Mensen die geobsedeerd zijn door zichzelf, die zichzelf graag opblazen en niet zoveel oog hebben voor anderen worden narcistisch genoemd. In zijn boek Een spiegel voor narcisten geeft psycholoog Martin Appelo maar liefst vijf voorbeelden van mensen die ‘het’ waren of zijn: Pim Fortuyn, Zlatan Ibrahimovi, Steve Jobs, Nina Brink en Neelie Kroes. De psycholoog verdiept zich in de levensverhalen van de beroemdheden, pluist uit waar overeenkomsten liggen en waar duidelijke aanwijzingen voor een narcisme naar voren komen.
Het instrument dat psychologen gebruiken om te achterhalen of iemand een narcistisch karakter heeft, de zogenaamde Narcisistic Personality Inventory, is al niet eenvoudiger. Na het invullen van een lijst van veertig vragen rolt er vaak pas het antwoord uit. En dat terwijl het zoveel eenvoudiger kan, zo suggereert recent onderzoek. Onderzoekers van de Ohio State University legden mensen voor: ‘In welke mate ben je het eens met de stelling: Ik ben een narcist? (Het woord narcist betekent egoïstisch, op jezelf gericht en ijdel).’ Hoe meer mensen het met deze stelling eens waren (op een schaal van 1 tot 7), des te narcistischer ze waren in andere metingen.
Volgens onderzoeker Brad Bushman schamen narcisten zich er helemaal niet voor dat ze zichzelf nogal hoog hebben zitten. Integendeel. ‘Mensen die narcist zijn, zijn daar bijna trots op. Je kunt ze er direct naar vragen, omdat ze narcisme niet als een negatieve kwaliteit zien – ze geloven dat ze beter zijn dan andere mensen en vinden het prima om dat publiekelijk te zeggen.’