Het is een dag na Prinsjesdag. In de Tweede Kamer verwijt de oppositie het kabinet gebrek aan daadkracht en besluiteloosheid. Het is een verwijt dat serie-ondernemer Leen Zevenbergen niet snel gemaakt zal worden. Hij zette twintig bedrijven op en was onder meer directievoorzitter van Origin en Roccade. Tegenwoordig is hij golfondernemer. In zijn eerste boek, ‘En nu laat ik mijn baard staan’, riep hij op tot meer creativiteit en ondernemerschap. In zijn nieuwe boek ‘‘t Is groen!’ legt hij uit hoe je dat moet doen. De kern van zijn boodschap: ‘Blijf niet dromen. Doe het gewoon.’
Hoe heeft de superentrepreneur de troonrede ervaren? Staan bij het kabinet de lichten ook op groen? Zevenbergen heeft er weinig van meegekregen, bekent hij. Het vertrouwen in de politiek is hij al lang geleden kwijtgeraakt: ‘Nergens blijkt ondernemerschap uit. Dat hoeven we niet te verwachten van dit kabinet. Volgens mij zit er ook geen enkele ondernemer in de regering. Jan Kees de Jager zeg je? Die heeft zelf een bedrijf opgericht en groot gemaakt? Oh, dat wist ik niet. Maar goed, hij is een eenling.’
Balkenende
De grootste denkfout van het huidige kabinet is volgens Zevenbergen de gedachte dat ambitie en geld aan elkaar gerelateerd zijn: ‘Je ambities moet je nooit naar beneden bijstellen. Jan Peter Balkenende zegt dat het slechter zal gaan met de economie omdat de overheidsbudgetten krimpen, maar die twee dingen hebben niets met elkaar te maken. Subsidies verdwijnen steevast in de zakken van grote bedrijven, ze komen zelden ten goede aan de kleinere bedrijven die daadwerkelijk innoveren. Zelf heb ik nog nooit subsidie aangevraagd, noch ben ik van plan om dat ooit te doen. Ik ben niet afhankelijk van wat de overheid mij geeft. De overheid moet slechts een omgeving scheppen waarin ik als ondernemer kan functioneren.’
Zevenbergen ergert zich kapot aan het risicomijdende gedrag van Balkenende en consorten: ‘Onze premier is misschien een kundig bestuurder, maar zeker geen leider. Hij ziet het als zijn taak om alles onder controle te krijgen. Een echte leider zegt: "Ik weet ook niet hoe de wereld er morgen uitziet, maar we gaan er samen wat van maken." Dat is de stijl van Barack Obama. Balkende zegt: "Het wordt nooit meer zoals het was." Het angstige en risicoloze gedrag dat de politiek nu al jaren vertoont, zie je inmiddels ook terug in de lagere bestuurslagen, tot aan de allerlaagste ambtenaar van de allerkleinste gemeente van Nederland. Ik loop daar als ondernemer regelmatig tegenaan – ambtenaren die geen enkele fout durven maken, uit angst dat ze daar op worden afgerekend. Dat staat haaks op ondernemerschap. Kenmerkend voor een ondernemer is dat hij zich juist wél op onbekend terrein begeeft en niet bang is voor missers.’
Andermans geld
Zevenbergen wil mensen in beweging brengen. Stilstand is volgens hem de vijand van de ondernemer: ‘Dat geldt zowel voor mensen als voor organisaties. Sommige grote bedrijven die nu stilstaan, geven de schuld aan de crisis. Dat is onzin. Kijk om je heen. De wereld is er niet dramatisch slecht aan toe. Het probleem is dat grote organisaties niet ondernemend genoeg zijn. Mensen als Peter Bakker van TNT en Gerard Kleisterlee van Philips zijn getalenteerde managers, maar geen ondernemers. Ze hebben nooit nachten wakker gelegen omdat hun eigen vermogen op het spel stond. Veel bestuurders denken te gemakkelijk over geld. Bij bankiers begint nu pas het besef door te dringen dat ze werken met andermans geld. Zo’n bankier denkt dat hij recht heeft op een bonus, dat is vreemd. Ik heb dat pas nog uitgelegd aan een gehoor van vijftig bankiers. Ik zei: "Jullie denken dat jullie bij een bedrijf werken, maar een echt bedrijf vraagt geen geld aan de overheid."‘
Zevenbergen wordt regelmatig gevraagd door bedrijven voor lezingen en adviezen. Sommige opdrachtgevers zullen daar spijt van hebben. Zevenbergen: ‘Laatst gaf ik een lezing voor de medewerkers van een groot uitzendbureau. In de periode na mijn bezoek begon tien procent van de medewerkers voor zichzelf. Ik zeg niet dat al die mensen door mij over de streep zijn getrokken, maar het zou kunnen.’ Ad Scheepbouwer schakelde Zevenbergen in om de KPN ondernemender te maken. Na een half jaar begon de CEO zich zorgen te maken. KPN werd ondernemender, maar ook een stuk chaotischer. ‘Een ondernemer richt zich naar buiten, zonder van te voren te weten wat hij daar aantreft’, verklaart Zevenbergen. ‘Ik probeer bovendien niet te denken in budgetten, dat zet een rem op innovatie. Ik ben ooit een bedrijf begonnen met een startkapitaal van tien miljoen euro. Dat was een fout. De medewerkers leunden achterover, want over geld hoefden ze zich geen zorgen te maken.’
Antenne
‘‘t Is groen!’ is geen managementboek, vindt Zevenbergen. Het is een boek dat mensen moet helpen om hun werk weer leuk te maken: ‘Minstens de helft van de Nederlandse werknemers gaat met tegenzin naar het werk. Ruim 24 procent zegt ziek te worden van het werk. Dat zijn schokkende cijfers. Ik wil mensen inspireren, ze laten zien hoe ze hun werk leuk kunnen maken. Mijn boek is geen klaagzang. Soms moet je mensen bij de hand nemen en ze laten zien wat er allemaal mogelijk is.’ Zelf heeft Zevenbergen geen boek nodig om geïnspireerd te blijven. De man lijkt te beschikken over een onuitputtelijke dosis energie. ‘Die drive zit in mijn lijf. Ik kan die niet uitzetten. Zelfs op vakantie staat mijn antenne aan. Ik kan niet anders dan als een ondernemer naar de wereld kijken. Ik denk niet: "Dat is mooi." Ik denk: "Daar kan iets mee."‘
De crisis heeft Zevenbergen niet afgeremd. Integendeel: hij ziet de economische malaise als een ‘blessing in disguise’. ‘De vraag is niet hoe diep deze crisis is’, zegt hij. ‘De vraag is eerder of de crisis diep genoeg is om Nederland te verlossen van de lethargie. Ik vrees dat een hardere schok nodig is. Bij de meeste bedrijven is er nog geen noodzaak om dingen anders te doen. Ik weet dat het geen leuke boodschap is, maar meestal beseffen mensen pas achteraf dat een crisis ze sterker heeft gemaakt. Een vriend van mij was jarenlang de nummer twee van een groot bedrijf. Hij leek de gedoodverfde opvolger van de CEO. Op een dag belt hij me huilend op. Hij was ontslagen. Ik heb hem toen gefeliciteerd. "Dit is het beste wat je in lange tijd is overkomen", zei ik hem. Hij was woedend. Pas een jaar later kwam hij erop terug. "Je had gelijk", zei hij. "Ik wist niet hoe leuk andere bedrijven kunnen zijn." Een ander voorbeeld: Ik heb eens een man op staande voet ontslagen omdat hij fraudeerde. Die man had drie jonge kinderen, in mijn omgeving vonden mensen het een hardvochtig besluit. Na een paar maanden kwam die man op een feestje onverwachts op me af. Ik verwachtte dat hij me in elkaar zou slaan, maar hij omhelsde me. Hij had nu een veel leukere baan, vertelde hij.’
In het najaar komt Zevenbergens eerste boek uit in het Engels. De superondernemer broedt nog op een marketingcampagne (‘Misschien dat Tiger Woods mijn boek wel wil promoten.’) Hij denkt dat het boek met de juiste promotie kan aanslaan: ‘Mijn boodschap is universeel. Mensen hebben enorme behoefte aan een positieve boodschap, ook in de Verenigde Staten. Obama doet zijn best, maar hij kan het niet alleen.’
Gezien het succes van zijn boeken zou Zevenbergen gemakkelijk een bestaan kunnen opbouwen als auteur en spreker. Toch wil hij blijven ondernemen. Het ondernemersbloed jeukt, zegt hij: ‘Ik wil niet een soort Ben Tiggelaar worden. Dat is een geweldige spreker, maar hij heeft het zelf nooit meegemaakt. Ik schrijf en spreek altijd uit eigen ervaring.’