Er zijn de afgelopen jaren vele boeken gepubliceerd over burn-out. Psychiaters, artsen, psychologen, therapeuten, onderzoekers, adviseurs en ervaringsdeskundigen hebben hun licht over het onderwerp laten schijnen. Frank Schaper, de auteur van 'Geen tijd voor burn-out - Het verband tussen karakter, levensfase en stress', is als vliegtuigbouwkundig ingenieur op het eerste gezicht een vreemde eend in de bijt. Wie echter kennis neemt van de loopbaan én opmerkelijke wending die Frank Schaper aan zijn carrière heeft gegeven, begrijpt waarom hij het boek 'Geen tijd voor burn-out' heeft geschreven. Bijna twintig jaar was Schaper succesvol manager bij diverse onderdelen van KLM, zijn carrière vertoonde een stijgende lijn. Op zijn werkweken van zestig tot zeventig uur was hij eerder trots dan dat hij er een gevaar in zag. Zijn kinderen beleefden dat echter heel anders. Tegen hun moeder zeiden ze: "We hebben eigenlijk een heel afwezige vader. Als hij er niet is, is hij afwezig. Maar ook als hij er wel is, is hij afwezig." Schaper: "Ik zat altijd wel iets te lezen of was met mijn gedachten elders. Het was duidelijk waar ik de fout in ging. Welke rol wilde ik eigenlijk in het leven van mijn kinderen spelen, nu ik die keuze nog had?" Zijn technische achtergrond, vernuft en ijver vergrootten zijn keuzemogelijkheden. Schaper: "Mijn broer en ik hebben de perfect ronde bal uitgevonden. Nike heeft die bal in productie genomen en sinds kort krijgen wij elk kwartaal een aardig bedrag aan royalty's. Daardoor heb ik voorlopig mijn inkomen als manager niet nodig. Deze uitvinding biedt mij de gelegenheid een heel andere kant op te gaan." "Ik geloof dat persoonlijke groei - net als allerlei andere vormen van groei - volgens een S-curve verloopt. Eerst een trage start, dan een grote versnelling en vervolgens een afvlakking. Ik zou binnen mijn werk weldra in de afgevlakte fase zijn beland. Ik vind dat ik pro-actief moet zijn en zelf het heft in handen moet nemen. Iets nieuws - en vooral iets wat ik zelf heb uitgezocht - geeft energie. Daarom zou ik, als die bal er niet was geweest, ongetwijfeld ook binnen mijn werk een nieuwe stap hebben gezet. Maar wat ik nu doe is veel nieuwer en spannender." Zo verdiepte Schaper zich zeer grondig in het Enneagram, een manier om kernachtig negen persoonlijkheidstypen herkenbaar te typeren. Hij is coach van een aantal mensen, geeft trainingen op basis van het Enneagram en verzorgt lezingen over verschillende onderwerpen. Daarnaast schreef hij, samen met Azwin Ressang, 'Het team in jezelf', dat als ondertitel kreeg: 'Ontdek je veelzijdigheid met het Enneagram - een kritische kijk op een populair model'. Tegelijkertijd werd zijn belangstelling gewekt voor het verschijnsel burn-out. Niet in de laatste plaats omdat hij het idee had er zelf ternauwernood aan te zijn ontkomen. Bovendien vroeg hij zich af of het mogelijk is om aan de hand van Enneagram-scores het risico op een eventuele burn-out te schatten, terwijl iemand nog gezond is of hooguit in de gevarenzone zit. Zo ontstond bij Schaper het idee voor een tweede boek, dit keer over burn-out. Bewust schreef hij niet over de zaken die in andere boeken uitgebreid aan de orde komen. Dus niet over de lichamelijke aspecten van burn-out of de ingewikkelde wisselwerking tussen lichaam en geest. Ook gaat hij niet in op de tijdgeest, de versnelling van ons werk- en leeftempo, de toenemende onzekerheid van ons bestaan of het verdwijnen van sociale verbanden en andere zaken waaraan de epidemie van burn-outklachten dikwijls wordt geweten. "Ik weet niet of mensen nu meer dan vroeger te kampen hebben met burn-outklachten. De term 'burn-out' is pas in 1974 voor het eerst gebruikt. Vóór die tijd heette het anders. Toen hadden mensen een zenuwinzinking, ze werden overspannen, ze waren overwerkt, ze waren de weg kwijt. Allemaal dingen die niet erg bespreekbaar waren. Het kwam in elk geval niet in de krant en door de eigen omgeving werd het vaak nogal makkelijk afgedaan. Ik sluit niet uit dat burn-out nu vaker voorkomt dan vroeger, maar ik doe daar liever geen uitspraken over omdat we geen vergelijkbare cijfers hebben." "Bovendien is burn-out een containerbegrip voor zeer verschillende ervaringen. Ik citeer in mijn boek wel tien definities, allemaal net iets anders. Ik houd het op het 'uitputtingssyndroom' waardoor mensen nog maar een schim van hun oorspronkelijke zelf zijn." Het gaat Schaper niet om een allesomvattende definitie. Hij hoopt met zijn boek een aanvulling te geven op wat er al bekend is over burn-out. "Ik betreed een braakliggend terrein door mijn aandacht te concentreren op twee aspecten - levensfase en karakter - die in de tot nu toe gangbare analyses ten onrechte onderbelicht zijn gebleven." Daarvoor deed hij zelf onderzoek en hield hij via de site www.burnin.nl een enquête onder vierhonderd (voormalige) burn-out patiënten. Bijna alle geënquêteerden meenden dat hun karakter had bijgedragen aan hun burn-out. Gevraagd naar de elementen in hun karakter die daar verantwoordelijk voor waren, noemden zij vooral zaken als perfectionisme, behulpzaamheid, verantwoordelijkheidsgevoel, zichzelf wegcijferen en doorzetten. Ook typeerden de deelnemers zichzelf op basis van een bijgevoegde Enneagramtest. Schaper: "Voor een deel werd wat ik op basis van literatuurstudie en ervaringen uit mijn omgeving veronderstelde, bevestigd door de uitkomsten van mijn enquête. Namelijk dat de Perfectionist en de Helper grote risico's lopen. Net als de Vredestichter, de Waarnemer en de Loyalist. Hiermee is niet gezegd dat andere types niet opbranden, alleen dat het risico bij hen kleiner is. Zelf had ik verwacht dat er meer Winnaars onder de (voormalige) burn-outpatiënten zouden zitten. Maar kennelijk onderkennen zij hun verlies eerder en veranderen zij op tijd van koers." De uitkomsten van zijn onderzoek spelen in zijn boek slechts een ondergeschikte rol. Ze dienen vooral ter onderbouwing van zijn betoog. Dat betoog is opgeknipt in zeven stukken, die elk staan voor de verschillende levensfases die mensen doorlopen. Schaper geeft de zeven bedrijven van het leven de volgende namen: Aanloop, Zoeken en proberen, Definitief spoor, Hoogtepunt, Balans opmaken, Tweede hoogtepunt en tot slot de Verlenging. In elke levensfase spelen andere thema's. Deze werkt Schaper uit aan de hand van eerder gepubliceerde interviews met bekende Nederlanders, die ooit zijn geveld door een burn-out of het gevaar lopen dat te doen. Katja Schuurman, Karin Bloemen, John de Mol en Joop van den Ende spelen een hoofdrol in het boek van Schaper. Schaper: "Ik probeer de lezer een zo authentiek en oprecht mogelijk beeld te geven van wat deze mensen over zichzelf en de keuzes in hun leven hebben verteld. Ik heb het verhaal zo geordend dat ik hoop dat het zoveel mogelijk inzicht verschaft aan mensen die ook het risico van een burn-out lopen. Door bekende Nederlanders ten tonele te voeren hoop ik mijn betoog aansprekender te maken dan wanneer ik hetzelfde zou vertellen aan de hand van wederwaardigheden van anonieme of onbekende mensen." Neem het verhaal van het succesnummer van de Nederlandse entertainmentindustrie, Joop van den Ende. Zijn werklust en gevecht om erkenning worden in de verschillende levensfases krachtig beschreven. En dan de burn-out wanneer hij 58 is. Volgens Schaper geen toeval: "De vader van Van den Ende stierf op de leeftijd van 58 jaar. Onbewust beschouwen mannen de leeftijd waarop hun vader overleed als het eindpunt van hun eigen leven, vooral wanneer hun vader stierf toen zij zelf nog jong waren. Joop was toen achttien. Dan maakt het relatief jeugdige overlijden van de vader een extra grote indruk." "Toen Joop zelf 58 was, kreeg hij ook allerlei lichamelijke klachten. Vooral zijn hoofdpijnen verontrustten hem, want zijn vader was aan de gevolgen van een hersenbloeding overleden. Dat gaf zijn eigen klachten een extra symbolische waarde. Het werd een zichzelf versterkend proces. Als zijn vader aan een hartaanval was overleden, hadden zijn hartkloppingen (waar hij ook last van had) hem waarschijnlijk extra verontrust en waren die klachten een eigen leven gaan leiden." Bij vrouwen speelt het op jonge leeftijd overlijden van de moeder minder vaak een rol bij de aanloop naar een burn-out. Schaper: "Gewoon omdat het minder vaak gebeurt dat vrouwen vóór hun zeventigste pats-boem van het ene moment op het andere worden geveld door een hartaanval. Als vrouwen jong sterven, is dat meestal om andere redenen. Ook dan gaat dat een rol spelen. Laatst vertelde een vrouw dat haar moeder was overleden toen ze veertig was en dat zij er zelf ook lange tijd rekening mee had gehouden dat zij niet ouder zou worden." Als vrouwen opbranden gebeurt dat doorgaans op jongere leeftijd dan wanneer mannen burn-out raken, zo blijkt uit verschillende waarnemingen. Deze worden ook door het onderzoek van Schaper geschraagd. Volgens Schaper komt dat doordat vrouwen eerder volwassen zijn dan mannen, zowel hormonaal als qua levensfase waar zij in zitten. Dat maakt vrouwen op een eerder moment in hun leven kwetsbaar. "Vrouwen zitten, gemiddeld gesproken, in hun werk eerder tegen het plafond dan mannen. Die hebben langere doorgroeimogelijkheden. Merkwaardig genoeg hebben vrouwen ook eerder het gevoel 'oud' te zijn of 'op de helft' te zitten. Dat is merkwaardig omdat dat gevoel wordt tegengesproken door de statistieken die onverminderd aantonen dat mannen gemiddeld jonger sterven dan vrouwen." Dat vrouwen in het algemeen vaker opbranden dan mannen wordt waarschijnlijk veroorzaakt doordat zij vaker Helper en/of Perfectionist zijn dan mannen. Of meer in het algemeen: doordat zij vaker karaktereigenschappen hebben die hen kwetsbaar maken voor burn-out, zoals bijvoorbeeld faalangst. Bijzonder van het boek van Schaper is dat hij een top-50 van waarschuwingssignalen van burn-out heeft kunnen samenstellen op basis van zijn internetenquête. Schaper: "Het lastige van de symptomen van burn-out is dat ze a-specifiek zijn. Bovendien zijn het er zoveel. Ik ben in de literatuur nog nooit een rangorde tegengekomen. Dat maakt een vroege (zelf)diagnose zo lastig, want van veel symptomen heeft iedereen wel eens last en de meeste gaan vanzelf weer over als mensen in rustiger vaarwater komen." "Door een top-50 samen te stellen, hoop ik aan te geven welke signalen in de praktijk de meeste voorspellende waarde hebben gehad. Ik gebruik deze top-50 ook in mijn coachingpraktijk. Het is een simpel, maar handzaam instrument." De 'hitlijst' wordt aangevoerd door vermoeidheid, concentratieproblemen en prikkelbaarheid. Op de volgende plaatsen staan: slecht slapen, lusteloosheid, depressiviteit, gespannenheid en hoofdpijn. Met zijn boek hoopt Schaper mensen te laten inzien of zij al dan niet in de gevarenzone zitten. Daarnaast mikt hij op partners van 'kanshebbers' en op hulpverleners. Ook managers kunnen naar zijn idee veel uit zijn boek leren. "Als ik dit boek tien jaar geleden had gelezen, zou ik in een aantal situaties waarschijnlijk meer begrip hebben getoond voor sommige medewerkers en hen beter hebben kunnen begeleiden", aldus Schaper. "Meer in zijn algemeenheid kun je stellen dat als je zelf geen klachten hebt, je ook geen idee hebt wat een ander overkomt. Door je in het fenomeen burn-out te verdiepen heb je eerder in de gaten wat er bij je medewerkers aan de hand is. Alleen door gebrek aan informatie kan een manager het probleem nog bagatelliseren." "Als je als manager inzicht hebt in welk type een bepaalde medewerker is, kun je beter je stijl van leidinggeven daar op afstemmen. Je hebt medewerkers aan wie je heel graag dingen overlaat, want als je hen iets vraagt gebeurt het goed en op tijd. Vaak zijn zij een combinatie van Loyalist, Helper en Perfectionist. Voor managers is het heel verleidelijk steeds op deze medewerker te vertrouwen. Op korte termijn lijkt dat slim, maar op lange termijn is het desastreus. Ik benadruk dat je als manager een rol hebt in het voorkomen van burn-out. Als iemand met klachten uit de top-50 van symptomen bij je komt, is een gesprek alleen niet voldoende. Het gaat niet vanzelf over." Voor meer informatie: www.frankschaper.nl