Wat is sprankelkracht?
De kern van je sprankelkracht zit in de overlap tussen je talenten en je competenties, dus: waar word je blij van, waar krijg je energie van, waar gaan jouw ogen van sprankelen? En in welke vaardigheden, kennis, kunde ben jij goed? Daarbij speelt ook mee wat jij echt belangrijk vindt in het leven, dus: vanuit welke kernwaarden leef jij? En hoe kan je iets toevoegen voor een ander vanuit jouw talenten, competenties en kernwaarden? Veel mensen noemen dat missie, ik noem dat hartenwens. Sprankelkracht is dus waar je blij van wordt, waar je goed in bent, wat jij belangrijk vindt en hoe jij iets kan toevoegen voor anderen. En dat werkt alleen in de juiste context, oftewel werkomgeving. Ik zie namelijk verrassend veel mensen die totaal niet floreren en geen werkgeluk ervaren ondanks hun talenten, competenties en hartenwens, omdat dit alles niet past bij hun werkomgeving.
Kan je hier een voorbeeld van geven?
Het sociaal experiment van The Washington Post uit 2007 laat goed zien dat zelfs een uitblinker niet kan schitteren in de verkeerde context. Tijdens het experiment speelde een violist 45 minuten op een metrostation. Ruim duizend mensen liepen voorbij, slechts een handjevol stopte en een enkeling klapte. Zijn totale opbrengst was dertig dollar. Dezelfde violist – Joshua Bell - stond twee dagen eerder met dezelfde Stradivarius-viool t.w.v. 3,5 miljoen dollar in een uitverkocht theater in Boston waar hij precies hetzelfde repertoire voor een uitzinnig publiek speelde en circa 60.000 dollar verdiende. Dit experiment laat duidelijk zien dat talenten in de verkeerde omgeving – context – niet altijd kunnen schitteren. En zo vind je overal getalenteerde mensen die niet gewaardeerd en gezien worden, totdat ze in de juiste omgeving komen en opbloeien.
En daardoor dacht jij: het is nodig dat mensen hun sprankelkracht vinden, en besloot je jouw boek te schrijven?
Precies. En ook doordat ik dankzij organisatie-, teamontwikkeling en leiderschapsprogramma's binnen veel organisaties zie dat opvallend veel mensen dingen doen die passen bij hun ‘niet-talenten’. Vaak ook doordat ze bevraagd worden op aspecten die ze op zich goed kunnen, maar waar ze helemaal niet blij van worden. Als je dat dag in dag uit doet, loop je leeg en word je doodmoe. Uit onderzoek van Gallup blijkt ook dat slechts zeventien procent van de mensen dagelijks vanuit hun sterke punten werkt. Ontzettend weinig dus. Dan heb je nog een bups die overspannen is en niet goed in z'n vel zit. En het overgrote deel staat in een soort slaapstand en moet wakker geschud worden om eindelijk te gaan sprankelen. Het goede nieuws is dat dit geen ingewikkelde trajecten hoeven te zijn. Je kunt namelijk veel kleine dingen aanpassen, waardoor jouw huidige werkcontext beter gaat passen. Je hoeft echt niet meteen op zoek naar een nieuwe baan. Hierbij komen tools als jobcraften en Playful Workdesign goed van pas.
Wat houdt jobcraften in?
Jobcraften is een concrete manier om je werk leuker en uitdagender te maken met kleine veranderingen. Die zijn relatief makkelijk door te voeren en zorgen ervoor dat je werk beter bij jou past. Denk aan betekenisvollere of uitdagendere taken toevoegen, versnipperde, energieslurpende taken samenvoegen waardoor het minder energie kost of dit soort taken delen met collega’s. Ook kan het helpen je werkomgeving of werktijden aan te passen, zodat het beter bij je past. En bedenken welke betekenis je kunt vinden in je werk: voor jezelf en voor anderen.
En Playful Workdesign?
Dat gaat meer over: hoe maak je saaie klussen leuker? Zoals het populaire filmpje van de steward die voor de zoveelste keer op één dag dezelfde veiligheidsinstructie moet geven, en besluit deze te rappen. Zo maakt hij zijn werk leuker en iedereen is onder de indruk, omdat hij er talent voor heeft. Je kunt dus met relatief kleine aanpassingen je baan veel beter laten aansluiten bij jezelf. Daarvoor hoef je niet per se een andere baan te zoeken. Soms wel, maar dat is vaak voor het merendeel van de mensen helemaal niet nodig.
Merk jij dat de meeste mensen verwachten dat er veel moet veranderen voordat je werkgeluk vindt, en vanuit angst dan maar niks doen?
Ja, velen weten ook simpelweg niet waar te beginnen. Ze zijn het overzicht kwijt en niet bewust wat nu precies het probleem is. Daarbij helpt ook niet mee dat je van kinds af aan leert vooral hard te werken om van die ene 4 een 6 te maken. Ik zie die reparatiecultuur ook in het bedrijfsleven. Denk aan je functioneringsgesprek. Vaak bespreek je de eerste tien minuten wat goed gaat en de rest van het uur gaat het over dat ene ding waar je niet goed in bent, en wat jij gaat doen om dat te verbeteren. Wij zijn in onze cultuur heel erg gefocust op het ontwikkelen van je zwakke punten. Dat kost energie, terwijl je daarin nooit een topper kan worden en uiteindelijk op alle vlakken zelfs een zesje wordt. Zo creëren we samen een zesjescultuur. Je kunt beter slim omgaan met je zwakke punten en kijken hoe je meer ruimte kan geven aan je sterke punten. Dat vind je leuk om te doen, dat past bij je en daarin kan jij je snel ontwikkelen. Op die manier groei je als een dolle en het leuke is, het gaat nog vanzelf ook. Helaas zie ik die werkcultuur maar op weinig plekken terug.
Wat zijn goede manieren om met je zwakke punten om te gaan?
Als zwakke punten slechts een stukje van je werk zijn, dan kun je met verschillende strategieën uit mijn boek aan de gang om dat anders te organiseren. Ik vind plannen en organiseren bijvoorbeeld niet zo leuk, maar het is niet de kern van mijn werk. Dus ik kan het slim organiseren met een bepaald systeem dat me hierbij helpt of door een expert in te huren die het voor mij doet. Is het wel een groot gedeelte van je werk? Dan moet jij je achter je oren krabbelen of je in een goede context zit. Want als je de hele dag moet doen wat je niet goed kan of niet leuk vindt, dan gaan je lampjes uit en keldert jouw zelfvertrouwen. Het daagt helemaal niet uit om jezelf te zijn. Weet ook: je kan niet iemand anders worden, je kan alleen maar meer jezelf worden, maar daarvoor moet je wel jezelf durven, kunnen en mogen zijn.
Wat is het verschil tussen talenten en competenties en hoe herken je die?
Van talenten word je blij, je krijgt er energie van en je ogen gaan ervan stralen. Competenties kun je aanleren: vaardigheden en kennis die je met een opleiding en cursus verder kan ontwikkelen. Volgens mijn moeder hielp ik als kind vriendjes en vriendinnetjes al door bijvoorbeeld samen te gaan leren voor een vak waar zij meer moeite mee hadden. Nu is het mijn vak mensen te helpen zich te ontwikkelen: ergens zat dat er dus altijd al in, daarbij vind ik het leuk en het geeft me energie. Tegelijkertijd heb ik er ook veel vaardigheden voor moeten leren, zoals: hoe bouw ik een goed ontwikkelprogramma op voor individuen, managers en teams, welke werkvormen gebruik ik? En heb ik ook kennis over bijvoorbeeld talent en leiderschap op moeten doen. Ik heb dus vaardigheden moeten leren om anderen te trainen en coachen, waardoor ik mijn talent nog beter kan inzetten. Daarnaast helpt het je bij het in kaart brengen van jouw competenties, talenten en kernwaarden om dit samen met iemand te doen.
Hoe zit dat precies?
Een ander ziet het vaak scherper dan jij. De ander spiegelen en dit samen bespreken helpt je ook verder als het gaat om het benutten en inzetten van jouw talenten, competenties en kernwaarden in teamverband. Je bent bijvoorbeeld onderdeel van een groep financiële adviseurs, waarbij jullie allemaal een stukje accountmanagement moeten doen. De één vindt het hartstikke leuk om met managers het gesprek te voeren, de ander totaal niet. Die is juist weer heel goed in details en het maken van rapportages. Dan kun je stellen: we hebben dezelfde functie, dus moeten precies hetzelfde doen. Of je maakt een verdeling op basis van competenties en talenten. Dus de een neemt de lead in alle accountgesprekken, jullie maken samen de rapportages, waarbij de ander zich meer richt op het detailwerk. Op die manier is iedereen blij. De gesprekken met de manager worden beter, de rapportages worden beter, en uiteindelijk haal je als team betere resultaten. Het grappige is dat managers bij voorbaat vaak denken: als we zo gaan werken blijven straks alle rotklusjes liggen.
En dat gebeurt dus niet?
Het is een aanname dat iedereen dezelfde dingen leuk en stom vindt, terwijl dat vaak helemaal niet het geval is. Daarbij geldt ook: als elk teamlid vanuit zijn sprankelkracht werkt, kom je in een bepaalde flow. Als er dan toch minder leuke klussen overblijven, is het een stuk minder erg om die onderling te verdelen. Als het maar in balans is.
Over flow gesproken: je schrijft ook dat uit onderzoek blijkt dat slechts 15% van alle werknemers dagelijkse flow ervaart en ongeveer 15% nooit. Hoe kom je in die flowzone?
De onderzoeker Mihály Csíkszentmihályi legt het mooi uit: als jouw talenten, competenties en uitdagingen samenvallen zit je in jouw flowzone. Hierdoor kun je in een heel snelle leercurve komen, en uiteindelijk meesterschap in je werk bereiken. Dit doe je door jezelf steeds een beetje meer uit te dagen. De eerste keer dat ik als talentontwikkelaar voor een groep medewerkers stond, vond ik het nog spannend. Vervolgens daagde ik mezelf uit door een opdracht voor MT-leden aan te nemen. Daarna volgden directieleden, en zaaltjes van honderd man. Steeds weer zoek ik naar een nieuwe uitdaging die mijn werk nog spannender en leuker maakt, zoals het schrijven van een boek.
Na het ontdekken van je competenties en talenten kom je bij jouw hartenwens, wat is hierbij belangrijk?
Je hartenwens is een soort kompas. Daarmee geef je richting en kom je erachter: dit is wat ik graag wil toevoegen, dit is mijn diepste wens en missie. Denk niet dat het wereldveranderend moet zijn - geen ‘I had a dream-praktijken’ - want dan blokkeer je. Bouw het op in kleine stapjes, zodat je het stapsgewijs kunt ontdekken. Hierbij helpt de oefening om je talenten, competenties en kernwaarden op een groot vel te schrijven, en daarmee te schuiven tot je helder ziet: zo maak ik het verschil voor een ander.
Om vervolgens je sprankelkracht extra te boosten adviseer je aan de slag te gaan met een groeigerichte mindset en breinpower. Waarom?
Het helpt je zoveel als je snapt hoe jouw brein werkt, als je de kracht van je gedachtes begrijpt – gedachtenkracht - en weet hoe je een groeigerichte mindset creëert. Zo leer ik je hoe je belemmerende gedachten kunt omzetten in positieve energieke gedachten. En je brein te trainen, zodat je nieuwe neuronpaadjes creëert die jou helpen te bereiken wat jij wil. Deze neuronpaadjes versterk je door bepaalde gedachten vaker te hebben. Dat betekent dat wij onze gedachten en brein dus kunnen trainen, net als spieren. Dit gebruiken topsporters bijvoorbeeld ook voor betere sportprestaties.
Hoe werkt dat precies?
Om hun brein te trainen visualiseren veel topsporters een succesvolle race of wedstrijd vooraf tot in detail. Zoals ex-profveldrijdster Sanne van Paassen deed om vervolgens de wereldbeker Veldrijden te winnen. Voor elke wedstrijd lag ze met haar ogen dicht op de bank en nam de hele route door alsof ze hem fietste. Inclusief lastige bochten en afdalingen. Ze voelde haar ademhaling, de wind langs haar wangen en haar spieren aanspannen als ze moest versnellen. Allemaal doordat de ervaring echt was in haar hoofd en haar lichaam hierop reageerde. In een interview na de winst stelde Sanne zelfs dat ze de wereldbeker nooit had gewonnen als ze dit vooraf niet had gevisualiseerd.
Het helpt mij ook voor een grote sprekersklus. Dan visualiseer ik vooraf hoe ik daar sta en op welke manier ik mijn presentatie overbreng op het publiek. Als ik uiteindelijk op het podium plaatsneem, gaat het meer automatisch omdat ik mijn brein al heb geleerd wat wanneer te doen.
Tot slot tip je als handige tool voor de toekomst het 6V-model, vertel!
Van huis uit ben ik organisatieadviseur en verandermanager en dit 6V-model van David Cooperrider komt uit de veranderkunde. Niet alleen als team, maar ook als individu kan je het supergoed gebruiken. Het is makkelijk te onthouden en toe te passen, en draait om: waar wil je meer van? Vervolgens zoek je voorbeelden bij jezelf die laten zien dat dit al een beetje lukt. Dat geeft een zelfvertrouwenboost. Dan ga je jouw droom verbeelden: hoe ziet het eruit als het allemaal lukt en je het helemaal doorleeft? Daar word je blij van. Om dit te verwezenlijken bedenk je kleine stapjes waar je makkelijk nieuwe gewoontes van kunt maken. Dus: wat wil je, wat kan je, wat heb je hiervoor nodig en welke nieuwe gewoontes kun je daarvan maken?
Op het moment dat ik bijvoorbeeld bedacht: ik wil als expert op het gebied van werkgeluk en talentontwikkeling voor mezelf beginnen, startte ik met het voornemen één relevant netwerkgesprek per maand te plannen. Van het allereerste gesprek profiteer ik nog altijd. Daar is mijn eerste opdracht uitgekomen, mijn netwerk van gegroeid en voor deze opdrachtgever werk ik nog steeds. Als ik mezelf had voorgenomen: ik moet als zzp’er binnen een jaar een jaarinkomen verdienen, was ik geblokkeerd, want waar te beginnen? Om expert te worden ben ik naast alle opleidingen ook elke dag gestart met een half uurtje vakliteratuur lezen. Makkelijk vol te houden en het leuke is dat tijdens het aanleren van die nieuwe gewoontes je ook nieuwe kansen en mogelijkheden gaat zien. Zo stapelen alle succesjes zich op, waardoor het een sneeuwbaleffect krijgt en je voor je het weet je mooiste leven leidt. In mijn geval anderen helpen met het vinden van hun sprankelkracht door trainingen, workshops en nu dus hopelijk ook via mijn boek.
Over Kim Buitenhuis
Kim Buitenhuis is freelance journalist voor diverse (online) magazines en mediabureaus, waaronder Grazia, Marie Claire en Ouders van Nu.