Verder werden al zijn bezittingen door de Staat geconfisqueerd. Van Oldenbarnevelt werd 71 jaar en had bijna 50 jaar als jurist en adviseur in staatsdienst gewerkt. Samen met de Oranjes, eerst prins Willem en na diens dood prins Maurits was hij de politieke architect van de Zeven Provinciën, de basis van het Nederland dat we nu kennen.
Van Oldenbarnevelt stond in de periode 1580 – 1618 in direct contact met de hoven en politici van Europa: de bondgenoten Frankrijk en Engeland en de tegenstanders Habsburg (Duitsland) en Spanje. Deze ambassadeur van de vrijheid bepleitte na 1600 al een vrede en bewerkstelligde deze in 1609 met het Twaalfjarig Bestand. Waar hij geen rekening mee hield was dat dit de ruimte bood voor een scherpe godsdienststrijd binnen de gereformeerde kerk: de remonstranten versus de contraremonstranten. Veel inwoners van de belangrijkste steden als Leiden, Amsterdam, Middelburg en Dordrecht waren gevluchte Vlamingen die én een oorlog willen voortzetten én een orthodoxen geloofsstijl voorstonden. In prins Maurits vonden zij daarin een medestander. Het belangrijkste geschilpunt tussen deze twee geloofsrichtingen was de interpretatie van predestinatieleer. Het remonstrantse kamp was in de minderheid, maar bestond uit krachtige predikanten, adel en bestuurders. De kansel was het toneel van deze strijd. Het werd ook een gevecht tussen Kerk en Staat met middelen als spotprenten en schotschriften. Een heel nieuwe persoonlijke strijd ontspon zich.
Wat wij weten van het leven van Van Oldenbarnevelt en van zijn proces en berechtiging komt, naast brieven en ooggetuigenverslagen, uit twee hoofdbronnen. In 1618 werd Van Oldenbarnevelt en het remonstrantse kamp in het openbaar belaagd en voelde hij zich genoodzaakt publiekelijk verantwoording af te leggen. Hij deed dit door een levensverhaal te publiceren, de Remonstrantie, opgedragen aan de Staten-Generaal. Het tweede belangrijke document werd geschreven door zijn knecht Jan Franken die hem na zijn arrestatie maandenlang bijstond.
Er is de afgelopen 400 jaar veel geschreven over het leven, proces en doodsvonnis. Vaak is dit gekleurd door het religieuze en politieke standpunt van de auteur. Parallel aan het proces liep de Synode van Dordrecht. Een maanden durende zeer bepalende vergadering van gereformeerde predikanten uit binnen-en buitenland. Het eindigde een paar weken na het vonnis van Van Oldenbarnevelt en de uitkomst kan moeilijk los gezien worden van het vonnis. De Synode was een (verwachte) overwinning van de contraremonstranten. Remonstrantse predikers en bestuurders werden verketterd, afgezet, vervolgd, moesten vluchten (veelal naar Duitsland of Vlaanderen) en hun bezittingen werden verbeurdverklaard. Van godsdienstvrijheid is in Nederland lang geen sprake geweest. Prins Maurits en na hem generaties Oranjes hebben zich aan de zijde van de contraremonstranten geschaard.
In dit gedenkjaar worden natuurlijk diverse boeken gepubliceerd. Historicus Arnout van Cruyningen schreef een verse biografie Johan van Oldenbarnevelt Grondlegger van de Nederlandse Staat [1547-1619] over leven en werk. Een mooi uitgegeven en rijk geïllustreerde biografie. Veel inhoudelijk nieuws levert het niet op, de bronnen zijn onveranderd, de standpunten wel. (Pak voor het grote verband ook zijn boek De opstand 1568 – 1648 erbij. De romanschrijver Thomas Rosenboom heeft de memoires van Jan Francken hertaald in Het einde van Johan van Oldenbarnevelt.
Het meest intieme en persoonlijke werk is de roman De advocaat van Holland van Nicolaas Matsier. Het verhaal vangt aan op het moment, 29 augustus 1618, dat Van Oldenbarnevelt van zijn huis naar een vergadering van de Staten-Generaal op het Binnenhof gaat. Hij wordt daar samen met diverse andere remonstrantse bestuurders (waarvan Hugo de Groot de bekendste) gearresteerd en opgesloten. De roman schetst de verbazing en groeiende wanhoop in de maanden voor de verhoren en het proces. De maanden zonder aanklacht, in een koud najaar, continue bewaakt en slechts bijgestaan door één knecht. Nauwelijks en beperkt, geheim contact met familie, vrienden en geloofsgenoten. Hij trekt zich enigszins op aan de verhoren. Hij blikt terug, soms kritisch, op de belangrijkste momenten in zijn privéleven. De moeizame relatie met zijn vader, zijn huwelijk met zijn vrouw Maria van Utrecht, die hem een vermogend man maakte. Maar ook de vele persoonlijke aanvallen, beschuldigingen van omkoping en heulen met de Spaanse vijand. En natuurlijk zijn relatie met de Oranjes, Willem en Maurits. En hoe die met de laatste langzaam verzuurde. Vijftig jaar inzet en persoonlijke risico’s voor de vrijheidsstrijd en dat dit einde!
‘Hij was zelfs kalmer dan hij op menige vergadering geweest was. Allicht, hij was van vlees en bloed, maar er was geen haar op zijn hoofd die eraan dacht onderscheid te maken tussen zijn eigen lot en dat van zijn familie en zijn huis, zijn gewest en zijn unie. Hij was niet uitgediend. Er werd alleen een einde aan hem gemaakt.’
Ondanks dat het 400 jaar geleden is, mogen we ons nog weleens rekenschap afleggen over deze schaduwkant van onze geschiedenis. Van Cruyningen bepleit dat de rechters dachten dat Van Oldenbarnevelt van Maurits gratie zou krijgen. Dit blijkt ook aan de vrouw van Van Oldenbarnevelt gevraagd te zijn. Maar gratie vereist dat iemand schuld bekend, en dat zag zij (waarschijnlijk na geheim overleg met haar man) niet zo. Er was geen schuld te bekennen. Een gratieverzoek is er niet gekomen. En zo kliefde op de ochtend van 13 mei 1619 een zwaard het hoofd af van de man die decennia bezig is geweest ons land te vormen.
Over Bertrand Weegenaar
Bertrand Weegenaar is als hogeschooldocent HBO-ICT werkzaam op Windesheim. Zijn voorliefde ligt bij de onderwerpen strategie, marketing, geschiedenis; biografieën en internet; e-business.