Dat gaat vaak niet vanzelf, zo zal iedereen wel eens ervaren hebben. Het is meestal een heel proces om zover te komen. En dat proces kan beter lopen wanneer we weten wat er gebeurt met mensen die in een groep bij elkaar komen en samen een klus te klaren hebben.
Het dominante thema dat elk mens in samenwerking met anderen tegenkomt is: hoe balanceer ik tussen ‘autonoom, zelfstandig, mezelf zijn’ en ‘als sociaal wezen ook in verbinding, verbonden zijn met anderen’? Want elk mens heeft beide behoeften en wil die vervullen. Wellicht in verschillende mate, al naar gelang onze persoonlijkheid, maar toch. Vanaf het moment dat iemand zich in een groep begeeft komen die twee behoeften vaak met elkaar in botsing.
Hoe komen we dan zover dat we als een gesmeerd team het werk kunnen doen en dat ieder zich daar ook tevreden, gelukkig bij voelt? Dat beschrijven we met een illustratief verhaal in het boek en we larderen dat met theorie.
In het thema ‘balanceren tussen autonomie en verbondenheid’ komt ieder mens een aantal typische dilemma’s tegen, waar een weg in gevonden moet worden om verder te ontwikkelen als persoon en als team.
Een paar voorbeelden:
- Het dilemma van het zich laten kennen! Om te weten welke kanten van mij goed passen in een bepaalde groep moet ik me laten kennen. Maar mijn angst om afgewezen te worden maakt me voorzichtig. Bij anderen gaat dat net zo. Als anderen zich laten kennen weet ik als nieuw lid of ik pas in deze groep en er echt in wil stappen.
- Het dilemma van het vertrouwen. Vertrouwen groeit alleen door risico te nemen en vertrouwen te geven! Positieve feedback geven bevordert het gevoel geaccepteerd te worden en doet vertrouwen groeien maar met kritische feedback kan gedrag bijgesteld worden.
- Het dilemma tussen de fundamenteel menselijke behoefte ergens bij te horen, lid van een groep te zijn en evengoed een menselijke behoefte om een zelfstandig uniek mens te zijn. Het kan spanning opleveren om een duidelijke groepsidentiteit vast te houden (zeker bij wisselingen van individuen) én een individuele identiteit te profileren.
- Het dilemma van de individualiteit. Een groep wordt sterker naarmate meer individualiteit wordt toegestaan. Tegelijkertijd roept het accentueren van verschillen het gevaar op dat de groep uit elkaar valt. Echter het alsmaar gemeenschappelijke benadrukken leidt tot conformiteit en stagnatie. De groep is dus afhankelijk van de individualiteit van haar groepsleden en de groepsleden zijn afhankelijk van de gemeenschappelijkheid van de groep.
En dit is nog maar een greep uit de dilemma’s die mensen in groepen ervaren, er zijn er meer.
Wellicht goed te bedenken dat om tot echt samenwerken te komen elk individu zich individueel dient te profileren. Jezelf laten kennen en durven rivaliseren - dat kan op een plezierige manier - om zo te komen tot echt samenwerken. Dat is het proces: van profileren over rivaliseren naar echt samenwerken! Niet eenvoudig en gedurende dit proces kunnen zich typische conflicten voordoen. Maar ze herkennen en er weet van hebben is helpend. Een gewaarschuwd mens telt voor twee!
Marleen Vangrinsven (1953) studeerde o.a. andragologie, sociale wetenschappen, aan de Universiteit Utrecht en de UVA. Zij heeft vele jaren colleges didactiek gegeven in het hoger beroepsonderwijs. Zij werkt vanuit haar bedrijf 4D organisatieontwikkeling & opleiding als senior-opleider mee aan een aanbod van TGI-opleidingen en cursussen.
Ben Vissers (1969) studeerde aan de Technische Universiteit Eindhoven. Als jonge academicus deed hij technische en commerciële ervaring op in de industrie. Van daaruit ontwikkelde hij zijn interesse en drive in het ontwikkelen van mensen, teams en organisaties. In 2002 richtte hij het bedrijf Vissers & Werkman op van waaruit hij samen met zijn klanten werkt aan ‘leiderschap op ieder niveau’. Ze zijn de auteurs van Kracht in samenwerken.