‘In 1990 verscheen de eerste druk. Nederland zou in 1992 een compleet nieuw Burgerlijk Wetboek krijgen, omdat het bestaande erg verouderd was. Alsof je de wetten van de natuurkunde verandert. De juridische wereld werd daar erg zenuwachtig van. In de aanloop naar de invoering hebben wij er al veel aandacht aan besteed in het gewone en postacademisch onderwijs. Hans Nieuwenhuis, die toen hoogleraar privaatrecht was aan de Universiteit van Amsterdam en onlangs helaas is overleden, opperde toen het idee om een boekje te maken waarin elk artikel werd voorzien van een kort commentaar. De formule is een beetje gegapt van de Duitse Jauernig.’ De kracht van de serie is volgens Stolker de consistente toepassing van de formule, waarover de hoofdredactie waakt. Behalve de andere hoofdredacteur, Lodewijk Valk, zijn er ongeveer 350 auteurs bij de serie betrokken. Stolker kent die niet allemaal. ‘Maar de redacteuren kennen we natuurlijk wel.’ Toen in 1995 de Algemene wet bestuursrecht werd ingevoerd – een ander groot wetgevingsproject – vroeg de praktijk ook om een Tekst & Commentaar van dit wetboek. In de loop der tijd zijn er zo steeds meer delen bijgekomen.
Uitdijende delen
‘Wat er in de afgelopen 25 jaar veranderd is? Het nieuwe wetboek werkt veel met open normen, zoals redelijkheid en billijkheid. De rechtspraak heeft die in de loop der jaren nader ingevuld. De zorg dat een nieuw wetboek tot mechanische toepassing van het recht zou leiden, is onjuist gebleken. Net als de vrees voor uitdijende aansprakelijkheden. Natuurlijk zijn er in de loop van de tijd veel bepalingen bijgekomen, voor een deel vanuit Europa. Zo zijn aan Boek 7 patiëntenrechten toe gevoegd en steeds meer consumentenrecht. En denk ook aan de veranderingen in het arbeidsrecht. Hetzelfde zie je in andere delen. Die dreigen daarom uit te dijen. De nieuwe druk is altijd dikker. Maar er is een grens aan wat de lezer kan verdragen. Daarom halen wij er soms maar een bijlage uit.’
Frank Visser
‘Aan de universiteit zijn wij bezorgd over studenten: als die iets willen weten over een boom die schaduw wegneemt, zoeken ze al te vaak in Google op boom en schaduw. Een hele slimme student zoekt ook nog op verjaring. Zo’n aanpak is riskant, want zo mis je de samenhang. Een helder, doctrinair en analytisch commentaar op het wetsartikel is dan belangrijk. Je zou eigenlijk moeten beginnen bij Tekst & Commentaar – en natuurlijk de handboeken – om beter zicht te krijgen op het systeem en daarna met Google verder zoeken naar voorbeelden van zaken.’
Heeft de digitalisering het Burgerlijk Wetboek inhoudelijk veranderd?
Stolker zoekt op zijn iPad naar het wetsartikel over de elektronische handtekening, terwijl hij fluistert dat het elektronisch register ‘de ouderwetse Google’ is. Ja, hier staat het, in boek 3 artikel 15A: een elektronische handtekening heeft dezelfde rechtsgevolgen als een geschreven handtekening.
Elke Nederlander wordt geacht de wet te kennen, maar zelfs de hoofdredacteur van Tekst & Commentaar kent de wet niet…
‘Dat is ook volstrekt onmogelijk. Maar het is een noodzakelijke fictie. Die fictie vereist wel dat er een zekere vanzelfsprekendheid in de regel moet zitten.
In het burenrecht moeten mensen zelf ongeveer kunnen bedenken of de takken van een boom nu wel of niet over de schutting mogen hangen. Dat kun je lezen in boek 5 titel 4. In dit boek zie je voortdurend Rijdende Rechter Frank Visser voor je. Het is één van de meest emotionele delen van het BW. De blauwe delen van Tekst & Commentaar zijn bij het grote publiek bekend geworden door De Rijdende Rechter. En bij strafzaken zie je de camera vaak inzoomen op de rode delen Strafrecht en Strafvordering.’
Planetarium
‘Bèta-wetenschappers denken dat zij een heel moeilijk vak hebben omdat zij werken met ingewikkelde formules of aan verre heelallen. Maar ik leg ze dan vaak voor hoe moeilijk het in de rechtswetenschap is om een optimale combinatie te krijgen van rechts zekerheid, doelmatigheid en recht vaardigheid en dat een juridische oplossing aan deze kant van de grens anders is dan aan de andere kant. Dat je rekening moet houden met wat er leeft onder verschillende delen van de bevolking en ook nog eens met het Europese, en in toenemende mate, het wereldrecht. Probeer dat maar eens in kaart te brengen en daarin orde te scheppen. Als ik dat heb uitgelegd zijn de bèta’s meestal tien minuten stil.’ Stolker klimt op de ladder die bij de reeks Tekst & Commentaar tegen de boekenkast leunt. Bovenop staat een foto van een deel van het heelal, gekregen toen hij rector magnificus van de hele Leidse universiteit werd. Hij wijst op een heldere schittering en zegt: ‘Je denkt dat dat een ster is, maar het is een zonnestelsel dat miljoenen lichtjaren van ons afstaat. Daardoor zijn sterrenkundigen, die ik overigens erg knap en leuk vind, in feite historici. De wetgever is feitelijk historisch bezig. De praktijk is altijd verder dan de wetgever. Tekst & Commentaar is een klein onderdeel van het universum van regels. Het is een poging om het juridisch heelal te vatten in een periodiek systeem. Alleen weten we: één pennen streek van de wetgever en het is weer anders. Bovendien verandert het rechtsgevoel van de mensen in de loop van de tijd. En door internet komt de wereld dichter bij elkaar. Met Tekst & Commentaar heb je het dan alleen nog maar over Nederland en beperkt over het buitenland.’
Einstein
In de nieuwe druk staat de stand van zaken per 1 februari 2015, met uitzondering van het nieuwe arbeidsrecht, dat per 1 juli 2015 is ingegaan. ‘Het is mooi dat het gelukt is om dat mee te nemen. De productietijd van Tekst & Commentaar is een paar maanden. Je probeert dus te anticiperen op nieuwe wetgeving. Maar je kunt daar niet te lang op wachten. Daarom lukt het niet altijd om nieuwe ontwikkelingen in te passen.’
Wat is volgens u het absolute hoogtepunt in vijfentwintig jaar Burgerlijk Wetboek?
‘Dat één man – E.M. Meijers – zover is gekomen met de boeken 3, 5 en 6 en al zover had nagedacht over de andere zeven boeken. Dat je zo knap bent om een systeem uit te werken, waarin alles met elkaar samenhangt, is een bijna Einsteinachtig machtsvertoon. Het is als het bouwen van een kathedraal. Het is Meijers geweest die de plattegrond van ons burgerlijk recht heeft uitgetekend en voor een groot deel ingevuld, waarop anderen konden bouwen. Ik heb meegewerkt aan de totstandkoming van het burgerlijk wetboek van Albanië. Ik weet een heel klein beetje hoe moeilijk het is.’
Is er over 25 jaar nog een Burgerlijk Wetboek?
‘Daar ziet het wel naar uit. Het eerste burgerlijk wetboek heeft bestaan van 1838 tot 1992. Een wetboek gaat dus wel een paar levens mee - ook al gaat het leven tegenwoordig sneller. En dat geldt ook voor Tekst & Commentaar.’
Een overzicht van de hele reeks, meer informatie en bestelmogelijkheden vindt u https://www.jongbloed.nl/bestellijst/tc25