De drie Hoogleraren Berden, Houwen en Stevens stellen in dit boek de consequenties van de Wijziging van de Wet toelating zorginstellingen en enkele andere wetten teneinde investeringsmogelijkheden in medisch specialistische zorg te bevorderen, aan de orde. Dat vindt plaats op verschillende niveaus: bestuurlijk, juridisch, financieel-economisch en fiscaal. Het boek is volgens hen geen handboek: private investeringen in de zorg! Daarvoor is de praktijk tè divers. Standaardconcepten bestaan niet. Het boek is vooral een omvangrijk hulpmiddel om op de nieuwe ontwikkelingen te kunnen reflecteren, speciaal voor bestuurders en beleidsmakers. De grootste groep medewerk(st)ers in de gezondheidszorg, de verpleegkundigen en verzorgenden, komen in de beschouwingen niet tot nauwelijks aan de orde. Terwijl de gevolgen van de voorzichtig ingezette privatisering toch vooral op hun bordje terecht komt. Denk aan de grootste thuiszorgorganisatie TSN, aan het Ruwaard van Puttenziekenhuis in Spijkenisse dat failliet ging en andere ontslagen in de gezondheidszorg. De volgende thema’s worden achtereenvolgens besproken: De bekostiging van ziekenhuizen werkt op dit moment niet voldoende zeggen Marcel Canoy en Michiel Verkoulen. Vooral omdat de overheid in feite een quasimarkt heeft ingevoerd. Zij pleiten voor eliminatie van de fiscale faciliteiten voor specialisten, elimineren van toetredingsdrempels, bestrijden van vorming van regiomaatschappen, bestuursverantwoordelijk maken voor de gehele economische eenheid inclusief de maatschappen en uitkomstenbekostiging in plaats van productie. Buitenlandse ervaringen met private investeerders worden door Patrick Jeurissen en Hans Maarse besproken. Guus van Montfort en Rob van Wylick vergelijken Nederlandse ziekenhuizen met die in het buitenland. Zij pleiten voor bestuurlijke en financiële participatie van de medisch specialisten voor het gehele ziekenhuis. Piet-Hein Buiting constateert ook dat ziekenhuizen tè veel duaal zijn georganiseerd, waardoor er te weinig verbinding is tussen medisch-inhoudelijke en bedrijfsmatige aansturing van de zorgprocessen. Het begrip winst wordt door Gerty Lensvelt-Mulders nader verkend. Er is bijvoorbeeld verschil, zo niet een tegenstelling, tussen economische rationaliteit en relationele keuze. Tussen een kwetsbare zieke en een kritische zorgconsument. Hoe moet je een ziekenhuis waarderen? Dat beschrijft Joost Plus, waarbij hij vooral de financieel-economische waarde noemt. Wat zijn de gevolgen voor de kapitaalskosten en continuïteit van een ziekenhuis in de verschillende financieringsmodellen? Dat beschrijven Wouter Klijn, Christiaan Hameeteman en Remco van Daal. De jaarverslaglegging zal ook gaan veranderen als ziekenhuizen private ondernemingen gaan worden. Dat beschrijven Jos Blommaert en Bart Kamp. En als er winst uitgekeerd wordt, dan zal de rechtsvorm van een ziekenhuis gaan veranderen in een nv-,bv- of een coöperatie . Dat is de bijdrage van Louis Houwen. Europese regelgeving gaat dan ook een rol spelen, volgens Johan van Manen en Wolf Sauter. Wat mag worden uitbesteed? Onder welke voorwaarden? En hoe zit het dan met de verantwoordelijkheid voor klachtrecht, kwaliteitswet, medezeggenschap? Lieske de Jong en Louis Houwen schrijven daarover in hoofdstuk 12. Het bestuur zal, ook onder het nieuwe wettelijke regime waarin winst mag worden gemaakt, toch rekening moeten houden met het publieke belang, vindt Cor van der Sangen. Maar hoe zit het met de persoonlijke aansprakelijkheid van bestuurders? Daarover schrijft Wim Weterings. Publiekrechtelijke waarborgen worden onder de aandacht gebracht door Emke Plomp en in het daarop volgende hoofdstuk 16, gaat Hans Linders in op de positie van het maatschappelijk vermogen van ziekenhuizen, dat soms met dubbeltjes en kwartjes van de plaatselijke bevolking is opgebouwd. Wat zijn de fiscale gevolgen van toekomstige winstuitkering in de zorg? Marc van Dijl en Stan Stevens vragen zich af of de bestaande vrijstelling van ziekenhuizen kan blijven bestaan. En wat betekent dat voor de fiscale positie van de medisch specialisten, die sinds 2015 niet meer zelfstandig declareren? Peter Esser, Marlijn Moors en Stan Stevens zetten dat op een rijtje. Brenda Coebergh en Stan Stevens doen dat ook specifieker over de nieuwe gezagsrelatie die dan ontstaat. U merkt het aan de opsomming van alle thema’s. Dit is een zeer uitgebreid overzicht van alle wijzigingen in de financiering van zorginstellingen, met speciale aandacht voor de medisch specialisten. Maar ik zou meer aandacht voor de consequenties van dit alles voor de ziekenhuismedewerk(st)ers óók op haar plaats vinden in dit boek. Want zonder hen wordt geen enkele medisch specialistische handeling verricht. En dat blijft ook zo bij verdere commercialisering van de gezondheidszorg. Dat de SER heel recent meer aandacht voor werknemersbelangen bij faillissementen vraagt, is daarbij een teken aan de wand.
Recensie
Financiering van zorginstellingen
Waarom kent Nederland nauwelijks private ziekenhuizen en kennen bijvoorbeeld Duitsland (Helios, Asklepios en Rhön-Klinikum), het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten wèl een commerciële ziekenhuissector? Wat gaat de komst van de nieuwe Wet privaat Kapitaal, per 1 juli 2014, betekenen? En waarom weer sleutelen aan ons zorgstelsel, dat internationaal meer dan nationaal, terecht wordt geprezen vanwege zijn hoge kwaliteit? En dat al vele jaren lang! Bespiegelingen op deze vragen staan in 19 hoofdstukken te lezen, geschreven door 28 specialisten op het terrein van de financiering van ziekenhuizen.
Arie Buvens
|
21 januari 2016