De zorg in Nederland is per 1 januari 2015 anders georganiseerd. Gemeenten hebben veel meer verantwoordelijkheid gekregen. De opgave van wethouders is niet slechts om taken te regelen en de zorg te vernieuwen, maar ook om de samenleving te vernieuwen. Hoe krijgen ze dat van de grond? In de buurt is een reisgids, om inspiratie op te doen en te leren van de initiatieven die worden ontwikkeld.
De komende jaren kunnen we veel meer ‘normaliseren’. Niet elk kind of volwassene heeft professionele hulp of zorg nodig, zoals tegenwoordig gewoon lijkt te zijn. We kunnen in Nederland met veel minder zorgprofessionals toe. Als we elkaar maar beter gaan helpen. Heel veel mensen die niet als zorgprofessional zijn opgeleid kunnen wel een goede rol vervullen als buddy of coach voor iemand in de familie of in de buurt. En krijg je hulp, dan mag – als dat redelijk en behoorlijk is – ook wat in ruil van jou gevraagd worden. Sporten kan veel beter worden ingezet om problemen te voorkomen en te verhelpen. Een paar van dit soort gewone initiatieven gaat heel veel professionele zorg en dus publiek geld schelen. Maar meer nog dan dat: het zorgt er vooral voor dat we een andere mindset krijgen als het gaat om wat wel en niet gewoon is.
We kunnen ook meer zorgproblemen ‘voorkomen’. Daarvoor is het nodig dat we elkaar weten te vinden op het niveau van de buurt. De actieve burgers, maar ook de wijkagent, de buurtbeheerder van de corporatie en de wijkverpleegkundige. In dit netwerk kunnen ze zorgen dat signaleren en organiseren gebeurt. Bij voorkeur op een plek in de buurt waar ruimte is voor ontmoeting. Initiatieven van burgers krijgen daarin voorkeur en alle steun die nodig is. Investeren in welzijn en geluk door het regelen van gewone voorzieningen in de buurt kost misschien wat publiek geld, maar dat kan makkelijk uit en verdient zichzelf goed terug.
Zorg- en welzijnorganisaties, scholen en huisartsen, zorgverzekeraars en wooncorporaties kunnen een bijdrage leveren aan de transformatie door ‘samenwerken’ in de buurt te versterken. Gemeenten kunnen daarop de financiering inrichten, afspraken maken en overleg voeren. De verandering die ze daarbij voor ogen moeten houden is dat het netwerk van organisaties gaat leren en vernieuwen. Dat is behoorlijk anders dan de huidige aandacht voor sturen en binnen budget blijven.
Het wordt tijd dat gemeenten zich realiseren dat ze met alle aandacht voor zorgorganisaties niet de transformatie gaan realiseren. Daarmee blijven we namelijk werken in silo’s per doelgroep of productcategorie. Het budget voor professionele zorg als geheel moet naar mijn inschatting 40% kleiner worden. De ruimte die daarmee vrij komt moet geïnvesteerd worden in alles wat de buurt sterker maakt. Vernieuwende impulsen vanuit verenigingen, coöperaties van burgers en sociale ondernemers moeten veel centraler gesteld worden in de transformatiestrategie en goed worden gefaciliteerd.
Het zijn brede schouders die de opgave van maatschappelijke vernieuwing kunnen dragen. Het is mooi als je een visie en goed verhaal over de vernieuwing hebt. Maar de uitvoering is strategisch: daar moet het gebeuren. Professionals moeten de ruimte hebben om perverse regels aan de kant te schuiven zodat echte problemen adequaat worden getackeld. Ook moet je lef hebben om prioriteit te geven aan de grootste problemen en de zwakste buurten. Mijn advies voor bestuurders is om samen met andere sociale leiders een ‘coalition of the willing’ te vormen en vernieuwing te realiseren. Dit en veel meer staat in In de buurt.
Friso van Abbema (1975) is een ervaren adviseur en verandermanager in publieke organisaties. Hij is de auteur van In de buurt.
Over Friso van Abbema
Friso van Abbema (1975) is een ervaren adviseur en verandermanager in publieke organisaties. Sinds begin 2011 werkt hij zelfstandig met een netwerk van andere senior professionals. Daarvoor was hij werkzaam bij PricewaterhouseCoopers, Berenschot en Twynstra Gudde. Hij heeft de rol van adviseur, projectleider en procesbegeleider vervult in diverse herindelingen, fusie-, privatisering-, ontvlechting- en invlechtingstrajecten. Ook heeft hij een aantal onderzoekscommissies begeleid. Hij maakt scherpe, onafhankelijke analyses en weet tot creatieve oplossingen te komen in situaties waarin eerdere pogingen niet lukten. Vaak wordt hij gevraagd om impasses te doorbreken of nieuwe opgaven te realiseren in de context van samenwerkende organisaties. Zijn onderscheidende kwaliteit is om patronen en verbanden te zien die anderen niet zien. Naast organisatiekundige en veranderkundige kwaliteiten brengt hij ook een visie op de veranderde rol van de overheid in vernieuwing van de samenleving mee.