‘Doorbraakexpert’ Adriaan Wagenaar gaat met deze vragen aan de slag in zijn nieuwe boek Groot Denken. Kansen grijpen die anderen niet zien. Een belangrijk uitgangspunt voor hem is dat we weer moeten leren kijken en denken als een kind.
Wagenaar vertelt in het voorwoord van Groot denken een grappige anekdote: toen hij zelf een kind was, stond in al zijn schoolrapporten dat hij een dromer was die ‘te veel uit het raam keek’. Dat is nu precies wat hij zijn lezers aanraadt om te doen: kijk meer uit het raam! Wagenaar werkt veel met kinderen die hij bij directies van grote organisaties naar binnen loodst om daar op een onbevangen, originele manier naar ‘wicked problems’ te kijken. De ‘Raden van Stuur’ die hij met de kinderen vormt, presenteren vaak inzichten en oplossingen waar de wijze, grijze topmannen van deze organisaties zelf niet op waren gekomen.
Hoe kun je die onbevangen, open blik nu bij jezelf aankweken? En hoe zorg je ervoor dat je je zo’n blik duurzaam eigen maakt – dat je er, zoals Wagenaar het zelf noemt, een ‘routine’ van maakt? Belangrijk is dat je leert vertrouwen op drie eigenschappen die je van kindsbeen al hebt, en die je dus alleen maar opnieuw hoeft ‘aan te zetten’: een open geest, verbeeldingskracht en vindingrijkheid. De auteur hamert er in het hele boek op dat dit de belangrijkste ingrediënten zijn van het vermogen om ‘groot te denken’. Hoe dat in de praktijk zijn beslag kan krijgen, komt met name aan bod in het tweede deel van het boek, waarin vijf principes worden uitgewerkt die je in je dagelijks werk kunt toepassen. Deze vijf principes zijn geformuleerd als opdrachten: denk in mogelijkheden; zie de kleine signalen op je pad; overwin weerstand; organiseer je helpende omgeving; en tot slot: speel! In de hoofdstukken die aan elk van deze principes zijn gewijd, staan veel praktische voorbeelden, tips en oefeningen waarmee je direct aan de slag kunt.
In het eerste deel van het boek gaat Wagenaar in op de vraag waarom ‘groot denken’ vaak zo moeilijk is, en wat er nu eigenlijk de kern van uitmaakt. Het komt erop neer dat je je niet moet laten ontmoedigen door het ‘kan niet!’ waarmee je jezelf maar al te vaak inperkt. Die zelfcensuur is het gevolg van de angsten, de kennis en de ervaring die je in de loop van je leven hebt verzameld. Zodra je jezelf toestaat weer de naïviteit te omarmen die je als kind van nature al had, en je slim gebruik maakt van de ‘kapitaalbronnen’ die je ter beschikking hebt (zoals geld, je netwerk, je geestelijke bagage), ben je al een heel eind op weg.
Dat klinkt simpel, en eerlijk gezegd is het boek in beschouwend opzicht ook nogal dun; verwacht geen diepgravende analyses over de materie, of bijzondere oorspronkelijke inzichten. De meerwaarde van het boek zit hem wat mij betreft vooral in het tweede deel, waarin de auteur je op een aanstekelijke en praktische manier uitnodigt je te ontdoen van zelf opgelegde restricties in allerlei (werk)situaties, individueel of met je team. ‘Groot denken gaat niet over dromen, maar over wakker worden’, zegt Wagenaar bij herhaling; zijn boek kun je dan ook beschouwen als een wake up call, aanbevolen voor wie het kind in zichzelf uit het zicht is verloren.
Wardy Poelstra adviseert en begeleidt personen, bedrijven en instellingen bij het realiseren van (boek)uitgaven: www.wardypoelstra.com