolitie mimespelers in te zetten om het verkeer te begeleiden. De vrees om ten overstaan van andere weggebruikers op speelse wijze voor schut te worden gezet, bleek een veel effectiever middel om het gedrag van verkeersovertreders te beïnvloeden.
TG: Een andere aanpak is om het goede gedrag van verkeersdeelnemers te belonen. In Nederland is geëxperimenteerd met een flitspaal die op het moment dat jij je aan de maximumsnelheid houdt, geld doneert aan een goed doel. Een ander voorbeeld: drukke kruispunten waar alle stoplichten en borden zijn weggehaald. Mensen moeten voortaan zelf opletten en goed naar elkaar kijken: ‘laat je me nu voorgaan of niet?’ Het eigenaarschap wordt hier bij de verkeersdeelnemers zelf gelegd als nieuw werkend mechanisme.
Hoe slaag je er in om de systeemverandering te verankeren?
TG: In deze laatste stap van het veranderproces gaat het vooral om het creëren van meer maakruimte. Zorg als ‘Waarmaker’ voor een betekenisvolle context voor de makersmentaliteit, zet alle stakeholders in hun kracht. Vervang een resultaatgerichte houding door een houding die gericht is op werkende mechanismen en waardecreatie. Stel je bent bestuurder van een grote organisatie en je wilt innoveren. Dan zou het mooi zijn als je niet vooraf de resultaten wilt weten, maar medewerkers de middelen en het vertrouwen geeft om werkende mechanismen zelf te ontdekken. Maak daar geld en tijd voor vrij, zodat ze zelf ervaren welke mogelijkheden ontstaan vanuit die nieuwe manier van werken. Een goed voorbeeld is ‘Social Design Politie’. Vanwege de toegenomen complexiteit zoekt de politie naar nieuwe werkwijzen rond veiligheidsopgaven. Arnoud Grootenboer en Marjon van Gelderen, beiden werkzaam bij de politie, voelden intuïtief aan dat makerschap erg waardevol is voor Nederlandse politieagenten en initieerden het programma ‘Social Design Politie’. Ze koppelden social designers aan wijkagenten met als doel van elkaar te leren en nieuwe, spannende ideeën te ontwikkelen voor problemen in de wijken.
JvO: De Waarmaker waarborgt dat er een nieuwe omgang met het vraagstuk ontstaat. Want een belangrijke voorwaarde voor verandering is dat mensen zien en merken dat ander gedrag wordt gewaardeerd. Systemische verandering vraagt om een beweging: om een nieuwe houding, nieuw gedrag, nieuwe routines en gewoonten voor een (steeds) grotere groep mensen vanuit een gevoel van eigenaarschap. Bij Social Design Politie hebben de activiteiten in de maakruimte de nieuwsgierigheid bij anderen aangewakkerd. Hierdoor laten steeds meer mensen in de organisatie maakkracht zien. Binnen de politie is die beweging nu echt gaande!
Over Peter Spijker
Peter Spijker is freelance journalist. Hij schrijft regelmatig artikelen voor Managementboek.nl