De paarse krokodil uit de bekende reclamespot van OHRA is een eigen leven gaan leiden. Het werd een symbool voor overdreven regelzucht en bureaucratie, ofwel ‘bureaucratisme’. Dit ging zelfs zo ver dat de paarse krokodil vaak werd gememoreerd bij de behandeling van dereguleringsvoorstellen in de Kamer en er is zelfs een wet over vereenvoudiging van belastingregels die de officiële verkorte naam ‘Wijzigingsplan Paarse Krokodil’ draagt.
Volgens velen heeft bureaucratisme (zoals ook uit het voorbeeld van de paarse krokodil blijkt) een wat absurdistisch karakter. Dat maakt het des te vreemder dat het zo hardnekkig is. Dit heeft alles te maken met de complexe vertaling van beleid in uitvoering. Uitvoerders van beleid – zoals politieagenten, verplegers, conducteurs, leraren, douanebeambten – krijgen bij hun werkzaamheden enerzijds te maken met veel wetten en regels en anderzijds met de complexe en soms dramatische realiteit van hun cliënten. De regels maken het werk niet altijd gemakkelijker. Het zijn vaak veel regels en soms zijn ze zelfs onderling tegenstrijdig. Soms is het onmogelijk om ze allemaal in acht te nemen.
Om met de regels om te gaan, hebben uitvoerders beslisruimte. Dat wil zeggen dat zij tot op zekere hoogte naar eigen inzicht kunnen handelen. Vandaar dat een zwartrijder met een goed verhaal daar soms mee wegkomt of u wellicht niet bekeurd wordt voor door rood licht rijden als u met uw vrouw met baringsweeën haastig naar het ziekenhuis rijdt.
Hierin zit voor de conducteur of de politieagent echter wel een risico. Wat als zijn bovengeschikte het niet eens is met zijn afweging? Hij zou erop kunnen worden aangesproken. De meeste zekerheid is er dus voor de uitvoerder als hij zo weinig mogelijk beslisruimte neemt. De Franse socioloog Michel Crozier constateerde (in Le Phénomène Bureaucratique uit 1964) dat de bureaucraat juist meer regels wil om zich aan eventuele willekeur van zijn bovengeschikten te onttrekken. De bureaucraat zit dus niet gevangen in een bureaucratie, maar houdt die juist zelf in stand. Het schuilen achter regels leidt niet altijd tot de gewenste uitkomsten van beleid. Dit verleidt bovengeschikten tot het maken van nog meer regels en richtlijnen, waardoor de organisatie als geheel steeds starder wordt en steeds minder goed gaat functioneren. Een bureaucratisch doemscenario ontvouwt zich onherroepelijk: zowel de bureaucraten als hun managers hebben belang bij meer regels; met een situatie zoals met de paarse krokodil als extreme uitwas.
Een remedie tegen bureaucratisme is lastig te vinden. Het zal noodzakelijk zijn om de drang naar meer regels bij één van de partijen te verminderen. Dat kan door bureaucraten een gunstig klimaat te geven voor improvisatie, bijvoorbeeld door hen in sommige gevallen te belonen voor het afwijken van regels. Een andere mogelijkheid is om een regel in te voeren naar analogie van de ‘voordeelregel’ die voetbalscheidsrechters kunnen toepassen. Deze regel staat het toe om, ondanks dat er eigenlijk moet worden opgetreden, door te laten spelen, indien de benadeelde partij daar voordeel uit kan halen. De bureaucraat wordt zo gedwongen om niet alleen regels te hanteren, maar ook de uitwerking van die regels in een concrete situatie in overweging te nemen. Tegenover zijn meerderen kan hij zijn handelen verantwoorden door op die overweging te wijzen.
Do’s & Dont’s
Do’s
- Het improvisatievermogen van medewerkers aanspreken.
- Medewerkers stimuleren om de uitwerking van hun regeluitoefening en -handhaving in overweging te nemen.
Dont’s
- Alle problemen proberen op te lossen met regels.
- Medewerkers afrekenen op hun taakuitoefening zonder hun omstandigheden in overweging te nemen.