Op werkdagen voor 23:00 besteld, morgen in huis Gratis verzending vanaf €20

Interview

Xander van Uffelen

‘Bankiers begrijpen niet hoe krankzinnig het systeem is’

Directeur Nout Wellink van De Nederlandsche Bank is overstag: het bonussysteem voor bankiers moet op de helling, maakte hij bekend. Hij bekende het liefst nog eerder te hebben ingegrepen. Volkskrant-journalisten Pieter Klok en Xander van Uffelen hebben zich al enige tijd vastgebeten in dit onderwerp. In hun boek Bonus! Waarom bankiers de grote winnaars zijn van deze crisis beschrijven zij hoe het bonussysteem uit de hand heeft kunnen lopen. Ook leggen zij uit waarom het bonussysteem niet goed werkt en doen zij aanbevelingen voor de toekomst. Een gesprek met Xander van Uffelen.

Hans van der Klis | 25 september 2009 | 5-7 minuten leestijd

Er is lange tijd nauwelijks geschreven over de bonussen in de financiële sector, schrijven jullie. Tijdschriften als The Economist vonden het onderwerp zelfs te vulgair. Sinds wanneer houden jullie je bezig met dit onderwerp?

Het is al aan de orde gekomen in mijn vorig jaar verschenen boek Het grote graaien. Daar schrijf ik al dat De Nederlandsche Bank (DNB) eigenlijk meer toezicht zou moeten houden. Destijds was ik nog zoekende: wat zouden de economische overwegingen moeten zijn om in te grijpen? De overheid mag immers pas iets doen wanneer er schade ontstaat. Ik zocht het aanvankelijk in begrippen als sociale cohesie. De gevolgen voor de financiële wereld speelden al enigszins, maar dat het zo zou uitpakken, kon ik ook niet weten. In mei 2008 ben ik tijdens een discussiebijeenkomst nog in mijn gezicht uitgelachen: hoe haalde ik het in mijn hoofd om te twijfelen aan het bonussysteem? Sindsdien is er wel iets veranderd. Zelf schrijf ik nu een jaar of zeven over beloningen aan de top, ‘De Volkskrant’ doet dat al 25 jaar. Ik ben het gaan verbreden en richt mij bijvoorbeeld ook op de semi-publieke sector. Maar ik weet er nog steeds niet alles van. Een deel is nog steeds onontgonnen terrein, zoals bijvoorbeeld de gigantische bonussen die handelaren krijgen bij banken. Dat is voor mij en mijn medeauteur Pieter Klok een belangrijke motivatie om over dit onderwerp te schrijven.

Was het lastig om informatie te verzamelen?

Dat is het nog steeds wel. Het is moeilijk grip te krijgen op individuele verhalen. We zijn niet in de gelegenheid honderden interviews te doen met bankiers, gesteld dat ze dat al zouden willen. Wij zijn dus gedwongen van buiten naar binnen te werken: banken zijn niet erg scheutig met de informatie die zij geven. Begin september hebben het ministerie van Financiën en de bankensector een nieuwe code afgesproken voor de bonussen. Alle banken zeggen dat invoering geen probleem is omdat zij de meeste principes al hanteren. Maar wanneer je doorvraagt blijkt dat veel niet klopt. De code geldt bijvoorbeeld niet voor handelaren. Bankiers lijken nog steeds niet te beseffen dat de buitenwereld – politiek, maar ook wij als journalisten – met toenemende verbazing toekijkt. Waarom snappen ze niet dat dit bonussysteem krankzinnig is? Er lijkt toch een soort groepsblindheid te bestaan. De meeste mensen zeggen: het is een perfect model. Het idee dat bonussen een goed instrument zijn om werknemers te prikkelen, staat in de financiële sector nog steeds overeind. Ze begrijpen niet dat er een grote spanning is tussen korte en lange termijn, dat je iemand die een hypotheek van 30 jaar heeft afgesloten niet na drie maanden al een bonus kunt geven. Op dat moment is nog helemaal niet duidelijk wat de bank eraan verdient. Prikkels kunnen best werken, maar een bancaire instelling moet daar heel voorzichtig mee zijn.

Floris Deckers, CEO van Van Lanschot, is de enige bankier die een duidelijk excuus heeft uitgesproken voor zijn rol in de crisis. Is hij een witte raaf?

Dat is misschien wat zwart-wit. Het gaat mij ook niet om de persoon. Los van zijn excuus heeft zijn organisatie wel begrepen dat de hoogte van de bonussen wel wat minder kan. Je ziet nu de tendens dat de bonussen verlaagd worden, maar dat het basissalaris omhoog gaat. Dan haal je weliswaar de foute prikkels weg, maar je houdt het probleem van de groeiende loonkloof tussen top en werkvloer. Het topmanagement verdient vaak honderden keren meer dan de mensen die op de werkvloer actief zijn.

Bonussen worden nu vaak gegeven met het argument dat de topbankiers anders vertrekken. Waarom zegt niemand: sodemieter dan maar op? Met die types is het toch begonnen?

Zeker. Je zou een vergelijking kunnen maken met een voetbalteam met een ongemotiveerde sterspeler: daar loopt het ook niet lekker. Bankiers houden vol dat de cultuur is veranderd. Dat zegt de nieuwe ING-topman Hommen ook. Maar als je er echt werk van wilt maken, ben je gezegend als de representanten van de bonuscultuur opstappen. Het betekent natuurlijk wel dat je omzet zult verliezen.

Hoe kan het dat iemand als Lodewijk de Waal ook na de crisis instemt met de verstrekking van grote bonussen? Hij zit toch bij ING om dergelijke dingen te voorkomen?

Dat is een gevoelig punt. Hoe dichter je erop zit, hoe moeilijker het is om je te onttrekken aan de interne logica. Gelukkig zijn er steeds grotere groepen die zich verzetten tegen het bonussysteem. Vroeger bleef dat beperkt tot een enkele SP’er en een paar journalisten, tegenwoordig zet zelfs DNB zijn vraagtekens bij de bonuscultuur.

U heeft zich de laatste tijd verdiept in het bonussysteem. Wat beschouwt u als het toppunt van schaamteloosheid gedurende deze periode?

Ik zou gemakkelijk een voorbeeld uit het buitenland kunnen noemen. In Nederland was ik verbijsterd over het interview dat voormalig ABN Amro-topman Jan Peter Schmittmann gaf aan managementexpert Harry Starren op televisiezender Het Gesprek (http://www.hetgesprek.nl/archief/1629/). Het was de enige keer dat Schmittmann een interview gaf over zijn rol bij ABN Amnro en de acht miljoen die hij had meegekregen. Hij bleek buitengewoon zelfingenomen en kreeg geen enkele kritische vraag. De bank is kapot, hij is zijn baan kwijt en hij zat alleen maar te vertellen hoe geweldig hij was in teambuilding. Dat was echt stuitend. Het was net als bij de hoorzitting in de Tweede Kamer, waar de bankiers alle schuld ontkenden. Daar schrok ik echt van.

U doet in uw boek een aantal aanbevelingen voor variabele beloningen in de bancaire sector: meer aandacht voor de lange termijn, laat de overheid een rem inbouwen, houd rekening met duurzaamheid en dergelijke. Wat zijn de belangrijkste?

Essentieel is dat je niet van één partij kunt verwachten dat zij in haar eentje alles rechtzet. Je hebt grotere verbanden nodig, zoals de G20, om iets te bereiken. Er is ook een belangrijke rol weggelegd voor de klanten: bedrijven, managers, consumenten. Zij moeten bij de keuze met wie zij zakendoen deze aspecten laten meewegen. Waarom zou je zaken doen met Goldman Sachs als zij de crisis hebben veroorzaakt? Het is heel goed om je af te vragen welke banken het daadwerkelijk anders willen doen. De aandeelhouders komen in toenemende mate in opstand, nu de klanten nog.

Over Hans van der Klis

Hans van der Klis is freelance journalist. Hij schrijft regelmatig artikelen voor Managementboek.

Deel dit artikel

Wat vond u van dit artikel?

0
0

Boeken bij dit artikel

Pieter Klok, Xander van Uffelen
Bonus!

Populaire producten

    Personen

      Trefwoorden