Ik vond Het slimme onbewuste destijds een feest van herkenning, vooral omdat het ingaat op een van de psychologische vragen die ik mij in mijn schrijven en werk ook iedere dag stel: Weet jij waarom mensen doen wat ze doen of vinden wat ze vinden?
Overvallen...
Dijksterhuis is gefascineerd door hoe we onze kijk op de wereld vaak onbewust vormen, en ons tegelijkertijd zo weinig bezighouden met wat ons op dat onbewuste niveau bezighoudt. In zijn nieuwe boek, zijn negende alweer, doet hij een uitstekende poging om het onbewuste aan Inspiratie bewuster, en daarmee meer grijpbaar voor iedereen te maken.
Dus ... Hoe zit het met inspiratie? Inspiratie heeft ook voor mij iets abstracts en ongrijpbaars, een fenomeen waar moeilijk vat op te krijgen is. Het lijkt me meestal plotseling te overvallen, en vaak als ik er niet bewust naar op zoek ben. Vaak gebeurt dat op momenten dat ik niet actief met iets bezig ben. In Dijksterhuis’ boek lees ik dat het voor iedereen goed toegankelijk is, niet alleen voor creatievelingen, zoals kunstenaars. En, heel soms waait het aan. Dat overkwam Ap Dijksterhuis zelf ook, op een wetenschappelijk congres. Tijdens een praatje van een collega kreeg hij uit het niets een inval voor zijn onderzoeksagenda van de volgende drie jaar. Nadat hij zich een paar uur had teruggetrokken op zijn hotelkamer, stond het verhaal op papier.
Geen geluk
Inspiratie is in ieder geval geen kwestie van geluk, zoveel maakt Dijksterhuis wel duidelijk in zijn boek. Het is niet iets goddelijks dat van boven komt, maar je dwingt het als het ware zelf af. Het is hard werken. En, het heeft alles te maken met de werking van je brein en de wisselwerking tussen het grote onbewuste en kleine bewustzijn.
Voor de totstandkoming van Inspiratie las Dijksterhuis 150 wetenschappelijke artikelen en pakweg 200 biografieën, over grootheden als Ghandi, Newton en Mozart. Ook interviewde hij mensen als auteur Ilja Leonard Pfeijffer en zwemmer Pieter van den Hoogenband. Deze interviews maken het boek (nog) beter, de gesprekken bieden concreet zicht op hoe het inspiratieproces bij hen werkt.
Drie vormen van inspiratie
Dijksterhuis onderscheidt drie vormen van inspiratie. ‘Evocatie’ is de hoogste vorm en is het beleven van een allesbepalend moment waardoor iemand erachter komt wat zijn of haar roeping is. Noem het een innerlijke roeping . Zo zag The Cure-zanger Robert Smith als dertienjarige ‘Starman’ van David Bowie op tv en wist hij ineens dat hij popster wilde worden. Een tweede vorm heeft te maken met het krijgen van een plotselinge inval, dus een eureka moment. J.K. Rowling zat in de trein toen haar plotsklaps het idee voor de Harry Potter boeken overkwam. Als derde kan inspiratie ontstaan in de vorm van een flow-ervaring (automatisme). Kunstenaars gaan dikwijls actief op zoek naar dit type ervaring, waarin creativiteit als het ware tot hen komt.
Wetenschap van iets magisch
In de wetenschappelijke literatuur wordt inspiratie veelal gezien als een gevoel waarin deze drie vormen van inspiratie als psychologische processen met elkaar verbonden zijn. Met als belangrijkste overeenkomst dat ze de ontvanger het gevoel geven iets volstrekt ongebruikelijks, sommigen zeggen zelfs iets magisch, mee te maken.
Het is vaak een proces van vallen en opstaan, trial-and-error. Je maakt iets mee, je ziet iets, je denkt na, krijgt een idee, gaat aan het werk, loopt vast, probeert het nog eens, probeert het op een andere wijze, enz. Tot het uiteindelijk ergens toe leidt, en heel vaak is dat pas vele jaren later. De kunst is volgens de auteur om onbewuste denkkracht te mobiliseren en gebruik te maken van intuïtie, nieuwsgierigheid, slapen, dagdromen en intrinsieke en extrinsieke motivatie. Je brein dus uitdagen door met anderen te praten, boeken te lezen, musea te bezoeken, films te kijken, al dat soort dingen.
Een boek schrijven
Heel mooi geeft hij inzicht in hoe een boek schrijven werkt. Ik herken het bij mezelf. Dijksterhuis zegt dat het onbewuste nadenkt over de dingen die jij heel belangrijk vindt, ook al ben je bewust andere dingen aan het doen. Op het moment dat jij met een boekproject bezig bent, dan heb je daar ideeën over, en dan beïnvloeden die je boek. Het begint met motivatie, dat vindt het onbewuste fijn. Dan ga je op onderzoek uit en dat zorgt voor allerlei indrukken. En op een bepaald moment doe je zoveel indrukken op dat de ideeën vanzelf komen en het boek in een flow tot stand komt.
Je moet je brein dus opschudden, je onbewuste denkkracht inschakelen en je ‘voorspellingsmachine’ stimuleren, zo schrijft Dijksterhuis. Naar de wereld kijken als een kind, want dat stimuleert creativiteit. Ik moest hieraan denken toen ik dit weekend bij De betovering was, een internationaal kunstfestival voor kinderen tot en met 12 jaar dat jaarlijks plaatsvindt tijdens de herfstvakantie in Den Haag. Mijn zoon en ik stapten in de TussenTijdCapsule en ervoeren dat het verlangzamen van je verlangen tot inzicht en inspiratie leidt.
Moeilijk te grijpen
Als ik iets van opbouwende kritiek moet noemen is dat het boek wel erg losjes is ingedeeld rondom de drie vormen. Dijksterhuis erkent dat ze overlap hebben en niet altijd haarscherp van elkaar te onderscheiden zijn. Als lezer vergeet je nog wel eens met welke vorm je van doen hebt in een specifiek voorbeeld. Het bewijst denk ik vooral dat inspiratie een moeilijk te grijpen verschijnsel is, het zegt veel minder over de kwaliteit van het boek, die uitstekend is.
Lezen!
Ik heb door het lezen van dit boek - onder meer - geleerd dat inspiratie zeker niet alleen voor een select groepje is weggelegd. En dat je dingen kunt doen om het inspiratieproces in gang te zetten. Zoals rust, mijmeren, iets heel graag willen, extreme doelen stellen en een combinatie van ontspannen en alerte aandacht hebben in het hier-en-nu. En veel dingen tegelijk doen, zoals ik veel zie in onze hedendaagse maatschappij, zet een flinke rem op die inspiratie.
Iedereen die geïnteresseerd is in inspiratie moet dit boek zeker lezen. Het is een van de beste managementboeken die ik afgelopen jaren gelezen heb. Door de stevige onderbouwing, de sprekende voorbeelden, het toegankelijke schrijven en de vrijwel directe toepasbaarheid ervan. Soms zien ik overeenkomsten met boeken van Dan Ariely, zoals Predictably Irrational, maar Dijksterhuis is wat mij betreft de meest toegankelijke schrijver.
Hij beschrijft wat je allemaal kunt doen om de kans op inspiratie te vergroten, zonder dat je als lezer een lijstje moet afvinken. Misschien heeft hij zo wel, onbewust, het ultieme zelfhulpboek beschreven.
Over Danny Mullenders
Danny Mullenders is assessmentpsycholoog, coach, auteur en spreker. Als expert op het gebied van organisatiepsychologie helpt hij mensen, teams en organisaties hun keuzeruimte te zien én benutten. Hij ontwikkelde zich tot een van Nederlands meestgelezen psychologen en coaches. Hij schreef de # 1 bestsellers Daarom doen ze dat en Laat je niet kiezen. Op dit moment schrijft hij aan zijn derde boek.