Op werkdagen voor 23:00 besteld, morgen in huis Gratis verzending vanaf €20

Column

Waarom we niet zijn geëvolueerd om kritisch te denken

Het evolutionaire voordeel van kritisch denken is overtroefd, vermoeden cognitie wetenschappers. Door het winnen van discussies. Vandaar dat intelligente mensen hun capaciteiten inzetten om discussies te winnen – en niet-kritisch te denken.

Ger Post | 5 oktober 2017 | 3-4 minuten leestijd

Een president die tegenargumenten wegzet als ‘fake news’ – en daarmee wegkomt. Ouders die hun kinderen niet inenten tegen ziektes, omdat ze een donkergrijs vermoeden hebben dat de inentingen autisme veroorzaken. Twitter. Nee, het lijken niet de hoogtijdagen van kritisch denken.

Sterker nog, we lijken steeds verder af te drijven van de vaardigheid om te beslissen of een bewering hout snijdt. Dat hebben we te danken aan de opkomst van domheid en populisme, zo is vaak de gedachte. Beide vinden hun weg naar een groter publiek dankzij sociale media en politici op zoek naar een grotere achterban.

Maar is er wel een link tussen intelligentie en kritisch denken? Interessant is een onderzoek naar de bevestigingsbias, de neiging van mensen om vooral bewijs te vinden voor wat ze al dachten – en daarbij het bewijs dat het tegendeel uitwijst negeren. De onderzoekers verdeelden de proefpersonen op basis van hoe sterk ze waren in het verwerken en uitrekenen van kwantitatieve gegevens en in hoeverre ze daaruit valide conclusies konden trekken. Dit zou je als een mate van intelligentie kunnen zien.

Beide groepen proefpersonen – zowel degenen die goed waren in het verwerken van de gegevens als de mensen die daar moeite mee hadden – kregen een scenario voorgelegd over een gemeente waar de politiek probeerde te beslissen of er een wet moest komen tegen het openbaar dragen van pistolen. Daarbij kregen de deelnemers aan het experiment criminaliteitscijfers te zien van steden waar zo’n verbanning van wapens was ingevoerd of juist niet. Het was aan de proefpersonen om te achterhalen of in steden die de wet hadden ingevoerd de criminaliteit verminderde.

De onderzoekers vermoedden dat aangezien wapenbezit een belangrijk onderwerp is, de deelnemers geneigd zouden zijn om aan hun overtuiging – voor of tegen wapenbezit – vast te houden. En dat bleek. Vergeleken met proefpersonen die minder goed met getallen konden omgaan, kozen de proefpersonen die goed waren in het verwerken van de data voor strategieën die suggereerden dat ze hun vaardigheid ‘opportunistisch gebruikten om de overtuigingen die hun identiteit beschermden vol te houden’. Oftewel, ze leken hun vaardigheid te gebruiken om bevestiging te zoeken voor hun overtuiging.

De onderzoekers concludeerden dat van het bevorderen van kritisch denken dus niet verwacht kan worden dat het de tegenstellingen in de maatschappij over belangrijke onderwerpen, die door wetenschappelijke resultaten worden ingegeven, kan overkomen. ‘Dit kan alleen wanneer de motivatie wordt weggenomen om met wetenschappelijk bewijs een identiteit te beschermen.’

Waarom laten we ons zo makkelijk leiden door de bevestigingsbias? Hoe kan het dat we niet geëvolueerd zijn om beter te achterhalen of iets klopt of niet? Stel dat een muis zo zou denken, dan zou hij niet lang overleven, schrijven de cognitieve wetenschappers Hugo Mercier en Dan Sperber in hun nieuwe boek The Enigma Reason. De muis die vooral op zoek is naar bevestiging dat er geen kat in de buurt is, eindigt al snel in de klauwen van Kitty. Hetzelfde geldt voor de mens: aangezien de bevestigingsbias ervoor zorgt dat mensen gevaren onderschatten (ze negeren het bewijs hiervoor), zou je verwachten dat deze eigenschap door evolutie is verdwenen.

De reden dat we toch een bevestigingsbias ontwikkelden, moeten we volgens Mercier en Sperber zoeken in onze sociale aard. Voor het verkrijgen van een sociale status in een groep, is het niet per se van belang om helder te denken. Het winnen van een verschil van inzicht is dat wel, vandaar dat mensen volgens de auteurs goed zijn in het vinden van zwakheden in de argumentatie van anderen, maar niet in die van onszelf. Dit is de ideale voedingsbodem voor de bevestigingsbias: zie je wel, ik heb het bij het juiste eind – en de ander niet.

En dankzij de enorme informatieovervloed is er altijd wel bevestiging te vinden voor een standpunt. Mercier en Sperber: ‘Dit is een van de vele voorbeelden waarin de omgeving te snel is veranderd voor natuurlijke selectie.’

Over Ger Post
Ger Post (1981) studeerde journalistiek en cognitieve neurowetenschappen en is nu docent brain and cognitive sciences aan de Universiteit van Amsterdam. Naast handboeken over interdisciplinair onderzoek, schrijft hij als journalist stukken over hersenonderzoek voor De Neuroloog en Managementboek Magazine.

Deel dit artikel

Wat vond u van dit artikel?

0
0

Populaire producten

    Personen

      Trefwoorden