In haar boek De lege hemel onderzoekt filosoof Marjan Slob het begrip eenzaamheid en hoe het zich verhoudt tot wie wij zijn als mensheid. Met voorbeelden uit de literatuur en het leven van wetenschappers en artiesten legt ze verhelderende inzichten bloot. Ze doet dat vanuit een praktische, nuchtere kijk op gevoelens van eenzaamheid gedurende onze levensloop.
Slob heeft het niet zo met bezorgde cultuurcritici die eenzaamheid zien toenemen als gevolg van ons gebruik van schermen en individualistische levensstijl. Chronische eenzaamheid als aandoening vindt ze eveneens een misleidende gedachtegang. Slobs kracht als filosoof is om eenzaamheid uiteen te zetten vanuit onze cognitieve en sociale vermogen als mens. Dat begint bij ons vermogen tot reflectie. We hebben een binnenwereld. We kunnen nadenken over onszelf en daar woorden aan geven. We kunnen bovendien zelf bepalen hoeveel we daarvan laten zien en delen met anderen. Wie we zijn, is niet een ongrijpbaar ‘zelf' als kern die naar buiten moet worden gedrukt. Ons zelf ontstaat op de scheidslijn tussen binnen- en buitenwereld. Het is het vlies waar lichaam en wereld elkaar treffen. We gebruiken woorden om betekenis te geven, om de wereld en onszelf te begrijpen.
Belangrijke denkers in het verhaal zijn de cognitiefilosoof Daniel Dennett en de socioloog Erving Goffman. Dennett benoemt de innerlijke ruimte van privégedachten om onszelf als mens te duiden en in een context te plaatsen. Zo kan ons lichaam onze belangen beter, verfijnder en tactischer behartigen. Goffmans theorie gaat over de rollen die we in ons dagelijks leven innemen. Vanuit die rollen staan we op een podium. Maar evengoed hebben we de coulissen nodig om uit te blazen en in onze schulp te kruipen. Zo geven we vorm aan onze performance. Daarbij verliezen we altijd iets van ons potentieel dat niet tot uiting kan komen. Die afstand tussen performance en potentieel kan ons eenzaam doen voelen.
De opbouw van het boek volgt onze levensloop. Hoe we met een schreeuw het leven in komen, en ons gedurende onze ontwikkeling, in de pubertijd en als volwassene, op een andere manier eenzaam kunnen voelen. Ze beschouwt ook het aspect van prettig alleen zijn, solitude in het Engels. Door de hoofdstukken heen bespreekt ze op een plezierige manier allerlei boeken en films die iets vertellen over eenzaamheid. Wetenschappers en filosofen zoals Blaise Pascal, Jean-Jacques Rousseau, Frans de Waal en Simone de Beauvoir passeren de revue. David Bowie wordt opgevoerd als illustratie van iemand die behendig met maskers, rollen en identiteiten omgaat. Michael Jackson even zo, maar was daar in zijn leven iets minder in geslaagd.
Slob heeft een luchtige, nuchtere toon van schrijven en slaagt erin om op een toegankelijke toon een filosofisch verhaal uiteen te zetten. Haar analyse is uitermate boeiend en De lege hemel bleef aan mijn handen geplakt. Ze eindigt met de praktische conclusie dat het helpt om jezelf niet te serieus te nemen. Als je speelruimte behoudt voor het onbestemde, dan kun je je verbonden voelen met anderen op een manier die je nooit had kunnen bevroeden. Als we een gemis voelen bij onze beleving van de wereld hoe die is, en hoe die zou kunnen zijn, dan staan we open voor verbinding.
Een mooi antwoord op gevoelens van eenzaamheid.
Over Freija van Duijne
Freija van Duijne was van 2013 tot 2018 voorzitter van de Dutch Future Society. Zij heeft meer dan tien jaar werkervaring als toekomstverkenner en strateeg in diverse overheidsorganisaties. Freija werkt vanuit haar bedrijf Future Motions en geeft trainingen en lezingen op gebied van toekomstverkennen.