Don Tapscott heeft de laatste jaren naam gemaakt met zijn boek Wikinomics. Sindsdien is Tapscott verbonden aan een omvangrijk onderzoek onder tienduizenden jongeren van de Net Generation. Dit onderzoek leverde talrijke, vaak positieve conclusies op. Deze 'Net Generation' (of Generatie Y of Generatie Einstein zoals wij ze noemen) is de groep jongeren tussen 12 tot 30. Tapscott heeft hun gedrag en handelen beschreven in zijn klassieker uit 1996: Growing up Digital. Nu zijn deze kids volwassen, maar wel opgegroeid met internet, game devices en mobiele telefonie. Ze zijn actief binnen sociale netwerken, messaging, en sms-en frequent met hun vriendjes en vriendinnetjes. De impact van al dit interactieve, 'on demand' gedrag zou grote consequenties hebben voor alle facetten van onze samenleving in termen van onderwijs, cultuur, sociaal gedrag en politiek.
Tapscott was dus zijn tijd vooruit. In 1993 nam hij gedrag waar bij zijn kinderen dat hem bijzonder intrigeerde. Ze waren bezig met complexe games op computers, ze waren actief in fora, maakten zelf pagina's op het World Wide Web. Als 'vader' Tapscott vragen had, moest hij steevast bij zijn kinderen te rade gaan. Er was een wereld geopend die voor menig volwassenen gesloten bleef. In 1996 beschreef hij de impact van al deze nieuwe digitale mogelijkheden die door de Netters snel werden omarmd en toegepast. Tapscott onderscheidde bij deze generatie acht karakteristieken die hen onderscheiden van andere generaties: vrijheid, aanpassingsvermogen, controle, integriteit, samenwerking, entertainment, snelheid en innovatie.
In het in november te verschijnen boek Grownup Digital met als ondertitel 'How the NET Generation is Changing YOUR World' blikt Tapscott enigszins weemoedig terug. De impact is veel groter dan voorspelt. De 'internet bubble' is uiteen gespat, maar eigenlijk voorbijgegaan aan de jeugd. Zij hebben inmiddels Web 2.0 opgepakt: weblogs, sociale netwerken als Facebook en MySpace, gebruik van YouTube en Flickr, communicatie via msn en mobiele telefoons. De Net Gener is een 'prosumer': een producerende consument. Andere revolutionaire ontwikkelingen zitten in de opkomst en mogelijkheden van de mobiele telefoons.
Al deze digitale activiteit laat inmiddels diepe sporen na in het onderwijs (School 2.0), bedrijfsleven (Talent 2.0), als consument (Consumer 2.0), en in het huiselijke leven en in de politiek (Democratie 2.0) . Generiek kan van al deze facetten gezegd worden dat Net Geners in korte tijd enorm veel informatie tot zich kunnen nemen. Deels door te 'googlen', deels door hun netwerk te raadplegen. Daarnaast wordt er veel gedeeld, van mening tot werk. Specifiek geeft Tapscott handleidingen en strategieën om met de Net Geners om te gaan en ze te bereiken. Een duidelijk voorbeeld is de wijze waarop de Barack-campagne jongeren de online-tools geeft om zelf aan de slag te gaan. (De hele achterliggende strategie is opgezet door mensen die ook Facebook hebben opgezet.) Met deze tools zijn nu honderdduizenden jongeren aan de slag.
Aan het einde van het boek neemt Tapscott de tijd om in te gaan op de critici van de Net Geners zoals Mark Bauerlein in zijn boek The Dumbest Generation. (In dezelfde categorie valt het boek De @-cultuur van Andrew Keen, lees daarover Aapjes aan de macht). De al dan niet vermeende 'dark sides' van deze Net Geners (hun domheid door al die uren achter PC & gamedevice, of gewelddadig gedrag aangejaagd door agressieve games) worden vervolgens weerlegd. Kenmerk van alle kritiek: onbekend maakt onbemind. Maar er zijn zeker ook gebieden waar waarschuwing op zijn plaats zijn, zoals privacy.
Don Tapscott laat vooral zien wat de kenmerken zijn van de generatie die nu naar school gaat en straks gaat werken. Een generatie waar we niet om heen kunnen. Het wordt tijd om ons meer in hun te verdiepen.
Over Bertrand Weegenaar
Bertrand Weegenaar is als hogeschooldocent HBO-ICT werkzaam op Windesheim. Zijn voorliefde ligt bij de onderwerpen strategie, marketing, geschiedenis; biografieën en internet; e-business.