Menig lezer zal veel inzichten uit ‘Inspiratie en inzet in organisaties’ direct in de praktijk kunnen brengen en de eigen organisatiestructuur opnieuw voor het licht houden. Een boek dat mij als lezer inspireerde en tot nadenken heeft gezet. Ook fronste ik regelmatig de wenkbrauwen, met name omdat het werk deels een (verhelderende) verdieping op het alom bekende kernkwadrant is.
Toch jammer, ik had graag meer gelezen over nieuwe inzichten. Twintig jaar geleden schreef de Nederlander Ofman zijn eerste boek waarin het kernkwadrant centraal stond. Dit kernkwadrant heeft hem internationaal op de kaart gezet.
Het kernkwadrant is in de wereld van coaching en training zelfs zo bekend, dat veel Nederlanders denken dat Ofman een Amerikaan is. Mede vanwege zijn voorgeschiedenis ben ik erg benieuwd naar deze nieuwe titel. De titel en subtitel, ‘Inspiratie en inzet in organisaties - als harder werken niet meer werkt’ zijn veelbelovend, heeft Ofman opnieuw een revolutionair boek gelanceerd?
In ‘Inspiratie en inzet in organisaties’ staan drie ‘werelden’ centraal: de het-wereld, de wij-wereld en de ik-wereld. Ofman beschrijft deze drie werelden om de samenhang duidelijk te maken tussen de verschillende thema’s uit zijn eerste boek, zijn inzichten zijn hierover namelijk veranderd. Ook is hij ervan overtuigd dat inzet en gedrevenheid het verschil gaan maken de komende jaren.
Het boek is bedoeld voor iedereen die in organisaties werkt en een pleidooi voor een integrale aanpak die de grenzen zichtbaar maakt voor de maakbaarheid van organisaties. Het boek gaat eigenlijk, zo geeft hij zelf aan, ‘over wat ik 21 jaar gelden had willen zeggen, maar toen nog niet kon’.
De het-wereld, de wij-wereld en de ik-wereld worden in drie alineas toegelicht in het eerste hoofdstuk. De drie thema’s zijn waarheid (het), juistheid (wij) en schoonheid (ik). Alle drie de thema’s zouden op ieder moment en bij elk onderwerp evenveel aandacht vragen. Problemen die we ervaren zijn te wijten aan een disbalans tussen deze drie werelden.
Op een vermakelijke manier beschrijft de auteur de drie werelden als planeten waar de bewoners de nadruk op juist een van de drie thema’s legt en maakt hiermee pijnlijk inzichtelijk dat bij veel organisaties de balans inderdaad zoek is. De drie thema’s worden uitgebreid verdiept door middel van praktijkvoorbeelden, verwijzingen naar anderen (boeken, auteurs, ‘wijzen’) en quotes. Zowel de krachten, valkuilen als de uitdagingen worden uitvoerig beschreven en daar is direct de link te vinden met het kernkwadrant.
Door het hele boek zijn veel grafische overzichten te vinden van synoniemen van woorden die de auteur gebruikt. Hij doet dit om verbanden inzichtelijk te maken en om aan te tonen welke woorden juist wel of erg weinig met elkaar van doen hebben. Een verhelderende verdieping op zijn voorgaande boek, dat is het zeker.
Toch ervaar ik dat het kernkwadrant regelmatig wordt uitgemolken. Ofman introduceert bijvoorbeeld dubbelkwadranten en cultuurkwadranten en in de bijlagen staan bijna 10 pagina’s met een overzicht van mogelijke kwaliteiten, valkuilen, uitdagingen en allergieën, overbodig in mijn ogen. De ergernissen over het verkeerd gebruik van het kernkwadrant en extra uitleg hierover hebben iets te veel ruimte gekregen in dit verder prachtige boek. De nieuwe inzichten, ervaringen en sprekende voorbeelden zijn duidelijk en animerend beschreven.
Voor de lezer die door het boek bladert en de relevante hoofdstukken en alinea’s eruit licht is het een waardevolle aanvulling op de bestaande managementliteratuur. Veel leiders zullen baat hebben bij de verzameling van inzichten en bevindingen om organisaties (nog) ‘beter te maken’.