Direct aan het begin van uw boek, heeft u het over een inconvenient truth. Wat is die ongemakkelijke waarheid?
Na de agrarische, handels en industriële samenleving staan we aan de vooravond van een nieuwe golf: de digitale samenleving. Dat is geen nieuwe industriële revolutie maar een maatschappelijke revolutie. Corporate states (multinationals) zijn groter en machtiger geworden dan landen (nation states) en bepalen inmiddels zelfstandig - buiten landsgrenzen om - (spel)regels en wetten. Tien bedrijven hebben meer omzet dan de 180 armste landen in de wereld. Kijk ook naar hoe die ‘corporates’ belastingwetten omzeilen. Communities en burgers houden zich ook niet meer aan landsgrenzen en globale problemen moeten we op wereldniveau aanpakken. Landsgrenzen zijn een overblijfsel uit ons verleden. Den Haag is feitelijk uitgeregeerd. Alleen de VS en China kunnen op wereldschaal acteren. Zelfs Europa moet op zoek naar een nieuw verhaal. Het probleem erbij is dat ‘corporate states’, net als NGO’s overigens, geen democratieën zijn. We moeten op zoek naar een nieuwe vorm van democratie die past bij onze nieuwe tijd. Na liberalisme, socialisme, kapitalisme en communisme moeten we op zoek naar een nieuw -isme. Probleem is dat de zittende politieke macht en de elite niet willen zien dat er een nieuw tijdperk is aangebroken omdat ze in hun eigen bubbel zitten. Dat voelt allemaal ongemakkelijk.
U ageert in uw boek tegen large corporates. Dat die te machtig zijn. Maar ambtenaren in Den Haag ontwikkelen geen windmolens, accu’s en zelfrijdende auto’s. Het zijn multinationals die de wereld verder helpen. Hoe erg is groot?
Groot is niet erg. Ze helpen de wereld inderdaad vooruit. Erg is alleen dat er geen machtsbalans meer is. In de ‘corporate states’ en bij NGO’s is geen feedbackmechanisme dat zorgt voor tegenmacht. En een systeem zonder feedback wordt, zo leert ons de geschiedenis, altijd corrupt. Gelukkig zie je al wel iets van een tegenmacht ontstaan omdat corporates meer gaan sturen op stakeholder value dan op shareholder value en denken aan duurzaamheid, maar ik denk niet dat dat genoeg is voor een nieuwe vorm van democratisch bestuur dat past bij de huidige maatschappelijke revolutie.
In uw boek heeft u het over een glocal citizen society. Wat is dat en welke rol speelt de ‘corona butterfly’ in die overgang?
Zou je de wereldkaart opnieuw intekenen, dan zou je geen landsgrenzen meer hebben. Burgers acteren in wereldwijde communities en trekken zich niks meer aan van grenzen. Problemen (klimaat, plastic soep, gezondheid) spelen op wereldschaal en niet binnen landsgrenzen. Tegelijkertijd zie je dat burgers leven en werken in een local society. Local in een global wereld dus: glocals. Bij mij viel het kwartje dat er een maatschappelijke revolutie aan zou komen tijdens het schrijven van mijn oratie - die ik in 2017 uitsprak. De ‘intelligente lockdown’ met corona was vervolgens voor mij het signaal dat de maatschappelijke revolutie was begonnen. Corona zorgt zoals de chaostheorie aangeeft, voor een ‘butterfly effect’. Kleine aanleiding, grote gevolgen. Corona is volgens mij geen gezondheidscrisis maar een maatschappijcrisis. Onze maatschappelijke structuur blijkt er niet op te zijn ingericht om grote vraagstukken zoals corona te tackelen. Den Haag zeker niet.
En dus moeten we naar een nieuwe wereldorde met een nieuwe machtsbalans. U agendeert die zoektocht in Society 4.0. Maar het zijn vooral constateringen en vragen, het echte antwoord erop komt – nog - niet.
Ik analyseer inderdaad en kom op basis van onderzoek tot de conclusie dat we voor een nieuwe revolutie staan. In een interbellum gaat dat altijd gepaard met ongemak. Dat was niet anders dan toen Marx zijn ideeën ventileerde. Ik weet ook niet wat het antwoord is, en doe aan het einde van het boek een oproep om met z’n allen na te denken over hoe we een nieuwe democratie kunnen inrichten. Ik geef wel denkrichtingen aan. Ik pleit er voor om de macht veel meer regionaal te gaan organiseren. Met burgers samen. Technologie kan heel goed helpen om de burgers een stem te geven. Technieken als blockchain kunnen zorgen dat er een betrouwbaar platform is waar macht in balans is. Misschien gaan we wel naar een blockchain society. Ik denk dat regio’s van 50 bij 50 kilometer een goede omvang zijn om ‘glocal’ te kunnen zijn. Genoeg invloed op de regio om toch mondiaal te kunnen denken. We hebben in Nederland veel te veel bestuurslagen. Denk eens aan het kantonsysteem van Zwitserland. Burgers kunnen daar onderwerpen agenderen middels een referendum en de landelijke overheid moet daar naar luisteren. Dat werkt best prima. Gebruik daarbij techniek om burgers mondig te maken. In Denemarken heb je de vrijstad Chirstiania die ook experimenteert met nieuwe vormen van democratie. Mooie vorm van glocal. Vroeger hadden we de Republiek der 7 Provinciën. Misschien moeten we naar een Republiek van 20 regio’s in Nederland. Europa is de bakermat van de democratie en heeft het in zich om naast de VS en China een nieuw blok te vormen dat de wereldproblemen kan aanpakken. Maar dan wel zonder de landsgrenzen van nu. Europa moet op zoek naar een nieuw verhaal. De wereld moet op zoek naar een nieuwe vorm van democratie. Nogmaals, hét antwoord erop heb ik ook nog niet. Society 4.0 wil wel een aanzet geven om tot die nieuwe wereld te komen. Dat doe ik aan de hand van acht key issues die we op moeten lossen. Rethinking: the nation state concept, governance of society, world governance, industrial capitalism, income distribution, human life, labour, en natural living. Laat dat mijn bijdrage zijn.
Maar Den Haag is exit.
De politieke partijen van nu zijn een overblijfsel van het industriële tijdperk. Gebaseerd op zuilen. Gebaseerd op de verdeling tussen arbeid en kapitaal. Die tweedeling is er niet meer. Het is gebaseerd op een wereld die niet meer bestaat en past niet bij de vraagstukken van deze tijd. Iedereen maakt tegenwoordig ook zijn eigen partij. Dat is een bewijs van de maatschappelijke revolutie. We leven in ons verleden. Het is tijd voor nieuwe antwoorden.
Fotografie: Marc Driessen