Zeker voor zijn omvang is 'Praktijkgericht kennismanagement' behoorlijk ambitieus in de onderwerpen die het behandelt. Het begint met een introductie op kennis en kennismanagement (KM), de basisprincipes van KM en de kenniswerker. Dan volgen hoofdstukken over de analyse van de kennissituatie in organisaties en over KM-instrumenten; aan het instrument Communities of Practice is een apart hoofdstuk gewijd.
In de laatste twee hoofdstukken gaan Donald Ropes en Christiaan Stam in op het meten van KM-effecten en van intellectueel kapitaal. Zoals bekend, is KM een breed terrein en zijn er voor veel concepten verschillende definities in omloop. De auteurs erkennen dit en presenteren dan ook bijvoorbeeld een aantal definities van 'kennis'. Tegelijkertijd compliceren ze het thema soms door begrippen te verklaren met behulp van andere. Het begrip 'kenniswerker' bijvoorbeeld wordt uitgelegd in termen van een 'kennisintensieve organisatie'. Hoewel niet onjuist, vertroebelt dit de in het algemeen duidelijke uitleg.
Het hoofdstuk over de kenniswerker is helaas toch al minder precies geschreven dan het merendeel van het boek. Zo wordt wel drie keer gemeld dat kenniswerker geen beroep is. Ook bevat het boek passages waar auteurs en redactie evenwichtiger te werk hadden kunnen gaan. Waarom McKinsey's 7S-model van organisatiefactoren kort introduceren en later in het boek, zonder aan dit model te refereren, een weliswaar verwant maar toch ander model hanteren om dit onderwerp uit te werken? Waarom de heldere uitleg van indicatoren pas in hoofdstuk 8 presenteren, terwijl hoofdstuk 7 al indicatoren gebruikt?
Ondanks mijn kritiek werd ik tegen het eind van het boek, na de uiteenzetting over communities, weer enthousiaster. Het hoofdstuk dat de effectmeting van kennismanagement bespreekt, is eerder als artikel gepubliceerd. Wat waarschijnlijk mijn laatste vraag beantwoordt en verklaart waarom het nieuwe begrip 'hefboom' helaas niet wordt uitgelegd. Deze effectmeting, evenals die van intellectueel kapitaal, ontbreekt in praktijk nog geregeld bij organisaties, waarschijnlijk omdat men onvoldoende idee van de mogelijkheden heeft.
De bespreking van bestaande meetmethoden en de praktijkvoorbeelden in het boek zijn dan ook erg nuttig. Ook de beschrijving van de relatie tussen KM en intellectueel kapitaal is volkomen op zijn plaats. Door deze slothoofdstukken steekt het boek boven andere KM-inleidingen uit, al doet het zoals gezegd een flink beroep op de lezer, die in ruim honderd pagina's veel voorgeschoteld krijgt. Hierbij helpt het dat de tabellen, (online) tests en aanbevolen literatuur telkens to-the-point zijn. Al met al dekt de titel 'Praktijkgericht kennismanagement' de lading van het boek behoorlijk, met dien verstande dat lezers die nog niet in die praktijk werkzaam zijn, wel wat begeleiding kunnen gebruiken.
Over Marjan Grootveld
Dr. Marjan Grootveld is senior adviseur en onderzoeker bij Zenc in Den Haag.