Ton Derksen is emeritus hoogleraar wetenschapsfilosofie en cognitiefilosofie aan de Radboud Universiteit Nijmegen en emeritus hoogleraar algemene kennis- en wetenschapsleer aan de Universiteit van Tilburg.
Meer over Ton DerksenOnschuldig vast
Paperback Nederlands 2014 9789491693236Samenvatting
Hoeveel mensen zitten er in Nederland ten onrechte gevangen? Die vraag is relevant nu steeds meer gerechtelijke dwalingen aan het licht komen. Na de zaak van Lucia de Berk, Ina Post, Louwes en Olaf Hamers wordt deze vraag steeds prangender. In deze zaken zit namelijk een patroon: steeds is de bewijslast eenzijdig geïnterpreteerd, steeds heeft men een dader willen zoeken, steeds hadden de verdachten de schijn tegen, maar bleken ze toch onschuldig.
Aan de hand van nieuw onderzoek onder gevangenen en onder forensische experts beantwoordt Ton Derksen de vraag hoeveel mensen ten onrechte gevangen zitten. Hij komt tot schokkende conclusies.
Prof.dr. Ton Derksen is emeritus hoogleraar wetenschapsfilosofie. Zijn spraakmakende boek Lucia de B. vormde de aanzet tot een herziening van de zaak tegen deze Haagse verpleegster. Ook zijn boek Leugens over Louwes en Verkeerde plaats, verkeerde tijd over de zaak Olaf H. leidden tot een herziening. Eerder publiceerde Derksen de boeken Het O.M. in de fout, over de systematische missers van het Openbaar Ministerie, en De ware toedracht, over de valkuilen van waarheidsvinding in strafzaken.
Specificaties
Lezersrecensies
Inhoudsopgave
Hoofdstuk I: Twee rampen 13
Onschuldig vast: een ramp 13
‘Het valt wel mee’ 14
‘En dat is maar goed ook’: een tweede ramp — herziening is gevaar voor de rechtsstaat 17
De strikte eisen voor toekenning van een herziening 18
Hoezo valt het mee? Herzieningscijfers uit andere landen 19
Conclusie 21
DEEL I: DE THEORIE 23
Hoofdstuk II: Waarschijnlijkheid — de logische onvermijdelijkheid van gerechtelijke dwalingen 25
De les van de zaak-Lucia de Berk: de feitelijke onvermijdelijkheid van fouten 25
De rechterlijke overtuiging en het sprongetje van Scholten 25
Het waarschijnlijkheidsgat en de waarschijnlijkheidsparadox 27
Het feitelijk risico dat de rechter bereid is te lopen 29
Meer schuldigen veroordelen betekent ook meer onschuldigen veroordelen 30
Het primaat van de onschuldige versus het primaat van het boevenvangen 30
Conclusie 31
Hoofdstuk III: Cognitieve instincten — de praktische onvermijdelijkheid van gerechtelijke dwalingen 33
Tegenwerking van cognitieve instincten 33
De verleiding van passend bewijsmateriaal en het belang van discriminerend bewijsmateriaal 34
Onbegrip aangaande potentieel ontlastend onderzoek 37
Onbegrip aangaande de cruciale rol van alternatieve scenario’s 39
Belastend bewijsmateriaal wordt serieuzer genomen dan ontlastend bewijsmateriaal 41
De invloed van het primacy effect en geloofsvolharding 46
Conclusie 49
Hoofdstuk IV: De structuur van de Nederlandse rechtsstaat — de structurele onvermijdelijkheid van gerechtelijke dwalingen 51
Politie: verdachte = dader 51
Het afgeslankte dossier 52
De zakelijke weergave 58
De rechter bestudeert het dossier vóór de zitting met een leeswijzer met belastende bewijsmiddelen 61
Twee bewijsmiddelen die passen 66
De officier van justitie als magistraat en de advocaat als belangenbehartiger 66
Een verklaring van agent opgemaakt op ambtseed 69
Conclusie. Met 10-0 achter 72
Hoofdstuk V: Favoriete fouten 75
Een verkeerde ooggetuigenverklaring 75
Valse bekentenissen 76
Daderkennis 77
Natuurlijke fouten in waarschijnlijkheidsargumentaties: de Prosecutor’s Fallacy 81
Natuurlijke fouten in waarschijnlijkheidsargumentaties: likelihoods-verhoudingen en beginwaarschijnlijkheden 86
Onbegrip betreffende immuniseren 90
Verleiding van het hoger goed 93
Hoofdstuk VI: Praktische problemen 95
Toenemende tijdsdruk op rechters 95
Slecht advocatenwerk 97
De officier als crime fighter 99
Druk van maatschappij in ernstige, high profile zaken 99
De opleiding van juristen 99
Hoofdstuk VII: Het L-woord 101
Inleiding: platte leugens en professionele leugens 101
Waarom gaan de rolluiken dicht? 102
Bedrog als voorname oorzaak van gerechtelijke dwalingen in Engeland en de VS 104
Bedrog van de politie 105
Leugens van de politie 105
Achterhouden van ontlastend bewijsmateriaal door politie 108
Creëren van belastend bewijsmateriaal door politie 109
Bedrog van het OM 114
Leugens van OM 114
Achterhouden van ontlastend bewijsmateriaal door OM 119
Creëren van belastend bewijsmateriaal door OM 121
Bedrog door deskundigen 122
Leugens van deskundigen 122
Conclusie 126
DEEL II: DE EMPIRIE 129
Hoofdstuk VIII: Amerikaans empirisch onderzoek naar gerechtelijke dwalingen in de VS: relevantie voor Nederland? 131
Amerikaanse resultaten indicatief voor Nederland? 131
Schatting van foutenpercentage op basis van aantal ‘exonerations’: de 1e methode 136
Schatting van foutenpercentage op basis van onderzoek van de hele referentiegroep: de 2de methode 138
Schatting van foutenpercentage op basis van verklaringen van veroordeelden: de 3de methode 139
Schatting van foutenpercentage op basis van mensen uit de strafrechtketen: de 4de methode 143
Problemen van generaliseerbaarheid 145
Conclusie 150
Hoofdstuk IX: Eigen empirische overwegingen aangaande Nederland 153
Inleiding 153
Recapitulatie van de genoemde mogelijke fouten en de impliciet aanvaarde foutenmarges 154
De levenslanggestraften als een kleine, te testen groep 156
Gevolgde methode 172
De veelplegers als nieuwe groep van onderzoek 174
Gedetineerden als jury 183
De bonusveroordeling 187
De toenemende vrijspraakpercentages 189
Huis van Bewaring: onterecht voorlopig gehechten 191
Aantal herzieningsaanvragen van de langgestraften (8 jaar en meer) van 2001 tot 2015 195
Het Hoger Beroep in Nederland 198
Discussie 202
Conclusie 206
Hoofdstuk X: Schattingen van ervaringsdeskundigen 207
Rechters 207
OM’ers 209
De Hoge Raad, parket van Hoge Raad 209
Politie 211
Gevangenisdirecteuren 213
Gevangenisdominee, gevangenispastor, humanistische raadsman 214
Advocaten 215
Nederlandse wetenschappers 216
Conclusie 216
Hoofdstuk XI: Beredeneerde samenvatting en conclusie: de consilience of dubious inductions 219
De foutenfrequentie bij grootplegers 219
De foutenfrequentie bij veelplegers 221
De herzieningsaanvragen 222
Conclusie over de consilience of dubious inductions 222
Hoofdstuk XII: Wat nu? 223
Een gerechtelijke dwaling, wat is dat? 223
De term ‘gerechtelijke dwaling’ 225
Fouten herstellen 226
De restrictieve herzieningsprocedure in Nederland: de argumenten pro 226
De argumenten voor een restrictieve herzieningsprocedure kloppen niet 227
De huidige restrictieve elementen van de Nederlandse herzieningsprocedure 229
De eis voor een succesvolle herzieningsaanvraag vanuit het perspectief van waarheidsvinding 229
De restrictieve eis — een novum — voor een succesvolle herzieningsaanvraag in Nederland 231
De zinloze vertraging en tijdverspilling ter ontmoediging van de aanvragers 232
Wenselijkheden 237
De oplossing 238
SLOTWOORD 243
BIBLIOGRAFIE 245
NOTEN 251
Rubrieken
- advisering
- algemeen management
- coaching en trainen
- communicatie en media
- economie
- financieel management
- inkoop en logistiek
- internet en social media
- it-management / ict
- juridisch
- leiderschap
- marketing
- mens en maatschappij
- non-profit
- ondernemen
- organisatiekunde
- personal finance
- personeelsmanagement
- persoonlijke effectiviteit
- projectmanagement
- psychologie
- reclame en verkoop
- strategisch management
- verandermanagement
- werk en loopbaan