Door Haagse Ogen

Maar Erik van Venetië en Jur de Haan laten in hun boek Door Haagse ogen zien dat lobbyen vooral een manier is om belangrijke informatie op het juiste moment bij de juiste persoon terecht te laten komen, en om informatie uit te wisselen met degenen die beleid maken en degenen die erover beslissen. En dat moeten gemeentes ook beslist doen.

Aan de bak

Gek eigenlijk, gemeenten zijn toch geen bedrijven of verenigingen, ze zijn collega-overheden. Dan zou het toch niet zo moeilijk moeten zijn om een luisterend oor te vinden op een ministerie of in de Kamer? Helaas, dat is toch wel zo. Ambtenaren, bewindslieden en Kamerleden hebben het druk. Ze krijgen veel informatie te verwerken en het is maar de vraag of jouw informatie beschikbaar is en zo ja, hoog genoeg op de stapel ligt. Kortom: gemeenten moeten ook aan de bak! Met een eigen lobbyist, in een samenwerkingsverband en/of actieve burgemeester en wethouders. 

Tips uit de praktijk

Van Venetië en De Haan geven in hun boek een schat aan tips en voorbeelden over wat werkt en wat niet werkt bij het lobbyen. Deze informatie hebben ze verzameld tijdens de cursussen die zij al jaren over dit onderwerp geven aan voornamelijk ambtenaren, dus ze komen recht uit de praktijk. Wanneer moet je naar een ministerie en wanneer naar een Kamerlid? Of nodig je hen juist uit voor een werkbezoek in jouw gemeente? In het boek zijn handige overzichten met do’s en don’ts opgenomen.

Huiswerk gedaan?

De belangrijkste boodschap van Door Haagse ogen is: doe eerst je huiswerk. Om te beginnen over je lobby-onderwerp: heb je alle feiten op een rijtje, heb je een coalitie gesmeed met medestanders? Heb je alleen wat te vragen (kansloos) of te klagen (nog kanslozer) of heb je een concreet plan? Kom je alleen iets halen, of heb je ook iets te brengen? Dan is vervolgens de vraag wie je precies moet hebben in Den Haag. Meteen de Tweede Kamer binnenlopen is geen goed idee: beleid begint op de departementen. Maar benader je een Kamerlid, weet dan haar of zijn ‘gebruiksaanwijzing’. Meteen to the point of eerst kennismaken? Feiten aanleveren of (ook) de concrete voorbeelden uit de praktijk die de nodige emoties oproepen?

Lobby via de partij

Ook de partijlijn is belangrijk voor de lobby: de politieke partijen zijn goede lobby-netwerken. Wees dan ook niet verbaasd als een oud-Kamerlid burgemeester wordt: het netwerk in Den Haag is vaak welkom. Wethouders hebben ‘hun’ Kamerleden meestal onder de knop of in een WhatsApp-groep. Extra hard werken dus voor de paar burgemeesters en de ca. 500 wethouders die geen lid zijn van een landelijke politieke partij. De auteurs raden hen aan om ingangen te zoeken via Kamerleden uit de regio of via netwerken van collega-wethouders. En, en dat geldt voor iedereen die lobby’t in Den Haag: wees actief op Twitter. Hét medium voor politici, bestuurders, ambtenaren en journalisten.

Liesbeth Tettero, trainer en coach in het openbaar bestuur: www.publice.nl