Op werkdagen voor 23:00 besteld, morgen in huis Gratis verzending vanaf €20
, ,

Compendium Erfprocesrecht

Gebonden Nederlands 2021 1e druk 9789012406451
Verwachte levertijd ongeveer 6 werkdagen

Samenvatting

Het Compendium Erfprocesrecht behandelt een breed scala aan onderwerpen op het gebied van het erfprocesrecht. Het erfrecht werd in het verleden veelal tot het domein van de notaris gerekend en was vaak beperkt tot het materiële erfrecht. Sinds de invoering van Boek 4 van het Burgerlijk Wetboek is het erfrecht echter ook meer op de radar gekomen bij andere beroepsgroepen.

Naast beroepsgroepen zoals bankiers, financieel planners, accountants en estate planners, heeft het erfrecht met name aan belang gewonnen bij advocaten, mediators en rechters. De vraag naar juridische bijstand in erfrechtprocedures bij de diverse rechterlijke instanties is toegenomen, en in het verlengde daarvan, de vraag naar in het erfrecht gespecialiseerde advocaten en rechters . Ook binnen het notariaat is er volop belangstelling om cliënten in juridische procedures te adviseren en te vertegenwoordigen.

Tot op heden ontbrak het aan een overzichtelijk naslagwerk waarin het erfprocesrecht centraal stond. Dit boek heeft de ambitie om in die leemte te voorzien en is naast wetenschappelijk werk uitermate geschikt voor onderwijsdoeleinden alsmede voor de praktijk. Redactie én auteurs zijn werkzaam in het notariaat, de advocatuur, de wetenschap en bij de rechterlijke macht.

Aan deze eerste druk van het Compendium Erfprocesrecht hebben de volgende auteurs meegewerkt:
mr. drs. E.Z. Anink; mr. J.M. van Anken; mr. S.W. Autar-Matawlie; mr. S.R. Bætens; mr. dr. G.G.B. Boelens; mr. dr. B. Breederveld; mr. J.Th.M. Diks; mr. dr. P. C. van Es; mr. dr. I. J. Krukkert; mr. dr. N. Lavrijssen; mr. drs. J.H. Lieber; mr. E.J. Lievense; Prof. mr. T.J. Mellema-Kranenburg; prof. dr. S. Perrick; mr. L.H. Rammeloo; mr. R.J. ter Rele; mr. A.M. Steegmans; mr. T. M. Subelack; mr. dr. Ian Sumner; mr. J.D. van Vlastuin; mr. dr. E. M.J.M.C. van Wijk; mr. C.A.J.M. van Wæs; mr. M.D. Wisman.

Het Compendium Erfprocesrecht staat onder redactie van:
- mr. A.R. Autar, notaris en estate planner, Kooijman Autar Notarissen te Rotterdam; docent estate planning aan diverse opleidingsinstituten, hoofdredacteur Compendia-reeks (Sdu) en hoofdredactie modellencommissie Estate Planning Expert (EPX);
- prof. mr. drs. J.W.A. Biemans, hoogleraar Burgerlijk recht en Notarieel recht, Universiteit Utrecht, en raadsheer-plaatsvervanger, Hof Arnhem-Leeuwarden;
- Mr. T.J. Fluitman, advocaat bij Westland Partners Advocaten te Rotterdam.

Specificaties

ISBN13:9789012406451
Taal:Nederlands
Bindwijze:gebonden
Aantal pagina's:772
Uitgever:Sdu
Druk:1
Verschijningsdatum:27-12-2021
Hoofdrubriek:Juridisch
ISSN:
Jongbloed:Erfrecht
Serie:Compendia

Lezersrecensies

Wees de eerste die een lezersrecensie schrijft!

Over Aniel Autar

Mr. Aniel Autar (1968) studeerde notarieel recht aan de Rijksuniversiteit Leiden en is sinds 1990 werkzaam in de notariële praktijk. Na een brede notariële opleiding heeft hij zich gespecialiseerd in het MKB-ondernemingsrecht en de estate planing. Mr. Autar is als notaris verbonden aan Kooijman Autar Notarissen te Rotterdam, doceert aan diverse opleidingsinstituten (zoals EPN/Grotius Estate Planning, Estate Planning College en Beroepsopleiding Notariaat), schrijft columns in diverse magazines en wordt regelmatig gevraagd als spreker op te treden. Daarnaast is hij hoofdredacteur van de Sdu compendium-serie en lid van de hoofdredactie van de Modellenbank van Estate Planning Expert. Mr. A.R. Autar was ruim 10 jaar als raadsheer-plaatvervanger verbonden aan het Hof Den Bosch en was voorzitter van de Vereniging van Estate Planners in het Notariaat (EPN), van welke organisatie hij thans de persnotaris is.

Andere boeken door Aniel Autar

Inhoudsopgave

Redactie en auteurs / 23
Lijst van afkortingen / 25
Woord vooraf / 27

1 Algemene aspecten van erfprocesrecht / 29
Mr. J.Th. M. Diks en mr. dr. N. Lavrijssen
1.1 Inleiding / 29
1.2 Hoofdlijnen dagvaardings- en verzoekschriftprocedures en Boek 3 titel 2 Rv / 32
1.3 Bevoegde rechter / 33
1.4 Rechterlijk beleid / 34
1.4.1 Inleiding / 34
1.4.2 LOVCK&T / 35
1.4.3 Handleiding erfrechtprocedures kantonrechters / 36
1.4.4 Richtlijnen Vereffening nalatenschappen / 40
1.5 Processueel ondeelbare rechtsverhouding / 43
1.5.1 Inleiding / 43
1.5.2 De exceptio plurium litis consortium / 44
1.5.3 Arrest Hoge Raad 10 maart 2017 / 46
1.5.4 Arrest Hoge Raad 20 april 2018 en lagere rechtspraak / 47
1.6 Processuele aspecten van opeisbaarheid en zekerheidstelling / 47
1.7 Verval- en verjaringstermijnen / 48
1.7.1 Inleiding / 48
1.7.2 Onderscheid verval- versus verjaringstermijn / 49
1.7.3 Vervaltermijnen / 52
1.7.4 Verjaringstermijnen / 59
1.7.5 Rechten ná verstrijken verval- of verjaringstermijn / 62
1.7.6 Perso(o)n(en) tot wie verklaring moet worden gericht / 63
1.8 Overgangsrecht van het erfprocesrecht / 64
1.8.1 Boek 1 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering / 64
1.8.2 KEI-wetgeving / 64
1.8.3 Titel 7 van Boek 3 BW / 66
1.9 Afsluiting / 66
2 Procespartijperikelen / 67
Prof. dr. S. Perrick
2.1 Inleiding / 67
2.1.1 Algemeen. Plan van behandeling / 67
2.1.2 Belang van conservatoir leveringsbeslag / 69
2.1.3 Belang om te mogen tussenkomen / 70
2.2 Tenuitvoerlegging van grosse van notariële akte / 71
2.3 Tenuitvoerlegging van vonnis op goederen van nalatenschap / 72
2.3.1 Inleiding / 72
3.3.2 Er is geen executeur in functie / 74
2.3.3 Er is executeur in functie / 77
2.3.4 Nalatenschap wordt overeenkomstig wet vereffend / 79
2.3.5 Nalatenschap is failliet of op nalatenschap is schuldsaneringsregeling van toepassing / 82
2.3.6 Over nalatenschap of erfdeel is testamentair bewind ingesteld / 82
2.4 Tenuitvoerlegging van vonnis op overig vermogen van erfgenaam / 83
2.4.1 Inleiding / 83
2.4.2 Er is veroordelend vonnis tegen erflater. Notariële akte / 84
2.4.3 Er is veroordelend vonnis tegen gezamenlijke erfgenamen en/of met naam of woonplaats aangeduide erfgenamen / 84
2.4.4 Er is veroordelend vonnis tegen de executeur / 86
2.4.5 Vorderingsrecht van schuldeiser is vastgesteld gedurende vereffening van nalatenschap / 87
2.4.6 Verplichting van erfgenaam die niet zuiver heeft aanvaard om schuld van nalatenschap ten laste van zijn overig vermogen te voldoen / 88
2.5 Schuld van de nalatenschap in geval van nalatenschap met één erfgenaam / 88
2.6 Schuld van nalatenschap in geval nalatenschap overeenkomstig wet is verdeeld / 89
2.7 Schuld van nalatenschap indien nalatenschap deel uitmaakt van
ontbonden wettelijke gemeenschap van goederen / 90
2.8 Tenuitvoerlegging van vonnis strekkende tot betaling van schuld aan gemeenschap van nalatenschap / 91
2.8.1 Inleiding / 91
2.8.2 Procederen ten behoeve van gemeenschap is beheershandeling. Algemeen / 92
2.8.3 Procederen ten behoeve van gemeenschap van nalatenschap.
Lex specialis / 92
2.8.4 Er is executeur of vereffenaar in functie / 93
2.8.5 Er is bewindvoerder in functie / 93
2.8.6 Ontbonden huwelijksgemeenschap / 95
2.9 Gronden voor schorsing van geding / 95
2.9.1 Inleiding / 95
2.9.2 Overlijden van erflater tijdens geding / 95
2.9.3 Overige gronden voor schorsing van geding / 97
2.10 Erflater is in het ongelijk gesteld en overlijdt gedurende loop van termijn voor beroep (in cassatie) / 97
2.11 Andere schulden dan schuld uit door erflater gesloten
koopovereenkomst / 98
3 Procesrechtelijke aspecten van zuivere aanvaarding, beneficiaire aanvaarding en verwerping van erfstellingen en legaten / 101
Mr. dr. E.M.J.M.C. van Wijk-Verhagen
3.1 Inleiding / 101
3.2 Keuzemogelijkheden van erfgenamen / 101
3.3 Het uitbrengen van de keuze / 105
3.4 Het uitbrengen van de keuze namens een ander / 109
3.4.1 Volmacht: de verklaring nalatenschap / 109
3.4.2 Beneficiair aanvaarden of verwerpen namens een handelingsonbekwame / 110
3.4.3 Zuiver aanvaarden, beneficiair aanvaarden of verwerpen namens een persoon wiens vermogen onder bewind is gesteld / 112
3.4.4 Beneficiair aanvaarden of verwerpen namens een persoon die in de schuldsanering zit of een gefailleerde persoon / 114
3.5 Ontdekking van een uiterste wilsbeschikking of een na zuivere aanvaarding voorgevallen gebeurtenis die de positie van de erfgenaam verslechtert / 114
3.6 Ontdekking van een schuld van de nalatenschap / 115
3.7 Keuzemogelijkheden van legatarissen en het uitbrengen van de keuze / 116
4 Informatierechten en -verplichtingen: een overzicht en algemene regels / 119
Mr. drs. J.H. Lieber
4.1 Inleiding / 119
4.2 Het recht tot inzage in het testament / 122
4.2.1 Het testament / 122
4.2.2 Welke procedure? / 124
4.2.3 Welke rechter is bevoegd? / 124
4.2.4 Wie is wederpartij? / 126
4.2.5 Procesrechtelijke bijzonderheden / 126
4.2.6 Recht van inzage in depottestament / 127
4.3 Het recht op afgifte van een verklaring van erfrecht / 127
4.3.1 De verklaring van erfrecht / 127
4.3.2 Welke procedure? / 129
4.3.3 Welke rechter is bevoegd? / 130
4.3.4 De Europese verklaring van erfrecht (EEV) / 130
4.4 Het boedelregister (art. 4:186 BW) / 132
4.5 Informatieplichten in Boek 4 BW / 134
4.5.1 Inleiding / 134
4.5.2 De wettelijke verdeling / 135
4.5.3 De legitieme portie / 137
4.5.4 De andere wettelijke rechten: de informatieplicht van art. 4:39 BW / 140
4.5.5 De legataris / 142
4.5.6 De informatieplicht van de bezwaarde erfgenaam (art. 4:138 BW) / 143
4.5.7 De informatieplicht van de executeur: art. 4:148 BW / 143
4.5.8 Informatieplichten bij vereffening / 147
4.6 Het afleggen van rekening en verantwoording / 148
4.6.1 Ter inleiding / 148
4.6.2 Rekening en verantwoording door executeurs, testamentair bewindvoerders en vereffenaars / 150
4.6.3 Rekening en verantwoording in andere gevallen / 150
4.7 Informatieplichten in het huwelijksvermogensrecht / 153
4.8 Enkele andere bijzondere informatieplichten / 154
4.8.1 Inleiding / 154
4.8.2 Openlegging administratie, boeken, bescheiden en geschriften / 154
4.8.3 Art. 162 Rv / 156
4.8.4 Art. 3:166 lid 3 BW: de informatieplicht van deelgenoten in een gemeenschap / 156
4.8.5 Art. 7:458a BW: informatie uit het medisch dossier van de erflater / 157
4.8.6 Het inzagerecht van art. 843a Rv / 160
5 Processuele aspecten van boedelbeschrijving en verzegeling en ontzegeling / 163
Mr. dr. P.C. van Es
5.1 Inleiding / 163
5.2 Algemene aspecten van de boedelbeschrijving; art. 671-676 Rv in vogelvlucht / 164
5.2.1 Inleiding / 164
5.2.2 Reikwijdte van de derde afdeling van de tweede titel van Boek III Rv / 164
5.2.3 Vormvoorschrift / 165
5.2.4 Notariële akte: partijakte of proces-verbaalakte? / 166
5.2.5 Medewerking aan de totstandkoming van de boedelbeschrijving / 167
5.2.6 Bevel tot boedelbeschrijving; art. 672 Rv / 168
5.2.7 Het inroepen van de sterke arm; art. 673 Rv / 171
5.2.8 De inhoud van de boedelbeschrijving; art. 674 Rv / 171
5.2.9 Geschillen in verband met de boedelbeschrijving; de betekenis van art. 676 Rv / 174
5.3 Boedelbeschrijving door executeur / 175
5.3.1 Boedelbeschrijving als conservatoire maatregel / 175
5.3.2 Andere functies van de door de executeur opgemaakte boedelbeschrijving / 175
5.3.3 Vorm en inhoud / 176
5.3.4 Wat kunnen de erfgenamen ondernemen wanneer de executeur nalaat om
met bekwame spoed een boedelbeschrijving op te maken? / 177
5.3.5 Boedelbeschrijving bindt schuldeisers van de nalatenschap niet / 177
5.3.6 Boedelbeschrijving bindt de erfgenamen niet / 178
5.3.7 Verhouding tussen art. 4:146 lid 2 BW en art. 672 jo. art. 660 onder 2º onder a Rv / 178
5.4 Boedelbeschrijving na beneficiaire aanvaarding / 179
5.4.1 Historische context / 179
5.4.2 Functie van de boedelbeschrijving na beneficiaire aanvaarding / 179
5.4.3 Wie dient de boedelbeschrijving van art. 4:211 lid 3 BW op te maken en in welke vorm? / 180
5.4.4 Welke mogelijkheden hebben de schuldeisers van de nalatenschap wanneer
niet met bekwame spoed een boedelbeschrijving wordt opgemaakt? / 181
5.4.5 Boedelbeschrijving bindt de schuldeisers van de nalatenschap niet / 182
5.4.6 Bindt een in het kader van de vereffening opgemaakte boedelbeschrijving de erfgenamen? / 183
5.5 Boedelbeschrijving als startpunt van de verdeling (art. 3:194 lid 1 BW) / 183
5.5.1 Functie, vorm en inhoud / 183
5.5.2 Bindt de boedelbeschrijving de deelgenoten? / 184
5.5.3 Bindt de boedelbeschrijving de schuldeisers van de gemeenschap en de schuldeisers van een deelgenoot? / 185
5.5.4 Verhouding tussen art. 3:194 lid 1 BW en art. 672 Rv / 185
5.6 Boedelbeschrijving en wettelijke verdeling (art. 4:16 BW) / 187
5.6.1 De functie van de boedelbeschrijving in het kader van de wettelijke verdeling / 187
5.6.2 Afwijkende regeling voor het vormvoorschrift / 187
5.6.3 (Geen) verplichting om boedelbeschrijving op te maken / 188
5.6.4 Art. 672 Rv is niet van overeenkomstige toepassing / 188
5.7 Boedelbeschrijving en legitimaris (art. 4:78 BW) / 190
5.7.1 Algemene opmerkingen over de regeling van art. 4:78 BW / 190
5.7.2 De schakelbepaling van art. 4:39 BW / 190
5.7.3 Art. 4:78 BW geeft de legitimaris geen recht een boedelbeschrijving te vorderen / 191
5.7.4 Art. 4:78 BW en informatie over door de erflater gedane giften / 191
5.8 De beschrijving van vruchtgebruikgoederen (art. 3:205 BW) / 192
5.8.1 Doel van de beschrijving van art. 3:205 lid 1 BW / 192
5.8.2 Beschrijving en géén boedelbeschrijving / 192
5.8.3 Art. 3:205 BW afgezet tegen art. 671-675 Rv / 193
5.9 (Boedel)beschrijving en testamentair bewind / 195
5.9.1 Verhouding tussen art. 4:160 lid 1 BW en art. 674 Rv / 195
5.9.2 Andere benadering in de literatuur / 196
5.9.3 Bewind over een bij legaat toegekend vruchtgebruik en art. 3:205 BW / 197
5.9.4 Niet-nakomen van de verplichting tot opmaken van de beschrijving ex art. 4:160 lid 1 BW / 198
5.10 Boedelbeschrijving bij vermoeden van overlijden (art. 1:418 lid 2 BW) / 198
5.10.1 Functie en vorm van de boedelbeschrijving / 198
5.10.2 Sanctie op niet-nakoming van de verplichting en eventuele ontheffing / 198
5.11 Verzegeling en ontzegeling / 199
5.11.1 Samenhang met boedelbeschrijving / 199
5.11.2 De handeling van het verzegelen / 200
5.11.3 Verzoek om verlof tot verzegeling / 200
5.11.4 Ontzegeling / 202
6 Conservatoir en executoriaal beslag / 205
Mr. J.D. van Vlastuin
6.1 Inleiding / 205
6.2 Algemene uitgangspunten voor het leggen van beslag / 205
6.2.1 Boedelregister raadplegen en verklaring van erfrecht opvragen / 205
6.2.2 Betekening van exploten aan erfgenamen / 206
6.2.3 Tussenkomst rechter als uitgangspunt / 207
6.2.4 Notariële akte als executoriale titel / 207
6.2.5 Testament als executoriale titel / 207
6.2.6 Soorten beslag / 208
6.2.7 Aandachtspunten derdenbeslag / 211
6.3 Beslaglegging door erfgenamen / 212
6.3.1 Verhaalsbeslag / 212
6.3.2 Beslag voor niet-opeisbare vordering/jurisprudentie / 212
6.3.3 Beslag voor niet-opeisbare vordering/samenvatting / 216
6.4 Verhaal voor schulden van de nalatenschap / 216
6.4.1 De juridische status van een nalatenschap / 217
6.4.2 Beslag voor schulden van de nalatenschap / 217
6.4.3 Geen verhaal tijdens vereffening / 221
6.4.4 Verhaal op het vermogen van de erfgenamen / 222
6.5 Beslag ten laste van de erfgenaam / 226
6.5.1 Nog niet opengevallen nalatenschap / 226
6.5.2 Wat omvat de erfrechtelijke verkrijging? / 227
6.5.3 De techniek / 227
6.5.4 Wijze van beslaglegging (opvattingen) / 229
6.5.5 Wijze van executie (samenvatting) / 233
6.5.6 Overgang rechten en overgang plichten / 234
6.5.7 Verwerping van de nalatenschap door een erfgenaam met schulden / 235
6.6 Beslag ten laste van een legataris of een legitimaris / 235
6.6.1 De nalatenschap / 236
6.6.2 Derdenbeslag / 236
6.6.3 Beslag op niet-opeisbare vordering / 237
6.7 Slot / 238
7 Procedurele aspecten van waardering in het erfrecht / 239
Prof. mr. T.J. Mellema-Kranenburg
7.1 Inleiding / 239
7.2 Wat betekent waarde in het erfrecht? / 239
7.3 Waarde in Boek 4 BW / 241
7.3.1 Art. 4:6 BW / 241
7.3.2 De wettelijke verdeling van afdeling 4.3.1 / 241
7.3.3 De andere wettelijke rechten (afdeling 4.3.2) / 246
7.3.4 De uiterste wilsbeschikkingen / 248
7.3.5 De legitieme portie / 250
7.3.6 Legaten / 261
7.3.7 Quasi-legaten / 262
7.3.8 Het loon van de executeur / 263
7.3.9 Het loon van de bewindvoerder / 263
7.3.10 Overige waarde bepalingen in het erfrecht / 264
7.4 Waarderingsmethoden / 266
7.5 Het deskundigenbericht (art. 194-200 Rv) / 269
7.5.1 De benoeming / 269
7.5.2 De kosten van de deskundige (art. 195-196 Rv) / 270
7.5.3 Het schriftelijk bericht (art. 197 Rv) / 270
7.5.4 De inhoud van het deskundigenbericht (art. 198 Rv) / 270
8 Internationaal privaatrechtelijke aspecten van erfprocesrecht / 273
Mr. dr. I. Sumner en mr. M.M. Steegmans
8.1 Inleiding / 273
8.2 Juridisch kader / 273
8.2.1 Aanloop tot de Europese Erfrecht Verordening / 273
8.2.2 Erfrecht Verordening / 276
8.3 Er is geen sprake van een geldige rechtskeuze / 279
8.3.1 Gewone verblijfplaats / 279
8.3.2 Geen gewone verblijfplaats in de Europese Unie / 287
8.4 Er is wel sprake van een geldige rechtskeuze / 289
8.4.1 Inleiding / 289
8.4.2 Uitdrukkelijke aanvaarding van bevoegdheid door belanghebbenden / 290
8.4.3 Belanghebbenden sluiten een overeenkomst op grond waarvan de notaris bevoegd is / 291
8.4.4 Onbevoegdheidsverklaring door andere autoriteit van afgifte / 292
9 Processuele aspecten van de (on)geldigheid en de uitleg van een uiterste wilsbeschikking en van schenkingen / 295
Mr. dr. B. Breederveld
9.1 De uitleg van een uiterste wilsbeschikking / 295
9.1.1 Geschil omtrent de uitleg / 296
9.1.2 Verklaringen buiten testament / 297
9.1.3 Vergissing in persoon of goed / 298
9.1.4 Ex-partners en familieleden / 298
9.2 Nietigheid van de uiterste wilsbeschikking / 299
9.3 De handelingsbekwame erflater / 300
9.3.1 De uiterste wil als rechtshandeling / 300
9.3.2 Minderjarigen / 301
9.3.3 Curatele / 302
9.3.4 Beroepsbeoefenaren en geestelijke verzorgers / 304
9.4 De wils(on)bekwame erflater / 307
9.4.1 Juridisch kader / 307
9.4.2 Geestelijke stoornis / 308
9.4.3 De zorgplicht van de notaris / 309
9.4.4 Inroepen nietigheid uiterste wilsbeschikking / 312
9.4.5 Verklaring voor recht / 314
9.4.6 Stellen en bewijzen / 314
9.4.7 Medisch dossier / 317
9.5 Wilsgebreken / 321
9.5.1 Misbruik van omstandigheden / 321
9.5.2 Dwaling in de beweegreden / 322
9.5.3 Bedreiging en bedrog / 322
9.5.4 Verjaring en verval / 322
9.6 Andere gronden voor ongedaanmaking van de gevolgen van een uiterste
wilsbeschikking / 323
9.6.1 Onrechtmatige daad / 323
9.6.2 Redelijkheid en billijkheid / 323
9.7 (On)geldige giften en schenkingen / 325
9.7.1 Vernietigbare schenkingen / 325
9.7.2 Schenkingen ter zake des doods / 325
9.7.3 Misbruik van omstandigheden / 327
9.7.4 Toestemming andere echtgenoot (art. 1:88 BW) / 328
9.8 Benadeling schuldeisers van erflater (pauliana) / 330
9.8.1 Schenkingen / 330
9.8.2 Niet opeisbare schuld / 331
9.8.3 Wettelijke verdeling / 331
9.8.4 Verjaring / 332
10 Processuele aspecten van de wettelijke verdeling en de wilsrechten / 333
Mr. S.R. Baetens
10.1 Regelend recht/testeervrijheid / 334
10.2 Vereisten van inwerkingtreding wettelijke verdeling / 334
10.3 De draagplicht, aansprakelijkheid en verhaalbaarheid van schulden van de nalatenschap / 335
10.3.1 Draagplicht / 335
10.3.2 Interne en externe aansprakelijkheid / 336
10.3.3 Verhaalbaarheid / 338
10.4 Vaststelling van de geldvordering / 340
10.4.1 De overeenkomst tussen partijen / 340
10.4.2 Vormvereisten overeenkomst / 341
10.4.3 De machtiging van de kantonrechter / 343
10.4.4 Rechtsgeldigheid overeenkomst in strijd met wettelijke voorschriften / 343
10.4.7 De rechtgevolgen van een overeenkomst, waarbij niet iedere erfgenaam betrokken is / 344
10.4.8 De vaststelling van de vordering door de afwikkelingsbewindvoerder en de mogelijkheden tot aantasting daarvan / 345
10.4.9 Vaststelling van de geldvordering bij het ontbreken van overeenstemming / 345
10.4.10 De procespartijen / 345
10.4.11 Absolute competentie / 346
10.4.12 Relatieve competentie / 346
10.4.13 De procedure / 346
10.4.14 Procesgang / 347
10.4.15 De toepasselijkheid van art. 677 en 678 Rv / 348
10.4.16 Verjaring? / 350
10.5 De waardering van de geldvordering / 350
10.5.1 Uitgangspunten waardering erfdelen / 350
10.5.2 De toepasselijkheid van art. 3:194 lid 2 BW / 351
10.6 De boedelbeschrijving en de daarvoor benodigde informatie / 352
10.6.1 Art. 4:16 lid 1 BW / 352
10.6.2 De medewerking aan de boedelbeschrijving / 353
10.6.3 Art. 4:16 lid 2 BW / 353
10.6.4 Toepasselijkheid art. 673 tot en met 676 Rv / 353
10.6.5 Het recht op informatie / 354
10.7 Verhoging geldvordering / 355
10.8 De mogelijkheden tot wijziging van de vastgestelde vordering / 356
10.8.1 De voorwaarden voor de wijzigingsmogelijkheid / 356
10.8.1 Vervaltermijn / 357
10.9 Voldoening vordering en opeisbaarheid / 358
10.9.1 Vrijwillige voldoening / 358
10.9.2 Opeisbaarheid / 359
10.9.3 Verrekening mogelijk? / 360
10.9.4 Conservatoir beslag mogelijk? / 360
10.9.5 Actio Pauliana? / 362
10.10 Ongedaanmaking wettelijke verdeling op grond van art. 4:18 BW / 364
10.11 De wilsrechten / 365
10.11.1 Inleiding / 365
10.11.2 Wat is een wilsrecht? / 366
10.11.3 Regelend recht/testeervrijheid / 366
10.11.4 Het wilsrecht van art. 4:19 BW (‘blooteigendomswilsrecht’) / 366
10.11.4 Het wilsrecht van art. 4:20 BW (‘voleigendomswilsrecht’) / 367
10.11.5 Het wilsrecht van art. 4:21 BW (‘blooteigendomswilsrecht’) / 368
10.11.6 Het wilsrecht van art. 4:22 BW (‘voleigendomswilsrecht’) / 368
10.11.7 Op welke goederen zien de wilsrechten? / 369
10.11.8 Zaaksvervanging op grond van art. 4:24 lid 2 BW / 370
10.11.9 Stappenplan uitoefening van een wilsrecht / 371
10.11.10 Waardering van de over te dragen goederen / 374
10.11.11 Uitoefening van een wilsrecht namens een minderjarige / 375
10.11.12 Verlies van wilsrechten / 376
10.11.13 Het voorbehouden vruchtgebruik / 377
10.12 Vergelijking met de ouderlijke boedelverdeling / 379
10.12.1 Materiële verschillen / 379
10.12.2 Processuele verschillen / 380
11 Processuele aspecten van de andere wettelijke rechten / 383
Mr. C.A.J.M. van Waes
11.1 Tijdelijke voortzetting bewoning en gebruik van inboedel (art. 4:28 BW) / 383
11.1.1 Inhoud van het recht / 383
11.1.2 Betrokken partijen / 384
11.1.3 Aanspraak, verval- en verjaringstermijnen, verlenging termijn / 384
11.1.4 Toetsingskader rechter / 385
11.1.5 Procedure en hoger beroep, literatuur en jurisprudentie / 386
11.1.6 Bijzonderheden / 387
11.2 Vruchtgebruik op woning en inboedel voor de echtgenoot (art. 4:29 BW) en op andere goederen (art. 4:30 BW) / 388
11.2.1 Inhoud van het recht / 388
11.2.2 Betrokken partijen art. 4:29 en 4:30 BW / 389
11.2.3 Aanspraak, verval- en verjaringstermijnen art. 4:29, 4:30 BW en 4:31 BW / 389
11.2.4 Toetsingskader bij het toe- of afwijzen van vorderingen op grond van art. 4:29 BW / 391
11.2.5 Toetsingskader bij het toe- of afwijzen van vorderingen op grond van art. 4:30 BW / 394
11.2.6 Bewijslast / 395
11.3 Procedure, hoger beroep, literatuur en jurisprudentie art. 4:29, 4:30, 4:33 BW / 395
11.3.1 Vordering tot vestiging van het vruchtgebruik / 395
11.3.2 Verplichting tot vestiging vruchtgebruik art. 4:29 BW opheffen of vruchtgebruik art. 4:29 of 4:30 BW beëindigen / 397
11.4 Procedure tot inkorting (art. 4:34 BW) / 398
11.5 Processuele aspecten van verzorgingsvruchtgebruik bij echtscheiding (art. 4:32 BW) / 399
11.5.1 Inhoud van het recht / 399
11.5.2 Overlijden tijdens de echtscheidingsprocedure / 399
11.5.3 Binnen een jaar na aanvang van de procedure / 400
11.5.4 Intrekken procedure / 401
11.6 De sommen ineens / 401
11.6.1 De som ineens bij verzorging en opvoeding/levensonderhoud en studie (art. 4:35 BW) / 401
11.6.2 Een som ineens als beloning voor vroegere arbeid: salaire differé (art. 4:36 BW) / 405
11.6.4 Procedure bij een geschil over de som ineens (art. 4:35, 4:36 en 4:37 BW) / 407
11.7 Overdracht goederen dienstbaar aan door de erflater uitgeoefend beroep op bedrijf art. 4:38 BW / 409
11.7.1 Inhoud van het recht / 409
11.7.2 Betrokken partijen / 410
11.7.3 Verval- en verjaringstermijnen / 410
11.7.4 Toetsingskader van de rechter / 411
11.7.5 Procedure, hoger beroep / 411
11.7.6 Bijzonderheden / 412
11.8 Recht op informatie (art. 4:39 BW) / 413
11.8.1 Inhoud van het recht / 413
11.8.2 Procedure / 413
11.9 Afwijkende termijnen van verval en verjaring bij vermissing of niet identificeerbare stoffelijke overschotten (4:40 BW) / 413
11.10 Dwingend recht (4:41 BW) / 414
12 Processuele aspecten van de legitieme portie / 415
Mr. M.D. Wisman en mr. S.W. Autar-Matawlie
12.1 Inleiding / 415
12.2 Uitzonderingen op de ‘zuivere’ legitieme en de toepasselijke termijnen / 416
12.2.1 Inleiding / 416
12.2.2 Verkrijging krachtens erfrecht en imputatie / 416
12.2.3 De inferieure erfstelling / 418
12.2.4 Het inferieur legaat / 419
12.2.5 Inferieure makingen en de driemaandentermijn van art. 4:77 BW / 419
12.2.6 Bedrijfsopvolging / 420
12.2.7 Bewind / 423
12.2.8 Vruchtgebruik / 424
12.3 Art. 4:78 lid 1 BW en andere informatierechten van de legitimaris / 425
12.3.1 Inleiding / 425
12.3.2 Wie kan (g)een beroep doen op art. 4:78 lid 1 BW? / 425
12.3.3 Tot welke informatie is de legitimaris (niet) gerechtigd? / 426
12.3.4 Over welke periode kan een legitimaris informatie opvragen? / 432
12.3.5 De plicht van de erfgenamen c.q. executeur om de administratie veilig te stellen / 433
12.3.6 Aanspraak maken op informatie ex art. 4:78 BW / 433
12.3.7 Competentie / 434
12.4 Stelplicht en bewijslast / 435
12.4.1 De verhouding tussen art. 843a lid 1 Rv en art. 4:78 lid 1 BW / 436
12.4.2 Consequenties van verzuim van stelplicht en bewijslast / 437
12.4.3 Omkering bewijslast / 437
12.5 Giften en inkorting / 438
12.5.1 Inleiding / 438
12.5.2 Welke schenkingen tellen mee voor de legitieme portie? / 439
12.5.3 Schenkingen die niet meetellen / 443
12.5.4 Geldopnames / 444
12.5.5 Waardering / 445
12.5.6 Inkorting, volgorde en verjaring / 445
12.5.7 Voldoening van een som ineens / 448
12.5.8 Bescherming van stiefkinderen tegen inkorting / 448
12.5.9 Giften aan de legitimaris / 450
12.6 Aanvullend beroep op de legitieme portie / 452
12.7 Contantenverklaring / 452
12.8 Opeisbaarheid, termijnstelling en vermoeden van overlijden / 453
12.8.1 Aanspraak maken op de legitieme portie / 453
12.8.2 Vervaltermijn van vijf jaar en termijnstelling / 454
12.8.3 Opeisbaarheid en vermoeden van overlijden / 455
13 Processuele aspecten van (quasi-)legaten, vruchtgebruik, tweetrapsmakingen en andere voorwaardelijke makingen en de testamentaire last / 457
Mr. dr. G.G.B. Boelens
13.1 Inleiding / 457
13.2 Het (quasi-)legaat / 457
13.2.1 Het (quasi-)legaat (algemeen) / 457
13.2.2 De schuld uit (quasi-)legaat als schuld van de nalatenschap / 458
13.2.3 Opeisbaarheid legaat en verzuim (art. 4:125 BW) / 459
13.2.4 Nakoming vorderen van legaten / 463
13.2.5 Verjaring afgifte legaat / 466
13.2.6 Vermindering van (quasi-)legaten / 469
13.2.7 Wijziging of opheffing legaat door rechter (art. 4:123 BW) / 474
13.2.8 Het vruchtgebruiklegaat / 476
13.3 Vruchtgebruik / 476
13.3.1 Vruchtgebruik algemeen / 476
13.3.2 Procesrechtelijke bepalingen vruchtgebruik / 478
13.4 Voorwaardelijke makingen / 495
13.4.1 Voorwaardelijke making (algemeen) / 495
13.4.2 Voorwaardelijke makingen in de zin van art. 4:141 BW (tweetrapsmaking) / 496
13.4.3 Vorderingen jegens derden (art. 4:138 lid 1 BW) / 497
13.4.4 Interne verhouding (art. 4:138 lid 2 BW) / 500
13.4.5 In vervulling gaan van een ontbindende/opschortende voorwaarde;verklaring voor recht / 504
13.5 Testamentaire last / 507
13.5.1 ‘Quasi-vruchtgebruiksferen’ / 507
13.5.2 Art. 4:130 BW (algemeen) / 507
13.5.3 Art. 4:131 BW (algemeen) / 508
13.5.4 Wijziging of opheffing last (art. 4:134 BW) / 510
14 Processuele aspecten van executele en testamentair bewind / 513
Mr. drs. E.Z. Anink en mr. E.J. Lievense
14.1 Inleiding / 513
14.2 Algemeen karakter executele / 513
14.3 Benoeming van de (opvolgend) executeur(s) / 513
14.4 Geschillen tussen meerdere executeurs / 514
14.5 Aanvaarding taak executeur / 515
14.5.1 Stellen termijn / 515
14.5.2 Ruimschoots toereikendverklaring / 515
14.5.3 Moment van afgifte verklaring executele / 516
14.5.4 Bij verschil van mening beslist de kantonrechter / 517
14.5.5 Ruimschoots toereikendverklaring en aansprakelijkheid / 518
14.6 Taak en bevoegdheden executeur / 518
14.6.1 Algemeen / 518
14.6.2 Beperken en uitbreiden bevoegdheden – soorten executeurs / 520
14.6.3 Privatieve bevoegdheid executeur / 520
14.6.4 Verdeling huwelijksgemeenschap en afwikkeling huwelijkse voorwaarden / 522
14.6.5 Wijziging procespartijen en schorsing procedure / 523
14.7 Beloning executeur / 524
14.7.1 Wijziging beloning op grond van onvoorziene omstandigheden / 524
14.8 Te gelde maken goederen door executeur / 525
14.8.1 Vervangende machtiging kantonrechter / 526
14.9 Informatieplicht executeur / 526
14.10 Einde taak executeur / 526
14.11 Ontslag executeur door kantonrechter / 527
14.11.1 Op eigen verzoek / 527
14.11.2 Op grond van gewichtige reden / 527
14.11.3 Combinatie / 528
14.11.4 Verplichtingen gewezen executeur / 528
14.11.5 Verklaring voor recht? / 528
14.11.6 Alternatieven om van een executeur af te komen / 529
14.12 Overlijden executeur / 529
14.13 Einde beheer executeur / 529
14.13.1 Opzeggen beheer door erfgenamen / 530
14.14 Rekening & verantwoording door executeur / 531
14.14.1 Onzekerheid of niet tot ontvangst in staat / 532
14.14.2 Overeenkomstige toepassing / 532
14.14.3 Formele rekenprocedure / 532
14.14.4 Welke rechter? / 533
14.14.5 Nevenvorderingen en afzonderlijke procedure / 533
14.14.6 Kort geding / 533
14.14.7 Aansprakelijkheid / 534
14.14.8 Plicht tot rekening en verantwoording niet voor erfgenamen overleden executeur / 534
14.14.9 Verjaring / 534
14.15 Positie echtgenoot met verzorgingsvruchtgebruik bij executele / 534
14.16 Welke kosten kan de executeur ten laste van de nalatenschap brengen? / 534
14.17 Aansprakelijkheid executeur / 535
14.17.1 Instellen van de vordering of evt. het verzoek / 537
14.18 Algemeen karakter van testamentair bewind / 537
14.19 Vrijheid van de erflater bij testamentair bewind / 538
14.20 Duiding van de strekking van het testamentair bewind / 539
14.20.1 Bewind in het belang van de rechthebbende / 539
14.20.2 Bewind in het belang van een ander dan de rechthebbende / 540
14.20.3 Bewind in het gemeenschappelijk belang / 540
14.20.4 Strekking niet duidelijk in uiterste wilsbeschikking / 540
14.20.5 Oud erfrecht / 540
14.21 Absolute competentie, vereisten verzoekschrift en griffierecht bij procedures over testamentair bewind / 540
14.21.1 Verklaring voor recht? / 541
14.22 Relatieve competentie bij procedures over testamentair bewind / 541
14.23 Handleiding erfrechtprocedures kantonrechter & testamentair bewind / 542
14.24 Benoeming testamentair bewindvoerder door kantonrechter / 542
14.24.1 Wie kan er worden benoemd? / 543
14.24.2 Tijdelijke bewindvoerder / 544
14.24.3 Benoeming onder opschortende voorwaarde? / 544
14.25 Aanvang testamentair bewind / 544
14.26 Meerdere testamentaire bewindvoerders / 545
14.26.1 Geschillen tussen bewindvoerders / 545
14.27 Beloning testamentair bewindvoerder / 546
14.27.1 Wijziging door kantonrechter / 546
14.27.2 Onvoorziene omstandigheden / 546
14.28 Boedelbeschrijving door testamentair bewindvoerder / 548
14.29 Rekening & verantwoording door testamentair bewindvoerder / 548
14.29.1 Inhoud rekening & verantwoording / 549
14.29.2 Grondiger onderzoek en overeenkomstige toepassing voogdijrekening / 549
14.29.3 Niet in staat tot opname / 550
14.29.4 Vrijstelling / 550
14.29.5 (Proces)kosten bewindvoerder / 551
14.30 Uitkering van vruchten door testamentair bewindvoerder / 551
14.30.1 Onzekerheid of niet tot ontvangst in staat / 552
14.31 Verdeling van bevoegdheden tussen de testamentair bewindvoerder en de rechthebbende / 552
14.31.1 Beheer door bewindvoerder / 552
14.31.2 Bevoegdheid rechthebbende / 553
14.31.3 Vereiste toestemming rechthebbende of belanghebbende / 553
14.31.4 Vervangende machtiging door kantonrechter aan testamentair bewindvoerder / 554
14.32 Wijziging van de regels van het testamentaire bewind / 554
14.33 Vertegenwoordiging in en buiten rechte door testamentair bewindvoerder / 556
14.34 Testamentair bewindvoerder is formele procespartij / 556
14.34.1 Overeenkomsten met meerderjarigenbewind / 557
14.34.2 Machtiging / 558
14.35 Einde bewindvoerderschap / 558
14.36 Ontslag testamentair bewindvoerder door kantonrechter / 559
14.36.1 Op eigen verzoek / 559
14.36.2 Gewichtige redenen / 559
14.36.3 Gelijkenis met ontslag executeur? / 560
14.36.4 Voorlopige voorzieningen en schorsing / 561
14.37 Overlijden testamentair bewindvoerder / 561
14.38 Einde van het testamentaire bewind en opheffing / 562
14.38.1 Rechtbank in plaats van kantonrechter / 562
14.38.2 Combinatie van rechtbank en kantonrechter? / 563
14.39 Schorsing van het geding / 564
14.40 Aansprakelijkheid testamentair bewindvoerder / 565
14.41 Taak kantonrechter en onrechtmatige daad bij testamentair bewind? / 566
14.42 Ontbrekende bepalingen in afdeling 7, titel 5 Boek 4? / 566
15 Processuele aspecten van de vereffening van de nalatenschap / 567
Mr. J.M. van Anken
15.1 Inleiding / 567
15.2 Ingang vereffeningsprocedure – Benoeming & ontslag / 568
15.2.1 Inleiding / 568
15.2.2 Benoeming vereffenaar / 569
15.2.3 Benoeming na beneficiaire aanvaarding (art. 4:203 BW) / 571
15.2.4 Benoeming zonder beneficiaire aanvaarding (art. 4:204/4:205 BW) / 572
15.2.5 Benoeming vereffenaar huwelijksgemeenschap / 574
15.3 Toezicht op de vereffenaar / 574
15.3.1 ‘Verzwaring’ vereffening / 575
15.3.2 Aanwijzingen / 576
15.3.3 Vaststelling loon vereffenaar / 580
15.3.4 Ontslag / 583
15.3.5 Benoeming rechter-commissaris / 584
15.4 De vereffeningsprocedure zelf / 586
15.4.1 Algemene procesrechtelijke posities / 586
15.4.2 Bijzondere bevoegdheden vereffenaar tijdens vereffening / 588
15.4.3 Boedelbeschrijving / 591
15.4.4 Oproeping en indiening vorderingen – ‘Verificatie’ / 591
15.4.5 ‘Renvooiprocedure’ (art. 4:223 lid 2 BW) / 595
15.4.6 Te gelde maken boedelbestanddelen / 596
15.4.7 Separatisten en boedelschuldeisers (art. 4:223 lid 1 BW) / 597
15.4.8 Opheffen beslagen (art. 4:223 lid 3 BW) / 599
15.5 Einde van de vereffening / 601
15.5.1 Rekening & verantwoording en uitdelingslijst / 601
15.5.2 Opheffing en kosteloze behandeling / 609
15.5.3 Afgifte overschot – verdeling / 612
16 Processuele aspecten van de verdeling / 615
Mr. T.M. Subelack en mr. R.J. ter Rele
16.1 Inleiding / 615
16.2 De vordering tot verdeling / 615
16.2.1 Wie is bevoegd om verdeling te vorderen? / 615
16.2.2 Medewerking aan verdeling / 617
16.2.3 Processueel ondeelbare rechtsverhouding / 618
16.2.4 Bevoegde rechter / 620
16.2.5 Boedelbeschrijving / 620
16.2.6 Onzijdig persoon / 621
16.3 Verdeling door de rechter (art. 3:185 BW) / 622
16.3.1 De verhouding tussen art. 3:178 en 3:185 BW / 622
16.3.2 Twee mogelijkheden en de vrijheid van de rechter / 625
16.3.3 Nadere informatievergaring en benoeming van een deskundige door de rechter / 627
16.3.4 De mogelijkheden van de rechter op grond van art. 3:185 lid 2 BW / 628
16.3.5 De levering van goederen nadat de rechter de verdeling heeftvastgesteld / 630
16.3.6 Peildatum voor de waardering en hoger beroep / 631
16.3.7 Processuele aspecten van art. 3:174 BW en verdeling / 632
16.4 Processuele aspecten van reële executie / 635
16.4.1 De verschillende mogelijkheden tot reële executie (wat aan de rechter te vragen?) / 635
16.4.2 Reële executie en hoger beroep / 636
16.5 Het opzettelijk verzwijgen van goederen (art. 3:194 lid 2 BW) / 637
16.5.1 Inleidende opmerkingen / 637
16.5.2 Wie moet wat stellen en bewijzen (zware stelplicht en bewijslast) / 638
16.5.3 Boedelbeschrijving noodzakelijk? / 639
16.5.4 Peilmoment / 639
16.6 Nietigheid en vernietigbaarheid van de verdeling / 640
16.6.1 Inleidende opmerkingen / 640
16.6.2 Processueel ondeelbare rechtsverhouding / 641
16.6.3 Processuele aspecten / 642
16.6.4 Alternatieven voor vernietiging / 644
16.6.5 Verval van de rechtsvordering tot verdeling / 645
17 Niet-civiele procedures: bestuursrecht / 647
Mr. dr. I.J. Krukkert
17.1 Bestuursprocesrecht / 647
17.1.1 Belanghebbende / 648
17.1.2 Kring van belanghebbenden; bezwaar en beroep / 649
17.1.3 Procesverloop en procesbelang na het overlijden van belanghebbende / 651
17.1.4 Vertegenwoordiging en bijstand / 652
17.2 (Erf)belasting / 655
17.2.1 Aangifte erfbelasting / 656
17.2.2 Aanslag en navorderingsaanslag / 657
17.2.3 Belastingrente en invorderingsrente / 658
17.2.4 Bestuurlijke boeten / 659
17.2.5 Enkele aspecten m.b.t. de invordering van (erf)belasting / 664
17.3 Varia bestuursrecht / 675
17.3.1 Persoonsgerichte beschikkingen / 676
17.3.2 Gevolgen erfenis voor bijstandsuitkering / 678
17.3.3 Toeslagen / 681
17.3.4 Klachten, ombudsman / 681
17.3.5 Ontvangst en verzending van berichten / 682
18 Niet-civiele procedures: strafrecht / 685
Mr. dr. I.J. Krukkert
18.1 Het overlijden van de verdachte / 685
18.1.1 Gevolgen voor de vervolging / 686
18.1.2 Benadeelde partij / 688
18.2 Het overlijden van de veroordeelde / 688
18.2.1 Gevolgen voor de executiefase / 688
18.2.2 Benadeelde partij / 690
18.3 Varia strafrecht / 690
18.3.1 Wetboek van Strafrecht / 690
18.3.2 Het slachtoffer en de nabestaanden / 693
18.3.3 Schade- en kostenvergoeding / 694
18.3.4 Nabestaanden en de tenuitvoerlegging van straffen en maatregelen / 697
18.3.5 Overig: Wjsg, Opiumwet, Wahv en Wft / 698
19 Niet-civiele procedures in het erfrecht: notarieel tuchtrecht / 701
Mr. L.H. Rammeloo
19.1 Tuchtrechtelijke normstelling / 701
19.1.1 Voorbeelden van toepassing van de tuchtrechtelijke norm in erfrechtelijke setting / 703
19.1.2 Wils(on)bekwaamheid / 703
19.1.3 Geheimhouding en informatieverstrekking / 709
19.2 Formele aspecten van het notarieel tuchtrecht / 712
19.2.1 De opzet van het tuchtrecht / 712
19.2.2 De procedure in eerste aanleg / 713
19.2.3 De procedure in hoger beroep / 716
19.2.4 Ontvankelijkheid van klachten / 719
19.2.5 Tegen wie kan geklaagd worden? / 725
19.2.6 Bewijs / 728
19.2.7 Maatregelen / 730
19.2.8 Bijzondere rechtsmiddelen? / 734

Jurisprudentieregister / 737
Trefwoordenregister / 755

Managementboek Top 100

Rubrieken

Populaire producten

    Personen

      Trefwoorden

        Compendium Erfprocesrecht