Op werkdagen voor 23:00 besteld, morgen in huis Gratis verzending vanaf €20

Interview

Rob Oostveen: ‘Online gelden regels waar de overheid niet op is ingesteld’

Rob Oostveen, van oorspong bedrijfskundige, werkte jarenlang bij technologiebedrijven zoals Philips en was bedenker van online community Smulweb. Inmiddels is hij met pensioen en schrijft hij thrillers. Onlangs stapte hij even over op non-fictie en in De digitale epidemie is hij kritisch op de overheid.

Bas Hakker | 16 september 2020 | 5-8 minuten leestijd

Hoe ben je op het idee gekomen voor het boek?
Ik ben sinds een paar jaar gestopt met actief werken en als groot thrillerlezer had ik altijd in mijn achterhoofd om ooit een thriller te schrijven. Een jaar of drie, vier geleden ben ik begonnen en inmiddels heb ik er negen in eigen beheer uitgegeven. Er liggen ook nog eens vijf manuscripten klaar. Niet zo lang geleden kwam ik schrijver en taalexpert Wim Daniëls tegen en hij zei: er is weinig aandacht voor thrillers, maar als ik jou zo hoor dan is dat verhaal over digitale ontwikkelingen wél interessant voor de media en ik weet daar ook wel een uitgever voor. Zo kwam ik bij Haystack terecht.

Waar begin je dan?
Wat ik constateer is dat iedereen wel wat losse feitjes weet over digitale ontwikkelingen, waardoor ze denken bij de tijd zijn. Waar het echter aan ontbreekt is het begrip in de samenhang en de gevolgen van die ontwikkelingen. Ik wilde dus de historie schetsen vanaf de jaren 80, toen de eerste PC’s kwamen en zo de gevolgen van de digitalisering voor ons hedendaagse leven weergeven.
Ergens in jouw boek zeg je dan ook: we zouden nu niet meer overleven zonder internet.
Nee, stel dat er nu een week geen internet is, dan loopt onze economie vast. En stel dat de overheid morgen social media afsluit, dan breekt natuurlijk de pleuris uit. De impact van digitalisering is zó groot dat ik iets wil vertellen over wat de gevolgen ervan zijn. Welke eisen stelt die digitalisering aan ons en aan de overheid?

Wat is de kern van jouw analyse, waarin je de digitalisering als een zegen, maar ook als een probleem ziet? Waar gaat het mis?
Het gaat mis als wij en de overheid niet meer stilstaan bij de betekenis van die digitale ontwikkelingen. Wat doen de technieken met ons? Kijk bijvoorbeeld naar cybercrime, door de digitale mogelijkheden ontstaat er een vorm van misdaad waar we geen antwoord op hebben. Mijn analyse is ook dat er achter de protesten tegen de coronamaatregelen bijvoorbeeld iets heel anders zit. Er is een gevoel van onmacht door wat de overheid mensen oplegt, terwijl ze het gevoel hebben dat ze dat zelf kunnen bepalen. Je kunt jezelf via internet daarnaast gemakkelijk uit de grijze massa omhoog tillen, een publiek organiseren voor allemaal complottheorieën. De overheid weet daar onvoldoende raad mee.

We hebben dus online de middelen om invloed te hebben, maar de overheid gaat daar niet in mee in jouw ogen?
Onze wetten zijn gebaseerd op de fysieke wereld, maar online gelden hele andere regels. De overheid is daar niet op ingesteld. Kijk bijvoorbeeld naar het Landbouwbeleid. Minister Carola Schouten zit nog in de oude modus: Den Haag bepaalt wat er gebeurt. Maar zo werkt dat gewoon niet meer. De boeren zelf hebben veel betere ideeën en bovendien de middelen om die ideetjes over hun toekomst te laten horen. Je moet de mensen de kans geven om met ideeën te komen en daarmee ga je aan de slag. Je legt vervolgens uit waarom je iets doet. Je kan niet vanaf een centraal punt iets dicteren, want ze hebben de middelen om er tegenin te gaan. Ga al die opstootjes maar na: altijd hetzelfde patroon.

Is daar een oplossing voor te vinden?
Ik zie geen andere oplossing dan een veel directere democratie en via digitale middelen kán dat ook; Den Haag moet daarnaar luisteren. Mijn probleem met de politiek is altijd dat politici het wiel willen uitvinden, maar ze zitten daar om ons te vertegenwoordigen en dus moeten ze goed luisteren naar wat wij vinden. Onze democratie is 150 jaar geleden bedacht en dus had je vertegenwoordigers uit Assen nodig want de afstand met Den Haag was groot. Maar afstand heeft nu geen betekenis meer, die reden is inmiddels achterhaald. Maar dat is niet het enige; de groeiende kloof tussen burger en overheid moet verdwijnen en dat kan ook met digitale middelen. Als je niet gaat denken in die richting, raak je de greep kwijt.

Een soortgelijke kloof signaleer je tussen de mensen die wél meekunnen in de digitale wereld en mensen die dat niet kunnen.
Dat zijn mensen die in digitale armoede vervallen, ze kunnen het niet bijhouden, de zwakkeren in de samenleving. Zij hebben al moeite om zich te handhaven in de normale wereld, laat staan in de digitale. Die onlusten komen echter niet uit deze groep en daardoor is de kans groot dat ze vergeten worden. Kijk, ouderen kun je vaak prima wat uitleggen over digitaal bankieren, maar er zijn ook mensen die mentaal of fysiek dusdanig beperkt zijn dat dat niet lukt. Maar ook allochtonen die de taal niet beheersen hebben daar moeite mee.

Zie jij het als een taak van de mensen die wel meekunnen om mededogen te hebben met de mensen die niet meekunnen?
Een goede vriend van me, oud-directeur van een van de grootste banken van Nederland, is heel erg betrokken bij het online betalen. Hij zegt dat er 3 miljoen mensen zijn die niet digitaal kunnen bankieren en maakt zich daar druk over. Toen ik 40 jaar geleden bij Philips werkte ontstonden er hobbygroepen om mensen te helpen met computers en dat zou nu ook moeten gebeuren. Het is je maatschappelijke verantwoordelijkheid om hen te helpen. Probleem is dat iedereen veel te druk is. Daar moet je iets op verzinnen.

Jij eindigt het boek met wat aanbevelingen voor de manier waarop we met de digitale wereld moeten omgaan. Heb je goede hoop dat mensen dat oppakken?
Ik denk dat als mensen meer gaan snappen van de digitale wereld, van de nieuwe processen die daarin een rol spelen en hoe die de samenleving beïnvloeden, dat ze het zeker oppakken. Mensen zullen zich bijvoorbeeld blijven organiseren voor goede werkomstandigheden, maar dat zal steeds minder via vakbonden gaan. Mijn boek is bedoeld om daarover na te denken. Ik kijk toch met een beetje jaloezie naar de ontwikkelingen in China, dat ons door hun snelheid van beslissen heel rap voorbijstreeft. Daardoor zijn we steeds te laat.

Je kan dan wel wat sneller door als land zonder democratie, maar het is ook wel lekker als je je mening kan geven.
Absoluut, je moet hier ook geen Chinees model willen. Ik ben voorstander van een drie of vier partijenstelsel, waardoor je niet de hele dag eindeloos op zoek bent naar compromissen. Dat één partij alles bepaalt is niet goed, maar zestien is ook een beetje veel. Ik heb altijd veel leiding gegeven in mijn leven en wat je moet doen is luisteren, maar als eindverantwoordelijke moet je ook een keuze maken. Het nadeel van Philips was dat we daar hele dagen zaten te vergaderen tot er een halfbakken consensus was waar iedereen zich dan wel in kon vinden, maar dat in de kern geen oplossing was. Ik kan je nog wel eens uitleggen waarom Philips naar de knoppen is gegaan. Vergelijkbare kenmerken vind ik nu terug in de manier waarop de overheid functioneert. Zou de overheid daarvan willen leren?

Over Bas Hakker

Bas Hakker studeerde marketingcommunicatie en schreef daarna als journalist veel over media en marketing voor Adformatie, MarketingTribune, AD, NRC en Managementboek. Vandaag de dag is hij hoofdredacteur van marketingwebsite Candid.news. Met zijn bedrijf ‘Kleedkamer4’ helpt hij kleine ondernemers met het opbouwen van een klantenbestand.

Deel dit artikel

Wat vond u van dit artikel?

0
0

Boek bij dit artikel

Populaire producten

    Personen

      Trefwoorden