De filosofen Frank Meester en Coen Simon zijn redacteur van ‘Nieuw licht’, een serie filosofische pamfletten en hebben in die hoedanigheid Femke Halsema gevraagd haar licht te laten schijnen op een van de meest nijpende thema’s van deze tijd, dat van de vluchtelingen. Beiden signaleren dat de globalisering halverwege blijft steken in haar eigen contradictie: we willen één wereld, maar niet voor alle burgers in die wereld. Met deze probleemstelling en de vraag in hoeverre het beroemde boek van Karl Popper uit 1945 The open society and its enemies nog actualiteit bezit hebben beide Femke Halsema gevraagd hierop te reflecteren.
Het is een lezenswaardig, interessant boekje geworden, waarin persoonlijke ervaringen, verdragsteksten en vakliteratuur de basis vormen voor een scherpe analyse van de situatie en het zoeken van een uitweg uit dit enorme dilemma, dat soms de vorm lijkt te hebben van een illusie. Halsema zoomt eerst in op de hopeloosheid van zoveel mensen die in de wereld op drift geraakt zijn en elders hun heil zoeken, maar meestal voor een gesloten deur komen. Daarna zoomt ze in op het discours dat met name de Europese Unie al jaren bezighoudt en waarin het populistische gedachtengoed steeds meer steun krijgt: ‘grenzen dicht en migranten eruit, te beginnen bij moslims en zo nodig met harde hand want ons vrije Westen gaat eraan’. Hier doet zich een paradox voor, want hoe is het gesteld met die vrije, tolerante en nieuwsgierige, open Westerse cultuur als nieuwe maatregelen een steeds repressiever beeld geven? Halsema laat zien dat de grenzen die we ooit getrokken hebben ons veel vrede en welvaart hebben gebracht, maar dat het sluiten ervan haaks staat op de grondbeginselen van de Europese cultuur. Genuanceerd wordt beargumenteerd dat onze open samenleving geen onbeperkte instroom van ‘vreemdelingen’ aan kan, maar ook kwetsbaar is als er geen ruimte is voor nieuwelingen met afwijkende gewoonten en gedrag. Daarmee raakt zij een kernpunt aan. Het gaat niet zozeer om open of gesloten grenzen, maar om de wijze waarop wij tegen die grenzen aankijken. Daarbij wijst ze op enkele voorbeelden in de wereld waarbij Nergensland transformeert tot ergensland; hopeloze vluchtelingenkampen die zich met hulp van lokale en internationale autoriteiten ontwikkelen tot nieuwe gemeenschappen in zeer leefbare steden. Mooi voorbeeld is de transformatie van het vluchtelingenkamp Zaatari in de stad Zatopia in Jordanië, want deze utopie blijkt te werken. Vluchtelingen krijgen voorzieningen aangeboden, maar dragen op allerlei manieren ook weer bij aan de gemeenschap; individualiteit en toekomstperspectief gaan samen met gemeenschapsvorming en vormen daarmee een basis voor vreedzame verhoudingen.
De vraag die Femke Halsema hiermee opwerpt, is welke landen bereid zijn om op soortgelijke wijze te gaan experimenteren met gemeenschapsvorming in gecreëerde enclaves. Haar boodschap is dat we mensen niet hoeven te verwelkomen om hen toch een menswaardig perspectief te bieden. Het naleven van deze plicht is de prijs die wij moeten betalen en waarover Popper zegt dat dit de prijs is voor mens zijn.
In feite roept het boek op tot het tonen van nieuw leiderschap, dat zich kenmerkt door lef, durf, creativiteit, innovativiteit en ethiek. Zijn we bereid, net al Jordanië, land af te staan, onze grenzen te herdefiniëren, ten behoeve van hen die nergens meer naar toe kunnen, niet heen en niet terug? Als alles vastzit en meer van hetzelfde niet helpt, zullen we nieuwe wegen moeten durven in te slaan en verantwoordelijkheid vanuit betrokkenheid moeten tonen.
Nergensland is niet alleen interessant voor hen die te maken hebben met dilemma’s, paradoxen en illusies, maar ook voor ons allen. Ook wij kunnen van tevreden burgers vluchtelingen worden als bijvoorbeeld de zee ons daartoe dwingt.
Over Paul Misdorp
Paul Misdorp is Directeur van VinNDT (Veranderen in Nieuw Denken Toepassen) en kennispartner van Zeelenberg, adviseurs voor Mens en Organisatie en van House of Coherence.