Werken met de structuurvisie en omgevingsvisie
Visievorming in de nieuwe werkelijkheid
Paperback Nederlands 2016 2e druk 9789491930492Samenvatting
In deze geheel herziene versie van het boek 'Werken met de structuurvisie en omgevingsvisie' zijn de ervaringen van het Leertraject Pilots Omgevingsvisie van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu meegenomen met thema's als cultuurverandering, integrerend werken, co-creatie en democratische legitimiteit. Ook zijn een uitleg van de Omgevingswet, het voortschrijdend inzicht van de auteur en interviews met experts op diverse terreinen, ook juist buiten de RO, toegevoegd.
De Omgevingswet is in de zomer van 2015 vastgesteld door de Tweede Kamer en (de conceptversies van) de algemene maatregelen van bestuur zijn gereed. Wordt nu 'alles anders' of is het 'oude wijn in nieuwe zakken'? Beide stellingen worden met grote overtuiging gepredikt. De waarheid ligt, zoals wel vaker, in het midden. Vooral de manier van werken zal anders (moeten) worden. Niet alleen veronderstelt de nieuwe wet een integrale werkwijze, maar het feit dat de gemeente straks slechts acht weken heeft om op een omgevingsvergunningaanvraag te reageren, vraagt ook om een heldere kijk op de toekomst. Hiervoor is in de nieuwe wet het instrument 'Omgevingsvisie' opgenomen.
Dit boek biedt een praktische handleiding voor het opstellen van zo'n visie. Het gaat echter niet alleen over de omgevingsvisie, maar over visievorming in het algemeen. Een deel van de visievorming zal namelijk plaatshebben in het 'omgevingsplan' en het 'programma'. Daarmee is het boek nuttig voor iedereen die op een of andere manier regelmatig in aanraking komt met de omgevingsvisie en/of visievorming in het omgevingsplan of programma, zoals beleidsmakers (o.a. op het gebied van RO, milieu, water, verkeer en natuur), bestuurders, adviseurs, vertegenwoordigers van belangenorganisaties en geïnteresseerde burgers.
Specificaties
Lezersrecensies
Inhoudsopgave
1 Inleiding
1.1 Visievorming toen en nu 1
1.2 Wat is een structuurvisie? 2
1.3 Waarom een structuurvisie maken? 4
1.4 Recente ontwikkelingen en Omgevingswet 6
1.5 Praktische handleiding 7
1.6 Leeswijzer 7
2 Het wettelijk kader
2.1 De bedoelingen van de Wro 9
2.1.1 Flexibiliteit en rechtszekerheid 9
2.1.2 Scheiding tussen beleid, normstelling en uitvoering 10
2.1.3 Vorm en inhoud 11
2.1.4 Uitvoering van beleid 11
2.1.5 Toelatingsplanologie 12
2.1.6 Ontwikkelingsplanologie 13
2.2 Planfiguurstructuurvisie 14
2.2.1 Algemeen 14
2.2.2 Structuurvisie verplicht 14
2.2.3 Afwegingskader 15
2.2.4 Bevoegdheid tot vaststelling 16
2.2.5 Zelfbindend 16
2.2.6 Planhiërarchie 18
2.2.7 Inhoud 19
2.2.7.1 Hoofdlijnen van beleid 19
2.2.7.2 Verantwoordingsplicht 20
2.2.7.3 De ‘grexwet’ 21
2.2.7.4 Bovenplanse kosten 21
2.2.7.5 Bovenplanse verevening 22
2.2.7.6 Ruimtelijke ontwikkelingen 23
2.2.7.7 Voorkeursrecht 24
2.2.7.8 Doorwerking 24
2.2.8 Vorm 25
2.2.8.1 Vormvrij, maar … 25
2.2.8.2 M.e.r.-plicht en Passende beoordeling 25
2.2.9 Procedure 26
2.2.9.1 Burgers betrekken 26
2.2.9.2 Kennisgeving 27
2.2.9.3 Inspraak 27
2.2.9.4 Maatwerk 28
2.3 Dedrieschaalniveaus29
2.3.1 Inleiding 29
2.3.2 Rijksstructuurvisies 29
2.3.2.1 Doorwerking 29
2.3.2.2 Gedeeltelijke verantwoordelijkheid 30
2.3.2.3 Hoofdzaken beleid 30
2.3.2.4 Rol Tweede Kamer 31
2.3.2.5 Verwezenlijking 32
2.3.2.6 Beschikbaarstelling 32
2.3.3 Provinciale structuurvisie 33
2.3.3.1 Verplichting 33
2.3.3.2 Vormen van provinciale structuurvisies 33
2.3.3.3 Scheiding beleid en norm 34
2.3.3.4 Overige aspecten 35
2.3.4 Gemeentelijke structuurvisie 35
2.3.4.1 Volgend beleid 35
2.3.4.2 Gemeenteraad bepaalt 36
2.3.4.3 Eigen verantwoordelijkheid 36
2.3.4.4 Verschillende vormen 37
2.3.4.5 Verevening en voorkeursrecht 37
2.3.4.6 Structuurvisie plus 37
2.3.4.7 Geen hoge prioriteit 38
2.4 Kanttekeningenvoordepraktijk 39
3 Nieuwewerkelijkheid
3.1 Veranderd landschap 43
3.2 Ontwikkelingen in de RO 43
3.2.1 Van Nota naar Structuurvisie 43
3.2.1.1 In vogelvlucht .43
3.2.1.2 Nota inzake de Ruimtelijke Ordening 44
3.2.1.3 De Tweede Nota44
3.2.1.4 De Derde Nota 45
3.2.1.5 De Vierde Nota en Vinex 45
3.2.1.6 De Nota Ruimte 46
3.2.1.7 De Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte 46
3.2.2 Op weg naar de Omgevingswet 48
3.2.2.1 Sneller en beter 48
3.2.2.2 Beginsel van subsidiariteit 49
3.2.2.3 Ervaringen omgevingsplannen 50
3.2.3 Conclusies 50
3.3 Crisisenkrimp 52
3.3.1 Omslag 52
3.3.2 Kredietcrisis 53
3.3.3 De Nederlandse ‘bubble’ 53
3.3.4 Nog een zeepbel 55
3.3.5 Van groei naar krimp 56
3.3.5.1 In vogelvlucht 56
3.3.5.2 Oorzaken krimp 57
3.3.5.3 Gevolgen krimp 58
3.3.5.4 Strategieën krimp 58
3.3.6 Financiële positie gemeenten 59
3.3.7 Klimaatcrisis en de transitie naar duurzame ontwikkeling 59
3.3.8 Problemen 61
3.3.9 Koers 61
3.4 Gebiedsontwikkeling30 63
3.4.1 Nieuwe vormen .63
3.4.2 Gebiedsontwikkeling 1.0: projectontwikkeling op grote schaal 63
3.4.3 Gebiedsontwikkeling 2.0: organische ontwikkeling .65
3.4.4 Gebiedsontwikkeling 3.0: koppelen van vastgoed, gebruik en stromen .68
3.4.5 Reflectie 70
3.4.5.1 Waardeontwikkeling op lange termijn .70
3.4.5.2 Slingerbeweging 71
3.4.5.3 Wat wil je zelf? 72
3.5 Overigerelevantetrends72
3.5.1 Inleiding .72
3.6 Individualiseringengemeenschapszin73
3.6.1 Vergrijzing, ontgroening en verdunning .74
3.6.2 Mobiliteit 75
3.6.3 Digitalisering .75
3.6.4 Schaalvergroting 76
3.6.5 Verschuivingen in de recreatie .76
3.6.6 Groeiende samenhang tussen projecten en activiteiten .76
3.6.7 Regionale verschillen 77
3.6.8 Plattelandsvernieuwing en -ontwikkeling .78
3.6.9 Voorbereid zijn 79
3.7 Gevolgenvoordevisievorming79
4.1 Inleiding83
4.2 Lagenenwaarden,programmaentijd83
4.3 Planologieisgeenlineairproces89
4.3.1 Programmatische benadering 89
4.3.2 Voorbereid zijn op de toekomst, flexibiliteit onderkennen .90
4.3.3 Verbeelding 92
4.3.4 Eigenheid .93
4.4 Flexibiliteitbinnenrichtinggevendekaders95
4.5 Consensus,draagvlakenuitvoeringsbetrokkenheid98
4.6 Wikkenenwegen:hetafwegingskader99
4.7 Vandroomnaardaad101
4.7.1 Uitvoeringsprogramma 101
4.7.2 Digitalisering 102
4.8 Hetideaalplaatje103
4 Benadering
5 Consensus, draagvlak en uitvoeringsbetrokkenheid
51 Kwaliteit van het maatschappelijk debat als doel op zich 105
5.1.1 Gevoelig onderwerp 105
5.1.2 Meer dan een moetje? .105
5.1.3 Democratie .106
5.1.4 Sneller en beter? 107
5.2 Deinterneenexternedoelgroepen109
5.2.1 Rol en bezetting .109
5.2.2 Partijen interne communicatie 109
5.2.2.1 Gemeenteraad .109
5.2.2.2 College en/of Stuurgroep 112
5.2.2.3 Projectgroep 112
5.2.2.4 Adviesbureau .113
5.2.3 Partijen externe communicatie 114
5.2.3.1 Inleiding 114
5.2.3.2 Klankbordgroep 115
5.2.3.3 Denktank .115
5.2.3.4 Burgerpanel .117
5.2.3.5 Burgers .117
5.2.3.6 Overheden .117
5.3 Succesvoorwaardenvooreengoedecommunicatie118
5.3.1 Draagvlak en planverrijking .118
5.3.2 Frustratie-top-zeven .119
5.3.3 Participatieladder .120
5.3.4 Doelgroepsegmentatie voor participatie 121
5.3.5 Verwachtingenmanagement 123
5.3.6 Daadkracht .124
5.4 Alternatieveenflankerendecommunicatie124
5.4.1 Werkvormen .124
5.4.1.1 Middelen en werkvormen .124
5.4.1.2 Moodboards 125
5.4.1.3 Mindmappen en The World Café .126
5.4.1.4 Charettes .127
5.4.2 Flankerende communicatie 128
5.4.2.1 Analoge communicatiemogelijkheden .128
5.4.2.2 Projectwebsite .129
5.4.2.3 Online communicatie en nieuwe media .130
5.5 Lotgenoten worden deelgenoten worden bondgenoten 132
6 Vorm,inhoudenopbouw
6.1 Velevormen 133
6.1.1 Doel structuurvisie .133
6.1.2 Volledig of bondig 133
6.1.3 Concreet of abstract .134
6.1.4 Soorten structuurvisies .135
6.1.5 Omgevingsplannen .138
6.2 Inhoud e nindeling 139
6.2.1 Ruimtelijke relevantie .139
6.2.2 Stel de kaart centraal .141
6.2.3 Thematische of gebiedsgewijze indeling? .141
6.2.4 Projectmatig schrijven 143
6.2.5 Indeling en inhoud van de omgevingsvisie .144
6.2.6 Ondersteunende informatie .144
6.2.7 Compact .146
6.2.8 De gemeente in 2040 .146
6.2.9 Met het hoofd in de wolken en beide benen op de grond .147
6.2.10 Richtlijnen voor ontwikkeling 148
6.3 Vormgeving 148
6.3.1 Beeldend 148
6.3.2 Boekje of alleen digitaal? .150
6.4 Meebewegen 150
7 Dynamischuitvoeringsprogramma
7.1 Scharnier153
7.1.1 Hoe komen wij in 2040? .153
7.1.2 ‘Wie niet durft te dromen is geen realist’ .154
7.1.3 Vinger aan de pols .155
7.1.4 Vroegtijdig bepalen .156
7.1.5 Componenten 156
7.2 Gripopdeprojecten157
7.2.1 Stappenplan .157
7.2.2 Cyclisch proces 163
7.3 Mogelijkhedenvoorkostenverhaal163
7.3.1 Kostenverhaal 163
7.3.2 Bovenwijkse kosten (structuurvisie of programma niet nodig, maar wel handig) .165
7.3.3 Bovenplanse kosten (structuurvisie of programma nodig) 166
7.3.3.1 Inleiding 166
7.3.3.2 Ruimtelijke ontwikkelingen (in anterieure overeenkomst) .167
7.3.3.3 Bovenplanse verevening via fonds (in exploitatieplan) 167
7.3.4 Voorbeelden fondsvorming 169
7.3.4.1 Sociale woningbouw 169
7.3.4.2 Herstructureringsopgave/ Revitaliseringsopgave .169
7.3.4.3 Maatschappelijke niet-commerciële voorzieningen .170
7.3.4.4 Omgeving, landschap en natuur 170
7.3.5 Kwaliteitsmenu 171
7.4 Uitvoeringsstrategieën172
7.4.1 Alternatieve strategieën 172
7.4.2 Albrandswaard: regiegemeente 174
7.4.3 Volendam: de gemeente als ontwikkelaar .174
7.4.4 Heerhugowaard: uitnodigingsplanologie en fondsvorming 175
7.4.5 Renkum-Klingelbeekseweg: collectieve aanpak 176
7.4.6 Wijkaanpak Hoorn/Rotterdam: MKBA .176
7.4.7 Stadshavens en RET 177
7.4.8 Plaspoelpolder 178
7.5 Instrumentelevisie178
7.5.1 Toepassing juridisch instrumentarium .178
7.5.2 Organisatievorm aanpassen .179
7.6 Periodiekeencontinuemonitoring180
7.6.1 Darwin 180
7.6.2 Verandering in projecten 180
7.6.3 Verandering in de structuurvisie .181
8 MER-plichtenandereonderzoeken
8.1 Verplichteenwenselijkeonderzoeken183
8.2 MER-plicht184
8.2.1 Waarom? 184
8.2.2 Onderzoek gemeentelijke structuurvisie en m.e.r. .185
8.2.3 PlanMER en projectMER 186
8.2.4 Regelgeving m.e.r. en structuurvisies 186
8.2.4.1 Wanneer? 186
8.2.5 Middel in de besluitvorming 189
8.2.6 Procedure .190
8.2.7 Onderdelen 192
8.2.7.1 Referentiesituatie: huidige situatie en autonome ontwikkelingen 192
8.2.7.2 Voorgenomen ontwikkelingen 192
8.2.7.3 Scenario’s, alternatieven en varianten 192
8.2.7.4 Beoordelingskader .193
8.2.7.5 Beoordeling en resultaten .194
8.2.8 Aanpak .194
8.2.8.1 Onderzoeken .194
8.2.8.2 Abstractieniveau en onzekerheden 195
8.2.8.3 Notitie Reikwijdte en Detailniveau .196
8.2.8.4 Verwerking resultaten .196
8.2.9 Werkplanning 197
8.2.9.1 Kruisbestuiving 197
8.3 Vormvrijemer-beoordeling198
8.3.1 Wanneer m.e.r.-plicht en m.e.r.-beoordeling? 198
8.3.2 De formele m.e.r.-beoordelingsprocedure 199
8.3.3 Vormvrije MER-beoordeling 200
8.4 Onderbouwingvandevisie201
8.4.1 Uitvoerbaarheid 201
8.4.2 Milieu- en aanverwante onderzoeken .201
8.4.2.1 Bodem .201 8.4.2.2 Archeologie, cultuurhistorie en landschap 201
8.4.2.3 Watertoets 202
8.4.2.4 Ecologie .202
8.4.2.5 Akoestiek 202
8.4.2.6 Luchtkwaliteit .203
8.4.2.7 Mobiliteit 203
8.4.2.8 Externe Veiligheid 204
8.4.2.9 Economie (en milieu) 204
8.4.2.10 Geurhinder .205
8.4.3 Specifieke onderzoeken 205
8.4.3.1 Woonvisie in de nieuwe werkelijkheid .205
8.4.3.2 De ladder voor duurzame verstedelijking 207
8.4.3.3 Analyse sociaal-maatschappelijk krachtenveld 209
8.4.3.4 Maatschappelijke Kosten-Baten-Analyse (MKBA) 210
8.5 Mer, onderzoeken en de Omgevingswet 211
9 Digitalisering
91 DeWroenhetBro213
92 Praktijkrichtlijn214
9.2.1 PRgSV2012 214
9.2.2 IMRO 214
9.2.3 In kleur .215
9.3 Depraktijk215
9.3.1 Structuurvisiekaart 215
9.3.2 Interactief? .216
9.3.3 Koppeling beeld en tekst 218
9.3.3.1 Gebieden en complexen .218
9.3.3.2 Verborgen objecten 219
9.3.4 Publicatie 221
9.4 Totslot222
10 Aanpakenplanning
101 Startfase223
10.1.1 Doel 223
10.1.2 Stappenschema’s 224
10.1.3 Offertestadium 226
10.1.4 De echte start .227
10.1.4.1 Startoverleg 227
10.1.4.2 Vliegende startsessie227
10.1.5 Inventarisatie en analyse .228
10.1.5.1 Lagen en waarden 228
10.1.5.2 Verrijken beleidstukken 228
10.1.5.3 Positie in de regio .229
10.1.5.4 Overlap en tegenstrijdigheden 229
10.2 Keuzefase230
10.2.1 Valt er wat te kiezen? .230
10.2.1.1 Lagen maken geen visie.230
10.2.1.2 Scenario’s, alternatieven en varianten 230
10.2.1.3 Ruimtelijk raamwerk en ruwe schets .233
10.2.2 Consultatie .234
10.2.3 Uitvoering, m.e.r. en onderzoeken .235
10.2.4 Keuzedocument 235
10.3 Ontwerpfase236
10.3.1 Opstellen ontwerp .236
10.3.1.1 Eerst kiezen, dan uitschrijven .236
10.3.1.2 Weerslag van proces .237
10.3.2 Terinzagelegging en vooroverleg 237
10.3.3 Zienswijzen / nota van beantwoording .238
104 Vaststellingsfase238
10.4.1 Vaststelling 238
10.4.2 Digitalisering .239
105 Dagelijksdetoekomstmaken239
11 DeOmgevingsweten(degevolgenvoor)visievorming
11.1 Standvanzaken241
11.2 Decontourenvandewet241
11.2.1 Aanleiding .241
11.2.2 Doel 242
11.2.3 Zes planfiguren .243
11.3 Decontourenvandeomgevingsvisie244
11.3.1 Inleiding 244
11.3.2 Omgevingsvisies245
11.3.3 Plannen of programma’s .245
11.3.4 Omgevingsplan .246
11.3.5 Omgevingsvisie vervangt structuurvisie? 247
11.4 Kansofbedreiging?248
11.4.1 Reacties consultatie .248
11.4.2 Het regionale schaalniveau .252
11.4.3 Omgevingsvisie verplicht? 252
Nawoord255
Samenvatting256
Dankwoord259
Bijlagen260
Voorbeeld1:IntegraalafwegingskaderstructuurvisieNoordoostpolder260
Voorbeeld2:IntegraalafwegingskaderToekomstvisie/StructuurvisieBaarn261
Voorbeeld1inhoudsopgave(structuurvisieDronten)262 Voorbeeld2:inhoudsopgavedeelAenB(structuurvisieMoerdijk)264
Voorbeeld3:inhoudsopgavekortestructuurvisie (structuurvisieMidden-Delfland)267
Voorbeeldvaneenplanningsschema(structuurvisieSint-Michielsgestel)268
Voorbeeldmaatregelentabeldynamischeuitvoeringsparagraaf (structuurvisieDronten)269
Trefwoordenregister271
Rubrieken
- advisering
- algemeen management
- coaching en trainen
- communicatie en media
- economie
- financieel management
- inkoop en logistiek
- internet en social media
- it-management / ict
- juridisch
- leiderschap
- marketing
- mens en maatschappij
- non-profit
- ondernemen
- organisatiekunde
- personal finance
- personeelsmanagement
- persoonlijke effectiviteit
- projectmanagement
- psychologie
- reclame en verkoop
- strategisch management
- verandermanagement
- werk en loopbaan