Op werkdagen voor 23:00 besteld, morgen in huis Gratis verzending vanaf €20

Interview

Barbara Kellerman

‘De leiderschapsindustrie schiet tekort’

Leiderschap is in een crisis geraakt, stelt Harvard-hoogleraar Barbara Kellerman in The End of Leadership. Topbestuurders zien hun macht afbrokkelen terwijl gewone mensen steeds mondiger worden. Het is niet duidelijk wat daarvoor in de plaats komt. ‘De eisen van volgers zijn vaak onrealistisch.’

Jeroen Ansink | 8 januari 2014 | 4-6 minuten leestijd

Wat is er aan de hand met leiderschap?
De relatie tussen mensen met en zonder macht is aan het veranderen. Volgers krijgen steeds meer invloed, terwijl leiders juist zwakker worden. Je ziet het verschijnsel overal ter wereld, in de publieke en de private sector, of het nu gaat om leiders in het bedrijfsleven, de politiek, het leger, de media, of de kerk. Kijk naar iemand als klokkenluider Edward Snowden, die met zijn onthullingen over het spionageprogramma’s van de National Security Agency eigenhandig de Amerikaanse overheid in verlegenheid heeft gebracht. Of het Vaticaan, dat diep door het stof moet vanwege het kindermisbruik door priesters in de vorige eeuw. Het is geen toeval dat dergelijke schandalen nu naar buiten komen, en niet in het jaar 2000.

Waar komt dit door?
Het is in de eerste plaats een nieuwe fase in een historische trend die al eeuwen lang plaatsvindt. Zo heeft het goddelijke recht van de monarch in de zeventiende eeuw plaatsgemaakt voor de Verlichting, die op haar beurt heeft geleid tot een tijdperk waarin voorheen onderdrukte groepen als zwarten, vrouwen en homo’s gelijke rechten hebben gekregen. Daarnaast is er sprake van een cultureel verschijnsel waarbij gewone mensen zich steeds meer gerechtigd voelen om hun leiders te bekritiseren en belachelijk te maken. Dit proces wordt bovendien nog versneld door technologische ontwikkelingen, waarbij de meest intieme informatie over leiders voor iedereen beschikbaar wordt.

Toch lijken CEO’s de touwtjes nog stevig in handen te hebben. Helemaal in de financiële wereld, waar bijna alle hoofdrolspelers in de kredietcrisis nog steeds op hun plek zitten.
De consensus is inderdaad dat leiders in het bedrijfsleven geen verantwoording afleggen. Ik denk dat die opvatting te simplistisch is. Er zijn massa's bestuurders die momenteel met allerlei soorten problemen worstelen, of ze nu door de overheid worden onderzocht, publiekelijk worden vernederd of de laan worden uitgestuurd. Hoe je het ook wendt of keert, CEO’s moeten rekening houden met hun stakeholders op een manier waar ze tien jaar geleden helemaal niet over hoefden na te denken. Kijk naar het toegenomen aandeelhoudersactivisme. Het omgaan met actiegroeperingen, betrokken burgers en een steeds mondiger raad van bestuur legt een enorme druk op topbestuurders.

Wat komt daarvoor in de plaats? Het lijkt er niet op dat volgers in staat zijn om het stokje over te nemen. Stevenen we af op een tijdperk van chaos?
Ik voorspel niet letterlijk het einde van leiders. Een meer accurate maar minder sexy titel voor het boek was wellicht geweest Het eind van leiderschap zoals we dat kennen. Maar er staat ons zeker een verandering in de machtsdynamiek te wachten. Wat daarvoor in de plaats komt? Ik moet je helaas bekennen dat ik het antwoord niet weet. Er is geen pasklare uitkomst voor de extremen die je momenteel ziet in het Midden-Oosten, of voor de worsteling van Chinese leiders om misnoegde burgers de mond te snoeren.

U stelt dat leiderschapstrainingen het antwoord ook niet hebben.
Dat is het tweede fundamentele probleem dat ik aansnijd in het boek. De leiderschapsindustrie schiet ondanks een omzet van meer dan vijftig miljard dollar per jaar al veertig jaar tekort. Leiderschapstrainingen zijn niet in staat om mensen te creëren die in staat zijn om de enorme fiscale, juridische, en milieukwesties die sectoren en zelfs landen overstijgen het hoofd te bieden. Wat dat betreft maakt geen enkele methode de belofte waar.

Ook al worden veel van die programma's verzorgd door topuniversiteiten als Harvard?
Het punt is dat die programma's niet gesteund worden door wetenschappelijk onderzoek. We hebben extreem weinig bewijs dat wat we onderwijzen ook nut heeft. Terwijl organisaties steeds meer investeren in trainingsprogramma's, neemt het respect van het grote publiek voor leiders alleen maar af. Er is dus duidelijk iets mis.

U maakt zelf ook deel uit van deze industrie.
Ik ben iemand die les geeft óver leiderschap, niet hoe het in de praktijk zou moeten. Die pretentie heb ik ook niet: ik heb mijn studenten altijd gezegd dat als ze willen leren hoe ze moeten leiden, ze ergens anders naartoe moeten gaan. Maar inderdaad, mijn eigen gevoelens over het onderzoeksgebied zijn de afgelopen acht jaar veranderd. Ik begrijp niet waarom de discipline zo weinig aandacht besteedt aan slecht leiderschap, of aan bijvoorbeeld volgers. Belachelijk, want er zijn geen leiders zonder volgers. En toch zijn daar misschien maar vijf boeken over verschenen, tegenover een miljoen over leiderschap.

Wat is de rol van volgers in deze trend? Zijn hun verwachtingen over leiders eigenlijk wel realistisch?
Vaak niet, en al helemaal niet op een fiscaal niveau. Aan de ene kant eisen mensen meer diensten van hun overheid, aan de andere kant zijn ze steeds minder bereid om ervoor te betalen. Daarmee breng je een politiek leider in een onmogelijke positie.

De meeste managers zijn zowel volgers als leiders. Wat moeten zij met deze informatie?
Managers die volgen dienen zich proactiever en minder onderdanig op te stellen dan pakweg tien jaar geleden. In West-Europa wordt dat ook aangemoedigd door middel van platte organisaties en empowerment. Er is alleen wat moed voor nodig. Als het gaat om omlaag managen: ik denk dat de meeste leiders inmiddels wel weten dat de dagen van commanderen en controleren voorbij zijn. Autoritair gedrag wordt steeds minder getolereerd, wat een leiderschapsstijl vereist die interpersoonlijker en geëngageerder is dan wat we gewend waren. Persoonlijk denk ik dat elke manager een eigen manier van leiden moet samenstellen, op basis van een intellectueel begrip van wat er dezer dagen gaande is.

En dat moeten ze uit zien te vogelen zonder hulp van de leiderschapsindustrie.
Er zijn inderdaad niet zoveel leiderschapsprogramma's die echt goed zijn. Maar dat wil niet zeggen dat de industrie helemaal niets te bieden heeft. Ik zou zeggen: wees selectief, sceptisch en kritisch.

Over Jeroen Ansink

Jeroen Ansink is journalist in New York. Hij schrijft en schreef onder meer voor HP/De Tijd, Elsevier Weekly Magazine en Fortune.com. Voor Managementboek schrijft hij interviews. Ansink voltooide een vrij doctoraal in de Letteren aan de Radboud Universiteit in Nijmegen en behaalde het certificaat Business Journalism aan de Wharton Business School aan de Universiteit van Pennsylvania.

Deel dit artikel

Wat vond u van dit artikel?

0
0

Boek bij dit artikel

Populaire producten

    Personen

      Trefwoorden