Uitgebreide inhoudsopgave XXI1
Enige Afkortingen XXXIII1
Lijst van verkort aangehaalde werken XXXV1
Hoofdstuk 1 - Wettelijke verplichtingen tot schadevergoeding 1
§ 1 Inleidende opmerkingen 1
§ 2 Begrip, aard en begroting van de schade 9
§ 3 Oorzakelijk verband 38
§ 4 Vermindering van de schadevergoeding (voordeelverrekening en 'eigen schuld' van de benadeelde) 92
I Verrekening van voordeel 92
II 'Eigen schuld' van de benadeelde 100
§ 5 Aansprakelijkheid van verschillende personen 124
§ 6 Vergoeding van de ideële schade 129
§ 7 Schade door letsel of overlijden 137
I Letselschade 139
II Schade door overlijden 147
III Regresrechten 156
§ 8 Matiging en limitering van schadevergoeding 163
Hoofdstuk 2 - Verbintenissen tot betaling van een geldsom 175
§ 1 De begrippen geld en geldschuld 175
§ 2 De wijze van betaling 178
§ 3 De plaats van betaling 192
§ 4 Wettelijke rente 194
Hoofdstuk 3 - Verrekening 203
OVERGANG VAN VORDERINGEN EN SCHULDEN EN AFSTAND VAN VORDERINGEN 231
Inleidende opmerkingen 233
Hoofdstuk 4 - Gevolgen van overgang van vorderingen 235
Hoofdstuk 5 - Subrogatie 2451
§ 1 Het begrip subrogatie; de wettelijke systematiek 245
§ 2 De gevallen van subrogatie 252
§ 3 Rechtsgevolgen van subrogatie 257
I Inleiding 257
II Additionele rechtsgevolgen bij subrogatie overeenkomstig art. 6:150 BW 258
III Additionele rechtsgevolgen van subrogatie in het algemeen 264
Hoofdstuk 6 - Schuld- en contractsoverneming 2671
§ 1 Inleidende opmerkingen 267
§ 2 Schuldoverneming 271
§ 3 Contractsoverneming 278
Hoofdstuk 7 - Afstand en vermenging 2831
§ 1 Afstand 283
I Algemene opmerkingen. Totstandkoming 283
II Schuldvernieuwing 290
§ 2 Vermenging 302
RECHTSVORDERINGEN 3071
Inleidende opmerkingen 3091
Hoofdstuk 8 - De rechtsvordering tot nakoming; reële executie 311
Hoofdstuk 9 - Bevrijdende verjaring 3251
§ 1 Begripsbepaling en strekking 335
§ 2 Werking van de extinctieve verjaring 341
§ 3 Afstand van verjaring 345
§ 4 Tijdsduur van de extinctieve verjaring; verschillende verjaringen 348
I Aanvang en voltooiing van de extinctieve verjaring van art. 3:306 BW 349
II Aanvang en voltooiing van de extinctieve verjaring van art. 3:307-311 BW 351
III De algemene verjaringstermijn van twintig jaar 352
IV De korte verjaringen van vijf jaar van art. 3:307-312 BW 353
V Verspreide bepalingen betreffende verjaring 369
VI Contractuele verjaringstermijnen 370
§ 5 Stuiting van de verjaring 371
§ 6 Verlenging van de verjaring 377
§ 7 Vervaltermijnen 379
Zakenregister 389
Wetsartikelenregister 397
Jurisprudentieregister 409
Deel II
Uitgebreide inhoudsopgave XVII1
Enige afkortingen XXIX1
Lijst van verkort aangehaalde werken XXXI1
Inleiding 11
ONRECHTMATIGE DAAD 3
Hoofdstuk 1 - Het karakter van de aanspraak op vergoeding van schade, toegebracht door een onrechtmatige daad 5
Hoofdstuk 2 - De grondslag van het recht op en van de verplichting tot schadevergoeding 21
Hoofdstuk 3 - De materiële vereisten voor de actie tot schadevergoeding ex art. 6:162 37
3.1 Onrechtmatige daad 37
3.1.I Het begrip onrechtmatige daad 37
3.1.I.A Schending van verkeers- of veiligheidsnormen 63
3.1.I.B Normen ter bescherming tegen zuivere vermogensschade 68
3.1.I.C Normen ter bescherming tegen immateriële schade 83
3.1.I.D Toezicht 85
3.1.I.E Overige algemene opmerkingen ten aanzien van zorgvuldigheidsnormen 88
3.1.I.F Misbruik van bevoegdheid 98
3.1.II Rechtvaardigingsgronden 100
3.2 Toerekenbaarheid 110
3.2.I Schuld 110
3.2.II Toerekening buiten schuld 124
3.2.II.A De oorzaak die krachtens de wet voor rekening van de dader komt 124
3.2.II.B De oorzaak die krachtens de in het verkeer geldende opvattingen voor rekening van de dader komt 128
3.3 Schade; causaal verband 134
3.4 De relativiteitsleer 136
Hoofdstuk 4 - Vorderingen die op onrechtmatige daad kunnen worden gegrond 159
Hoofdstuk 5 - Aansprakelijkheid voor schade, veroorzaakt door de onrechtmatige daad van andere personen 173
5.1 Algemene opmerkingen 173
5.2 De aansprakelijkheid van ouders en voogden 178
5.3 De aansprakelijkheid van de werkgever 186
5.4 De aansprakelijkheid ter zake van bedrijfsuitoefening door een niet-ondergeschikte 201
5.5 De aansprakelijkheid van de vertegenwoordigde 204
Hoofdstuk 6 - Aansprakelijkheid voor schade, toegebracht door zaken 209
6.1 Inleidende opmerkingen 209
6.2 De aansprakelijkheid voor roerende zaken in het algemeen 216
6.2.I Het voorwerp van de aansprakelijkheid 217
6.2.II De omvang van de aansprakelijkheid 218
6.2.III De aansprakelijke persoon 228
6.3 De aansprakelijkheid voor opstallen 232
6.4 De aansprakelijkheid voor gevaarlijke stoffen 242
6.5 Aansprakelijkheid voor dieren 249
6.6 Productenaansprakelijkheid 257
6.7 De aansprakelijkheid van de eigenaar of de houder van een motorrijtuig 272
Hoofdstuk 7 - Aantasting van eer en goede naam 291
Hoofdstuk 8 - Oneerlijke handelspraktijken, misleidende en vergelijkende reclame 301
Hoofdstuk 9 - De aansprakelijkheid van rechtspersonen en van personen in hun organisatie 319
Hoofdstuk 10 - De onrechtmatige overheidsdaad 333
10.1 Inleidende opmerkingen 333
10.2 Rechtmatige overheidsdaad 339
10.3 Onrechtmatige overheidsdaad, algemeen 345
10.4 Onrechtmatig bestuur 356
10.4.I Burgerlijke rechter versus bestuursrechtelijke rechtsbescherming 357
10.4.II Bevoegdheid van de burgerlijke rechter, ontvankelijkheid van de vordering en formele rechtskracht 366
10.5 Onrechtmatige wetgeving 376
10.6 Onrechtmatige rechtspraak 381
VERBINTENISSEN UIT ANDERE BRON DAN ONRECHTMATIGE DAAD OF OVEREENKOMST 387
Hoofdstuk 11 - Zaakwaarneming 389
11.1 Het begrip zaakwaarneming en haar wijze van tot stand komen 389
11.2 De rechten en plichten van zaakwaarnemer en belanghebbende 401
Hoofdstuk 12 - Onverschuldigde betaling 407
Hoofdstuk 13 - Ongerechtvaardigde verrijking 437
Zakenregister 467
Wetsartikelenregister 473
Jurisprudentieregister 481