Ik vind het onbegrijpelijk dat veel bestuurders de integriteitscultuur nog steeds niet écht serieus nemen. Zij lopen gigantische risico's. Recent werd duidelijk dat de CEO van Volkswagen, Martin Winterkorn, opstapt. Er werd namelijk gesjoemeld met de software van dieselmotoren om de strenge milieueisen te omzeilen. In een geschreven verklaring schrijft de CEO: 'Ik ben verbijsterd dat wangedrag op zo'n grote schaal mogelijk was bij de Volkswagen Group. Als topman neem ik de verantwoordelijkheid.' Dat hij zijn verantwoordelijkheid neemt en daarom opstapt is in mijn optiek vanzelfsprekend (hoewel er veel CEO’s zijn die een dergelijke stap niet nemen terwijl daartoe alle reden bestaat).
Het recente incident bij Volkswagen laat het butterfly-effect zien van ogenschijnlijk onschuldig gedrag (de software een beetje bijstellen, wie heeft daar nu last van? Als ik mijn targets maar haal!) Dat gesjoemel met software blijkt nu enorm schadelijke gevolgen te hebben voor de gehele Duitse economie. De goede reputatie van de Duitse industrie wordt door dit incident ondermijnd.
Elke bestuurder zou van dit incident bij Volkswagen ten minste één nacht wakker moeten liggen. De hoofdvraag die de hele nacht door zijn of haar hoofd moet gaan is: 'Heb ik genoeg feeling met de operatie? Weet ik wat er daadwerkelijk gebeurd' Anders kun je geen signalen opvangen van wangedrag en dreigende incidenten. Pak de handschoen op en grijp dit als een kans om de integriteitscultuur in jouw organisatie te verbeteren.
Het incident bij Volkswagen past in het beeld van verkeerd declaratiegedrag, exorbitante beloningen en veroordelingen van klokkenluiders. En dit is nog maar een kleine selectie van de integriteitsincidenten waarmee organisaties te maken hebben. Integriteitsincidenten hebben mij altijd gefascineerd. Bij mij rees elke keer de vraag: zien bestuurders en politici écht niet dat zij hiermee niet integer handelen? Wat mij ook steeds weer verbaasde is de gekozen ‘oplossing’ en de maatregelen die genomen werden. Eigenlijk kiezen bestuurders, toezichthouders en politici altijd voor de geijkte weg: het opstellen van meer en strengere regels. Ze moeten zelf toch ook wel weten dat dat niet gaat werken, dacht ik dan. Ik voelde de behoefte om organisaties meer integer te maken. Dat is mijn drijfveer achter het schrijven van mijn Handboek integriteit en compliance.
In mijn werkzame leven als advocaat en jurist ondervond ik al snel de beperkingen van het recht en de discrepantie tussen de juridische en de werkelijke wereld. Mijn ervaring als manager heeft me inzichten verschaft over het gedrag van mensen en de impact van cultuur op de dagelijkse gang van zaken binnen een organisatie. Als compliance officer was ik hierdoor in staat om de juridische wereld te vertalen naar de praktijk, rekening houdend met de cultuur van de organisatie, en kwam ik op een nieuwe benadering van compliance en integriteit.
Ik stuitte al snel op het principe van de boven‑ en onderstroom. Met de bovenstroom bedoel ik de vele regels, procedures en afvinklijstjes. Met de onderstroom bedoel ik de integriteitscultuur. Hoe meer onderzoek ik deed, hoe duidelijker het voor mij werd dat het weldegelijk mogelijk is om de integriteitscultuur ‘vast te grijpen’ en meetbaar en voorspelbaar te maken. Maar ook werd duidelijk dat integriteit niet zonder compliance kan, en andersom. De balans tussen deze twee bepaalt het (on)ethische gedrag op de werkvloer.
Ik ben ervan overtuigd dat organisaties een fundamentele kentering moeten doormaken in het denken over compliance. Bestuurders en politici moeten erkennen dat compliance niet zonder integriteit kan en dat je daarvoor continu inspanningen moet leveren. Deze kentering moet nu ingezet worden voor duurzaam integere organisaties, nu en in de toekomst. Mijn wens is dat dit handboek het begin is van een vernieuwde dialoog over compliance en integriteit.
Marius van Rijswijk is zelfstandig adviseur en docent op het gebied van compliance en integriteit. Hij is de auteur van Handboek integriteit en compliance.