Mr. C. Bruijsten is verbonden aan Bureau Vaktechniek van Ernst & Young Belastingadviseurs.
Meer over de auteursVPB gids 2019
Handleiding en vraagbaak voor belastingadviseurs, accountants, ondernemers en andere geïnteresseerden in de vennootschapsbelasting
E-book Epub met watermerkbeveiliging Nederlands 2019 1e druk 9789013151992Samenvatting
Of u nu uw eigen aangifte vennootschapsbelasting regelt, of anderen erover adviseert, een goed actueel naslagwerk is hierbij onmisbaar. Met deze gids beschikt u over de meest actuele wettelijke bepalingen en leerstukken op het gebied van de vennootschapsbelasting.
VPB gids 2019 vormt de ideale handleiding en vraagbaak voor belastingadviseurs, accountants, ondernemers en andere geïnteresseerden in de vennootschapsbelasting. De titel geeft u snel toegang tot de relevante thema’s in de vennootschapsbelasting en is daardoor uw metgezel bij het oplossen van fiscale vraagstukken. De thema’s worden op heldere wijze toegelicht, met een scherp oog op de praktijk.
Met aandacht voor onder meer de subjectieve belastingplicht, deelnemingsvrijstelling, fiscale eenheid, fusies & splitsingen en alle renteaftrekbeperkingen bestrijkt het een breed terrein aan relevante onderwerpen. De overzichtelijke inhoudsopgave brengt u snel naar de informatie die u zoekt, waarmee de gids zich uitstekend leent voor vluchtige raadpleging. De titel richt zich op aangiftemedewerkers, adviseurs, accountants, fiscaal geïnteresseerde ondernemers en is vanwege haar systematische opzet ook geschikt voor het onderwijs.
De afgelopen jaren zijn de fiscale ontwikkelingen op het gebied van de vennootschapsbelasting nauwelijks meer bij te houden. Met deze gids bent u verzekerd van de actuele stand van zaken, waaronder:
-Europese ontwikkelingen rondom de aanpak van belastingontwijking en grondslagharmonisatie
-Onderdelen van belastingpakket 2019 gericht op vennootschapsbelasting
-Wetsvoorstel Wet implementatie ATAD1 (met daarin de earningsstrippingmaatregel en CFC-wetgeving)
-Wetsvoorstel Wet spoedreparatie fiscale eenheid
Naast de laatste ontwikkelingen in wet- en regelgeving, krijgt u ook een helder beeld van recente jurisprudentie van de Hoge Raad.
Specificaties
Lezersrecensies
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave / 7
Hoofdstuk 1 Inleiding / 15
1.1 Vennootschapsbelasting / 15
1.2 Klassieke stelsel / 15
1.3 Base erosion and profit shifting (BEPS) / 16
1.4 Ontwikkelingen binnen de Europese Unie / 16
1.4.1 Richtlijnen / 16
1.4.2 Europese verkeersvrijheden / 18
1.4.3 Common Consolidated Corporate Tax Base (CCCTB) / 19
1.5 Verplichte melding constructies / 20
1.6 Rechtsgrond / 20
Hoofdstuk 2 Subjectieve belastingplicht / 23
2.1 Inleiding / 23
2.2 Vestigingsplaats als aangrijpingspunt voor de belastingplicht / 23
2.3 Binnenlands belastingplichtige lichamen / 24
2.3.1 Inleiding / 24
2.3.2 Onbeperkt belastingplichtige lichamen / 25
2.3.3 Beperkt belastingplichtige lichamen / 30
2.4 Buitenlands belastingplichtige lichamen / 38
2.4.1 Inleiding / 38
2.4.2 Verenigingen en andere rechtspersonen / 38
2.4.3 Open commanditaire vennootschappen en andere vennootschappen / 39
2.4.4 Doelvermogens / 39
2.4.5 Onderneming drijven / 39
2.5 Europese vennootschappen / 39
2.5.1 Inleiding / 39
2.5.2 Europees Economisch Samenwerkingsverband / 40
2.5.3 Europese naamloze vennootschap (SE) / 40
2.5.4 Europese coöperatieve vennootschap (SCE) / 40
2.6 Subjectieve vrijstellingen / 41
2.6.1 Inleiding / 41
2.6.2 Vrijstellingen van art. 5 Wet VPB 1969 / 41
2.6.3 Vrijstellingen van art. 6 Wet VPB 1969 / 42
2.6.4 Vrijgestelde beleggingsinstellingen / 45
Hoofdstuk 3 De objectieve belastingplicht: winstbepalingen / 47
3.1 Inleiding / 47
3.2 Uitgangspunt winstbepaling zelfstandige entiteiten / 47
3.3 Kapitaalstortingen / 48
3.3.1 Het fiscale kapitaalbegrip / 48
3.3.2 Kwalificatie van kapitaal bij de verstrekker van het kapitaal / 49
3.3.3 De onzakelijke lening / 51
3.4 Winstbegrip / 55
3.4.1 Inleiding / 55
3.4.2 Kalenderjaar en boekjaar / 56
3.4.3 Totaalwinst / 57
3.4.4 Informeel kapitaal in de vermogenssfeer / 57
3.4.5 Informeel kapitaal in de kostensfeer / 57
3.5 Objectieve vrijstellingen / 59
3.5.1 Bosbouwvrijstelling / 60
3.5.2 Subsidies voor bos en natuur / 60
3.5.3 Landbouwvrijstelling / 61
3.5.4 Kwijtscheldingswinstvrijstelling / 61
3.5.5 Eindheffingsbestanddelen / 62
3.5.6 Mobiliteitsprojecten / 62
3.6 Niet-aftrekbare kosten / 62
3.6.1 Vaartuigen / 62
3.6.2 Geldboeten / 63
3.6.3 Criminele activiteiten en steekpenningen / 63
3.7 De systematiek van art. 9 en 10 Wet VPB 1969 / 63
3.8 Jaarwinstbepaling / 64
3.8.1 Algemeen / 64
3.8.2 Stelselwijziging / 67
3.8.3 Gegevens na balansdatum / 68
3.9 De fiscale balans / 69
3.9.1 Waarderingsmethoden / 69
3.9.2 Vorderingen / 69
3.9.3 Voorraden / 71
3.9.4 Bedrijfsmiddelen / 73
3.9.5 Onlichamelijke bedrijfsmiddelen / 79
3.9.6 Liquide middelen / 80
3.9.7 Deelnemingen / 80
3.9.8 Onderhanden werk / 80
3.9.9 Schulden / 81
3.9.10 Voorzieningen / 82
3.9.11 Pensioenverplichtingen / 82
3.10 Fiscale reserves / 85
3.10.1 Kostenegalisatiereserve / 85
3.10.2 Herinvesteringsreserve / 86
3.10.3 Bestedingsreserve / 87
3.11 Investeringsaftrek / 88
3.12 Aanvullende aftrek voor speur- en ontwikkelingswerk / 88
Hoofdstuk 4 De objectieve belastingplicht: overige bepalingen, objectvrijstelling en eindafrekening / 91
4.1 Inleiding / 91
4.2 Dooruitdelingsfaciliteit dividendbelasting; ‘at arm’s length’-beginsel en doorstroomlichamen / 91
4.2.1 Vermindering dividendbelasting / 91
4.2.2 Het ‘at arm’s length’-beginsel / 91
4.2.3 Niet-aftrekbare renten en royalty’s van rente- en royaltydoorstroomlichamen / 92
4.2.4 Informatieplicht dienstverleningslichamen / 93
4.3 Kapitaalverkeer tussen aandeelhouder(s) en lichaam / 94
4.3.1 Inleiding / 94
4.3.2 De aftrekmogelijkheden van art. 9 Wet VPB 1969 / 95
4.3.3 Niet-aftrekbare uitgaven van art. 10 Wet VPB 1969 / 101
4.4 Wederverkoop van ter tijdelijke belegging ingekochte aandelen / 102
4.5 Commissarisbeloning / 103
4.6 Eindafrekening / 103
4.6.1 Vestigingsplaats buiten Nederland / 103
4.6.2 Algemene eindafrekening / 104
4.6.3 Uitstel van betaling / 104
4.7 Objectvrijstelling voor buitenlandse ondernemingswinsten / 105
4.7.1 Inleiding / 105
4.7.2 Objectvrijstelling voor actieve buitenlandse ondernemingswinsten / 106
4.7.3 Regeling voor laagbelaste buitenlandse beleggingsondernemingen / 109
4.7.4 Geen objectvrijstelling voor besmette voordelen / 111
4.7.5 Stakingsverliezen / 113
4.7.6 Overgangsrecht / 114
4.8 Giften / 116
Hoofdstuk 5 De renteaftrekbeperkingen / 119
5.1 Inleiding / 119
5.2 Artikel 10a-leningen / 120
5.2.1 Inleiding / 120
5.2.2 De gewraakte rechtshandelingen van art. 10a Wet VPB 1969 / 120
5.2.3 Tegenbewijs / 123
5.2.4 Enkele aanvullende opmerkingen bij art. 10a / 126
5.3 Leningen met een onzakelijke rentevergoeding / 128
5.4 Earningsstrippingmaatregel / 129
5.4.1 Inleiding / 129
5.4.2 Toepassing van de earningsstrippingmaatregel / 129
5.4.3 Uitzonderingen? / 131
5.4.4 Samenloop earningsstrippingmaatregel en fiscale eenheid / 132
5.4.5 Samenloop earningsstrippingmaatregel en fusie en splitsing / 132
5.4.6 Voorkomen handel in rentelichamen / 132
5.5 Verbonden lichaam respectievelijk verbonden natuurlijk persoon / 133
5.6 Renteaftrekbeperking bij deelnemingen / 134
5.6.1 Inleiding / 134
5.6.2 Werking van de aftrekbeperking van deelnemingsrente / 134
5.6.3 Overige bepalingen omtrent de aftrekbeperking van deelnemingsrente / 138
5.7 Renteaftrekbeperking bij overnameholdings / 139
5.7.1 Inleiding / 139
5.7.2 Werking van de renteaftrekbeperking bij overnameholdings / 139
5.8 Beperking van de renteaftrek op grond van fraus legis / 141
5.8.1 Fraus legis jurisprudentie / 141
5.8.2 Fraus legis mogelijk naast verschillende renteaftrekbeperkingen / 142
Hoofdstuk 6 De innovatiebox / 145
6.1 Inleiding / 145
6.2 Algemeen / 145
6.3 Effectief tarief / 145
6.4 Immaterieel activum / 146
6.4.1 Immaterieel activum tot en met 2016 / 146
6.4.2 Het begrip ‘immaterieel activum’ / 146
6.4.3 Kwalificerend immaterieel activum vanaf 2017 / 147
6.4.4 Niet toewijzing aanvraag / 148
6.5 Kwalificerende voordelen / 148
6.5.1 Nexusbenadering / 148
6.5.2 Per kwalificerend immaterieel actief / 149
6.6 Maximum / 150
6.7 Systematiek / 150
6.7.1 Systematiek tot en met 2016 / 150
6.7.2 Systematiek vanaf 2017 / 151
6.8 Forfaitaire regeling / 152
6.9 Verzoek / 152
6.10 Samenloop met research & developmentaftrek / 153
6.11 Administratieplicht / 153
6.12 Overgangsrecht / 153
Hoofdstuk 7 De deelnemingsvrijstelling / 155
7.1 Inleiding – ne-bis-in-idembeginsel / 155
7.2 Het begrip ‘deelneming’ / 156
7.2.1 Algemeen / 156
7.2.2 De deelneming / 156
7.2.3 Uitbreidingen van het deelnemingsbegrip / 158
7.3 De vrijgestelde voordelen / 160
7.3.1 Voordelen ‘uit hoofde van’ de deelneming / 160
7.3.2 Dividenduitkeringen / 160
7.3.3 Kosten die verband houden met de deelneming / 161
7.3.4 Andere voordelen uit hoofde van de deelneming / 163
7.4 De beleggingsdeelneming / 170
7.4.1 Algemeen / 170
7.4.2 Beleggingsdeelneming: als belegging gehouden / 170
7.4.3 Voordelen uit beleggingsdeelnemingen / 175
7.4.4 Controlled foreign company (CFC)-wetgeving / 177
7.4.5 Regeling beleggingsdeelneming in strijd met EU-recht? / 179
7.5 Sfeerovergang; compartimenteringsleer / 180
7.6 Omzetting afgewaardeerde vorderingen in aandelenkapitaal en aanverwante rechtsfiguren / 182
7.6.1 Vorderingen versus deelnemingen / 182
7.6.2 Het regime van art. 13ba Wet VPB 1969 / 183
7.6.3 Vervreemding van de schuldvordering en aanverwante figuren / 185
7.6.4 Samenloop met de liquidatieverliesregeling / 185
7.7 Omzetting van een verlieslijdende vaste inrichting in een deelneming / 186
7.7.1 Onderscheid vaste inrichting en deelneming in het buitenland / 186
Voorkoming van dubbele belasting tot 1 januari 2012 / 186
7.7.2 Incorporatie van verlieslijdende vaste inrichting in een deelneming (art. 13c Wet VPB 1969 (oud)) / 186
7.8 De liquidatieverliesregeling / 187
7.8.1 Inleiding / 187
7.8.2 Achtergrond van de liquidatieverliesregeling / 187
7.8.3 Voorwaarden voor het in aanmerking nemen van een liquidatieverlies / 187
7.8.4 Omvang van het liquidatieverlies / 187
7.8.5 Het tijdstip van verliesneming / 190
7.8.6 Liquidatie van een tussenhoudstervennootschap / 191
7.9 De aftrekbeperking op deelnemingsrente / 193
Hoofdstuk 8 Fusie en splitsing / 195
8.1 Aandelenfusie / 195
8.1.1 Algemeen / 195
8.1.2 Voorwaarden voor toepassing van de faciliteit / 196
8.1.3 Wanneer is sprake van een aandelenfusie? / 197
8.1.4 Doorschuiving boekwaarde / 197
8.2 Bedrijfsfusie / 197
8.2.1 Inleiding / 197
8.2.2 Overdracht van gehele (of zelfstandig onderdeel van een) onderneming / 198
8.2.3 Faciliteit van rechtswege / 198
8.2.4 Voorwaardelijke faciliteit / 201
8.2.5 Moment van overdracht en terugwerkende kracht / 205
8.2.6 Formele aspecten van de indiening / 205
8.3 De juridische fusie / 206
8.3.1 Inleiding / 206
8.3.2 De verkrijgende en de verdwijnende vennootschap / 207
8.3.3 De aandeelhouder van de verdwijnende vennootschap / 215
8.3.4 De aandeelhouder van de verkrijgende vennootschap / 216
8.3.5 Juridische fusie en overnameholdingconstructies / 216
8.4 De juridische splitsing / 217
8.4.1 Inleiding / 217
8.4.2 De verkrijgende en de verdwijnende vennootschap / 218
8.4.3 De aandeelhouder van de verdwijnende vennootschap / 231
8.4.4 De aandeelhouder van de verkrijgende vennootschap / 233
8.4.5 Juridische splitsing en overnameholdingconstructies / 233
8.5 Faciliteit voor bestuurlijke herindeling of herbeschikking / 233
Hoofdstuk 9 De geruisloze terugkeer uit de BV / 235
9.1 Inleiding / 235
9.2 Voortzettingseis en rechtsvorm na de terugkeer / 236
9.3 Aandeelhouderseis / 237
9.4 Ontbindingseis / 237
9.5 Lichamen waarbij de terugkeerfaciliteit toepassing kan vinden / 237
9.5.1 De lichamen moeten in Nederland gevestigd zijn of in Nederland een vaste inrichting hebben / 237
9.6 Het vermogen moet tot het ondernemingsvermogen gaan behoren / 238
9.7 Consequenties voor compensabele verliezen en de objectvrijstelling voor buitenlandse ondernemingswinsten / 238
9.7.1 Herwaardering / 239
9.7.2 Overgang verliezen naar inkomstenbelasting / 239
9.7.3 Verhoging boekwaarde en fiscale reserves / 239
9.7.4 Gevolgen als toch nog compensabele verliezen resteren / 239
9.8 Waardebepaling aandelen en onderneming / 240
9.9 De terugkeerreserve / 240
9.10 Gevolgen voor de voortzettende aandeelhouders in de inkomstenbelasting / 241
9.11 Nadere voorwaarden / 241
9.12 Schulden en vreemd vermogen / 241
9.13 Lijfrente- en pensioenverplichtingen / 242
9.14 Vordering en schulden tussen de BV en de voortzetters / 242
9.15 Enkele tijdsbepalingen / 243
9.15.1 Het overgangstijdstip / 243
9.15.2 Het verzoek tot toepassing van de faciliteit / 243
9.15.3 Terugwerkende kracht / 243
Hoofdstuk 10 De fiscale eenheid / 245
10.1 Inleiding / 245
10.2 Karakter van de fiscale eenheid / 245
10.3 Voor- en nadelen van de fiscale eenheid / 246
10.4 Vereisten voor het aangaan van een fiscale eenheid / 247
10.4.1 Op verzoek; beperkte terugwerkende kracht van maximaal drie maanden / 247
10.4.2 Bezitsvereiste van ten minste 95% / 248
10.4.3 Samenvallende boekjaren / 250
10.4.4 Dezelfde winstbepalingen bij moeder- en dochtermaatschappij / 251
10.4.5 Vestigingsplaatseisen voor de moeder- en dochtermaatschappij / 251
10.4.6 Kwalificerende rechtsvorm / 252
10.4.7 Geen voorraadaandelen / 253
10.5 Einde van de fiscale eenheid / 253
10.5.1 Gevallen waarin de fiscale eenheid eindigt / 253
10.5.2 Voeging en ontvoeging in hetzelfde boekjaar / 254
10.6 De gevolgen bij voeging in een fiscale eenheid / 254
10.6.1 Waardesprong als gevolg van de voeging in een fiscale eenheid / 254
10.6.2 Dochtermaatschappij sluit boekjaar af / 255
10.6.3 Door de dochtermaatschappij te volgen gedragslijn / 255
10.6.4 Innovatiebox / 255
10.6.5 Entreeheffingen van art. 15ab Wet VPB 1969 / 255
10.6.6 Renteaftrekbeperking bij overnameholdings / 257
10.7 Belastingheffing tijdens het bestaan van een fiscale eenheid / 257
10.7.1 Gevolgen van het gevoegd zijn in een fiscale eenheid / 258
10.7.2 Toepassing kwijtscheldingswinstvrijstelling / 258
10.7.3 Voorkoming van buitenlandse winstbelasting / 259
10.8 Verbreking van de fiscale eenheid / 260
10.8.1 Aanvang nieuw boekjaar voor dochtermaatschappij / 260
10.8.2 Fiscale indeplaatstreding / 260
10.8.3 Onderlinge vordering/schuldverhoudingen tussen moeder- en dochtermaatschappij / 263
10.8.4 Ontvoeging in het zicht van liquidatie / 263
10.8.5 Oneigenlijk gebruik in relatie tot art. 13d Wet VPB 1969 / 264
10.9 Verrekening van verliezen van vóór en na de fiscale eenheid / 264
10.9.1 Verrekening van verliezen van vóór het voegingstijdstip (voorvoegingsverliezen) / 265
10.9.2 Verliesverrekening over het ontvoegingstijdstip / 268
10.10 Antimisbruikbepaling ter zake van binnen fiscale eenheid overgedragen vermogensbestanddelen / 269
10.10.1 Algemeen / 269
10.10.2 Voorwaarden voor toepassing van art. 15ai Wet VPB 1969 / 270
10.10.3 Inhoud van de sanctie van art. 15ai Wet VPB 1969 / 272
10.10.4 Bijzondere regels in relatie tot de herinvesteringreserve / 272
10.10.5 Begunstigend beleid art. 15ai Wet VPB 1969 / 273
10.11 Fiscale eenheid met een buitenlands belastingplichtige / 273
10.11.1 Fiscale eenheid met een buitenlandse dochtermaatschappij / 273
10.11.2 Fiscale eenheid met een buitenlandse moedermaatschappij / 274
10.12 Wet aanpassing fiscale eenheid / 274
10.12.1 Algemeen / 274
10.12.2 Aanpassing bezitsvereiste / 275
10.12.3 Uitbreiding mogelijkheden voor het vormen van een fiscale eenheid / 275
10.12.4 Antimisbruikbepalingen / 276
10.13 Enkele aanvullende regels in de Invorderingswet 1990 / 277
10.13.1 Verrekening van belastingschulden met belastingvorderingen / 277
10.13.2 Hoofdelijke aansprakelijkheid voor de vennootschapsbelastingschuld / 278
10.14 Het wetsvoorstel Wet spoedreparatie fiscale eenheid en de toekomst van het fiscale eenheid regime / 278
10.14.1 Inleiding / 278
10.14.2 Het wetsvoorstel in een notendop / 279
10.14.3 Enkele relevante punten uit het wetsvoorstel / 279
10.14.4 Overgangsmaatregel renteaftrekbeperking ter voorkoming van winstdrainage / 280
10.14.5 Toekomstbestendig fiscaal eenheidsregime / 280
Hoofdstuk 11 Nederlands inkomen bij buitenlands belastingplichtigen / 283
11.1 Inleiding / 283
11.2 Regelingen ter voorkoming van dubbele belasting / 283
11.3 Wat behoort tot het Nederlands inkomen / 285
11.3.1 Algemeen / 285
11.3.2 Belastbaar Nederlands bedrag en winstbepaling / 285
11.3.3 Belastbare winst uit onderneming / 286
11.3.4 Ander Nederlands inkomen / 287
11.3.5 Aanmerkelijk belang / 288
11.4 Vervoersondernemingen / 290
Hoofdstuk 12 Verliesverrekening / 293
12.1 Achterwaartse en voorwaartse verliesverrekening / 293
12.1.1 De termijnen / 293
12.1.2 Voorkoming van verliesverdamping / 294
12.1.3 Enkele formele regels / 294
12.1.4 Voorlopige verliesverrekening / 295
12.2 Beperking verliesverrekening voor houdster- en financieringslichamen / 295
12.2.1 Inleiding / 295
12.2.2 Kwalificatie als houdster- of financieringslichaam / 295
12.2.3 De beperking van de verliesverrekening / 297
12.3 De handel in verlieslichamen / 297
12.3.1 Inleiding; het fenomeen van de handel in verrekenbare verliezen / 297
12.3.2 Korte historie; art. 20 lid 5 (oud) Wet VPB 1969 / 298
12.3.3 Art. 20a Wet VPB 1969 / 298
Hoofdstuk 13 Tarief en wijze van heffing / 305
13.1 Vennootschapsbelastingtarief / 305
13.1.1 Tariefontwikkeling / 305
13.2 Tariefsverlaging en gebroken boekjaar / 306
13.3 Nihiltarief voor fiscale beleggingsinstellingen / 307
13.4 Extra heffingen boven op het algemene vennootschapsbelastingtarief / 307
13.4.1 Boetetarief bij afkoop pensioen of stamrecht / 307
13.4.2 Lumpsumheffing / 308
13.4.3 Boetetarief bij herkapitalisatie / 308
13.5 Wijze van heffing / 308
13.5.1 Belastingaanslag / 308
13.5.2 Belastingrente / 308
13.5.3 Navordering / 309
13.5.4 Herziening voorlopige aanslag / 310
13.6 Deelnemingsverrekening / 310
13.7 Verrekening bij buitenlandse ondernemingswinsten / 312
13.8 Verrekening belasting op voordelen uit gecontroleerd lichaam / 313
13.9 Verrekening van voorheffingen / 314
13.9.1 Verrekening van dividendbelasting en kansspelbelasting / 314
13.9.2 Betrekking hebben op bestanddelen van de winst / 314
13.9.3 Coöperatie / 314
13.9.4 Geen inhouding dividendbelasting / 315
13.9.5 Uiteindelijk gerechtigde (dividendstripping) / 315
13.9.6 Banken en beheerders van beleggingsinstellingen / 315
Hoofdstuk 14 Bijzondere regelingen / 317
14.1 Inleiding / 317
14.2 Anti-misbruikbepaling in verband met de handel in herinvesteringsreservelichamen / 317
14.2.1 Inleiding / 317
14.2.2 Aandeelhouders- en beleggingstoets / 317
14.2.3 Sancties / 318
14.2.4 Fraus legis / 319
14.3 Fiscale beleggingsinstellingen / 319
14.3.1 Inleiding / 319
14.3.2 Voorwaarden voor statusverkrijging / 321
14.3.3 Fiscale winstbepaling / 324
14.3.4 Statusovergangen / 325
14.4 Vrijgestelde beleggingsinstellingen / 326
14.4.1 Inleiding / 326
14.4.2 Geen belastingplicht / 326
14.4.3 Voorwaarden / 326
14.4.4 Statusovergangen / 327
14.5 Omzetting van rechtspersonen / 328
14.5.1 Inleiding / 328
14.5.2 Afrekeningsficties in art. 28a Wet VPB 1969 / 328
14.6 Bijzonder regime voor verzekeringsondernemingen / 328
14.6.1 Inleiding / 328
14.6.2 Besluit winstbepaling en reserves verzekeraars / 329
14.7 Aanvullende documentatieverplichtingen verrekenprijzen / 329
14.7.1 Inleiding / 329
14.7.2 Landenrapport (country-by-country report) / 330
14.7.3 Groepsdossier (master file) en lokaal dossier (local file) / 331
14.7.4 Sancties / 331
Alfabetisch register / 333
Rubrieken
- advisering
- algemeen management
- coaching en trainen
- communicatie en media
- economie
- financieel management
- inkoop en logistiek
- internet en social media
- it-management / ict
- juridisch
- leiderschap
- marketing
- mens en maatschappij
- non-profit
- ondernemen
- organisatiekunde
- personal finance
- personeelsmanagement
- persoonlijke effectiviteit
- projectmanagement
- psychologie
- reclame en verkoop
- strategisch management
- verandermanagement
- werk en loopbaan