In uw bijdrage aan De Leiderschapsbox heeft u het over krakende piramidestructuren, het einde van hiërarchische harkjes, het failliet van het bazendom, inflatie van diploma’s en het afbreken van heilige huisjes. De wereld gaat op zijn kop?
Niet op zijn kop, maar we zitten wel in een duidelijke transformatiefase. Het is niet alleen maar een overgang, maar we staan aan de vooravond van de vraag hoe we anders gaan werken binnen ondernemingen en hoe andere leiderschapsstijlen gevraagd gaan worden. En dat zal wel met piepen en kraken gaan.
U houdt een pleidooi voor de horizontale netwerkleider. Wat moet die kunnen?
In elk geval moet een netwerkleider kunnen verbinden. In dat proces van verbinden moet hij of zij in elk geval weten wat er binnen en buiten de onderneming speelt. Niet alleen faciliteren, ook een heel inhoudelijke rol spelen. CEO’s zitten nu vaak hoog en droog, terwijl we terug moeten naar de inhoud. De netwerkleider moet op veel gebieden kunnen zien wat de connecties zijn met zijn bedrijf of met de mensen uit zijn bedrijf. Daardoor kan er sneller geïnnoveerd en samengewerkt worden. De autocratische, hiërarchische en arrogante stijl van leidinggeven zal snel weggaan. Dat wordt niet meer gepikt.
Is de netwerkleider iemand die vooral zzp’ers bij elkaar houdt of kan het ook in een klassiek bedrijf met mensen op de payroll?
Het gaat minder over alleen ‘mijn en dijn’ en steeds meer over ons. Een goede zzp’er weet zich goed in te passen in wisselende teams. Zo’n populatie aansturen wordt straks volstrekt normaal. Je moet niet meer denken in vaste krachten of vaste medewerkers, maar in wisselende constellaties. Dat vergt wél veel van een netwerkleider.
Hebben we dan ook geen boegbeelden meer nodig?
Je hebt inspirerende mensen nodig en die kunnen op allerlei verschillende plekken in je bedrijf zitten. We moeten af van mensen met een groot ego zoals dat in de jaren tachtig overgewaaid is uit Amerika. Het draait veel meer om teams tegenwoordig. Teams dwars door organisaties heen en met mensen uit andere organisaties. Laat ruimte in het team en laat het team schitteren en creëer geen haantjes.
U schrijft ook: 'De grootste uitdaging voor een netwerkleider is misschien nog wel bewust omgaan met competenties van wel vier generaties.'
De kunst is om intergenerationeel te kunnen samenwerken. In met name kantooromgevingen zien we dat generaties sterk gescheiden zijn. De uitdaging is om in teams meer met verschillende generaties te werken. Van ouderen wordt gevraagd wijsheid in te brengen. Wijsheid is wat anders dan senioriteit. Ouderen moeten op hun beurt inzien dat nieuwe vaardigheden van jongen mensen heel nuttig kan zijn. Geef je jonge mensen niet de ruimte, dan is een bedrijf slechter af. Alleen met kennis van ouderen komen we er niet. Echt netwerkleiderschap is sterk gericht op teams.