Op werkdagen voor 23:00 besteld, morgen in huis Gratis verzending vanaf €20

Recensie

Wijsheid - ‘Urgent, doordacht en bij vlagen vlijmscherp’

In ‘Wijsheid’ onderzoekt Paul Verhaeghe hoe kennis, macht en ethiek met elkaar verweven zijn. Peter de Roode bespreekt hoe dit scherpe pleidooi voor nuance en contextuele wijsheid een onmisbaar tegengeluid biedt in een samenleving die steeds meer op data en controle vertrouwt.

Peter de Roode | 12 juni 2025 | 3-5 minuten leestijd

In zijn nieuwste werk, Wijsheid, fileert Paul Verhaeghe met chirurgische precisie de dominante rol van kennis in onze samenleving en pleit hij voor een herwaardering van wijsheid. Het boek is niets minder dan een filosofisch pleidooi voor nuance in een wereld die verslaafd is geraakt aan meetbaarheid, maakbaarheid en controle. Een verrassend boek dat laat zien dat we vooral wijsheid nodig hebben, en iets minder kennis. Maar ook dat macht een kwalijke rol speelt.

construct

Vroeger leerde ik een schema dat een bepaalde hiërarchie weergaf: je hebt eerst ruwe data, als je die selecteert spreken we van informatie. Wanneer je informatie tot je neemt en je die eigen maakt, wordt het kennis. Pas als je die kennis mengt met eigen ervaringen en toepast in je context, spreken we van wijsheid. Onwillekeurig moest ik aan dit schema denken bij het lezen van dit boek.

Verhaeghe opent zijn betoog met een fundamentele vraag: ‘In welke mate bieden onze waarnemingen en daarop gebaseerde kennis een accuraat beeld van de werkelijkheid?’ Al in het eerste hoofdstuk ondermijnt hij het idee van objectieve waarneming. ‘Wat we menen te zien, ligt in het verlengde van wat we verwachten,’ stelt hij scherp. Via Plato's grotvergelijking en een anekdote uit zijn studententijd maakt hij duidelijk dat kennis geen afspiegeling van de werkelijkheid is, maar een construct – sterk beïnvloed door taal, verwachtingen en culturele kaders.

schijnzekerheid

Het onderscheid tussen realisme en nominalisme vormt een cruciale sleutel in dit boek. Realisme, met zijn nadruk op objectieve waarheden en een geordend universum, biedt schijnzekerheid. Nominalisme daarentegen erkent dat taal de werkelijkheid mede vormt. Vanuit dit perspectief wordt de vraag ‘Waar halen we onze zekerheid vandaan?’ bijzonder urgent – en het antwoord ontluisterend: ‘Niet bij data of wetenschappelijke kennis.’

In hoofdstuk twee verschuift de focus naar de tegenstelling tussen kennis en wijsheid. Verhaeghe laat overtuigend zien dat waar kennis meetbaar en overdraagbaar is, wijsheid contextgebonden en niet-veralgemeenbaar is. ‘Vanaf midden vorige eeuw verwarden we kennis met wijsheid en verwachten we van wetenschappers antwoorden die ze nooit kunnen geven,’ stelt hij krachtig. Hier raakt Verhaeghe een maatschappelijk gevoelige snaar: de overschatting van wetenschap als leverancier van morele, existentiële of politieke antwoorden.

handelaars in twijfel

Met een kritische blik legt hij de macht bloot die schuilgaat achter kennisverspreiding. ‘Er kan ook sprake zijn van doelbewuste vernietiging van kennis,’ zoals in totalitaire regimes, maar ook in de hedendaagse wetenschap, waar onderzoeksresultaten vaak eigendom zijn van de sponsor. De farmaceutische industrie wordt expliciet genoemd als voorbeeld van ‘handelaars in twijfel’.

In het derde hoofdstuk bespreekt Verhaeghe de onttovering van de wereld: het geloof dat alles rationeel en technologisch oplosbaar is. Hij nuanceert het gangbare beeld van Weber: niet de wetenschap, maar de vrije markt heeft de wereld ‘onttoverd’. De wetenschapper is vervangen door de influencer of ondernemer als nieuwe hogepriester van de maatschappij. En hoewel ‘dat niet alles meetbaar is’ evident zou moeten zijn, gaan we er in beleid en publieke opinie vaak van uit dat het wel zo is.

existentiële vragen

In hoofdstuk vier keert Verhaeghe terug naar de grote existentiële vragen: Waar komen we vandaan? Waar gaan we naartoe? Hij beschrijft drie wetenschappelijke krenkingen van het klassieke mensbeeld: Copernicus, Darwin en Freud. De implicaties van deze inzichten zijn nog steeds niet volledig doorgedrongen. ‘We zijn allemaal volgelingen van Einstein,’ schrijft Verhaeghe ironisch – we verdragen het idee van toeval nauwelijks. Toch is het juist toeval dat ruimte schept voor creativiteit, verandering en zelfs Nobelprijzen.

Het boek eindigt met een pleidooi voor wat Aristoteles phronèsis noemde: contextuele wijsheid, noodzakelijk voor bestuur en menselijke relaties. ‘Wat onze tijd nodig heeft is het combineren van kennis en wijsheid,’ aldus Verhaeghe. In een tijd waarin technè (technologie) de boventoon voert, zijn we vergeten dat keuzes pas zinvol worden als ze ook ethisch gegrond zijn.

Paul Verhaeghe schreef met Wijsheid een urgent, doordacht en bij vlagen vlijmscherp boek dat de lezer confronteert met zijn eigen vanzelfsprekendheden. Het biedt geen pasklare antwoorden, maar maakt helder dat de grote vragen van deze tijd niet met data en modellen alleen opgelost kunnen worden. Wijsheid is verplichte kost voor iedereen die zich professioneel of persoonlijk bezighoudt met kennisproductie, beleidsvorming of menselijk gedrag. Want zonder wijsheid blijft kennis leeg – en potentieel gevaarlijk.

Over Peter de Roode

Drs. Peter de Roode is zelfstandig adviseur en trainer. Hij ondersteunt organisaties bij het invoeren van grootschalige veranderingen waarbij gedragsverandering centraal staat. 

Deel dit artikel

Wat vond u van dit artikel?

0
0

Boek bij dit artikel

Populaire producten

    Personen

      Trefwoorden