Toen Managementboek u in april 2008 interviewde over uw boek De groei voorbij, zei u niet te verwachten dat onze rijkdom door de kredietcrisis zou worden bedreigd. Die crisis werd volgens u te zwaar aangezet, over een jaar zouden we er niets meer over horen.
Ik ben inderdaad verrast door de ontwikkelingen. In 2008 zag ik vooral parallellen met de Azië-crisis van 1998. Die zag er aanvankelijk heel gevaarlijk uit, maar uiteindelijk herstelden die landen zich toch vrij snel. In 2008 had ik de verwachting dat we, net als in 1998, langs het randje van de afgrond zouden lopen. Maar ik heb onderschat hoe groot de schulden waren en hoe zwak de banken ervoor stonden. Ik ben geen bankenspecialist en heb altijd gedacht ‘daar zullen anderen wel op letten’. Maar toen ik me ging verdiepen in de balansstructuur van banken, dacht ik ‘wat krijgen we nu?’. Tijdens het onderzoek voor dit boek ben ik van de ene verbazing in de andere gerold. Het beeld was veel slechter dan ik dacht.
Waarom hebt u dit boek geschreven?
In de eerste plaats voor mezelf. Ik wilde uitzoeken hoe het zat. Mijn vertrekpunt was het overzicht van de totale schuldenlast in de VS in procenten van het bruto binnenlands product (bbp). Het plaatje daarvan hing jaren op mijn kantoor bij Robeco. Daarop is te zien dat het niveau van de Amerikaans schulden sinds het begin van de jaren tachtig heel snel groeide en in de jaren negentig ver boven het record uit de jaren dertig kwam te liggen. Je zag in één oogopslag dat het behoorlijk uit de hand aan het lopen was. Na de kredietcrisis kwam bij mij de vraag op hoe het met het schuldenniveau in andere landen zat. In 2009 ben ik met dit onderzoek begonnen. Ik kwam tot de ontdekking dat de schuldexplosie in Europa, met name in Nederland, nog veel groter is en dat er zich vanaf 1995 een versnelling in de schuldaccumulatie heeft voorgedaan.
Wij zijn dus niet zo’n spaarzaam volkje als we denken?
De schulden van de Nederlandse gezinnen zijn veel groter dan die van Amerikaanse gezinnen. Dat zit ‘m vooral in de hypotheekschulden. Die zijn enorm gestegen. Ten eerste door de gulle banken: die verstrekten hypotheken tot soms wel 115 procent van de prijs van het huis. Ten tweede door de hypotheekaftrek die nergens ter wereld zo royaal is als in Nederland. Het kabinet-Rutte focust op terugdringing van de staatsschuld. Maar de hypotheekschuld is in Nederland twee keer zo hoog en het is een veel serieuzer probleem. Vooral omdat nu de waarde van het onderpand, de huizen dus, aan het dalen is. Het verleden leert dat zo’n daling zes jaar duurt en dat huizen gemiddeld dertig procent in waarde kunnen dalen. Zo worden van steeds meer gezinnen de schulden groter dan hun bezittingen en daardoor dreigen zij in de problemen te komen. En een gezin is geen overheid; het kan niet zomaar de BTW op kunstuitingen verhogen om zijn inkomsten te vergroten. Minister van Financiën, Jan Kees de Jager, zegt dat de overheid zijn huishoudboekje in orde moet hebben. Maar dat is een negentiende-eeuwse opvatting. Als de Amerikaanse president Roosevelt dat in de jaren dertig ook had gezegd, had de depressie toen misschien wel tien jaar langer geduurd. Een overheid moet zorgen dat de economie blijft draaien.
Maar van Europa moet Nederland zijn staatsschuld, nu ongeveer 62 procent van het bbp, terugdringen onder de 60 procent en mag het tekort maximaal 3 procent bedragen.
In mijn boek laat ik zien dat dit volstrekt arbitraire grenzen zijn. Een groot internationaal historisch onderzoek laat zien dat pas als een schuld meer dan 90 procent van het bbp bedraagt, er een remmend effect van die schuld op de groei uitgaat. Ook vertel ik dat Nederland van 1813 tot 1963 heeft geleefd met een schuld die procentueel veel groter was dan de huidige staatsschuld. Ook de 3 procent van het begrotingstekort is economisch gezien onzinnig. Tijdens de recessie van 2001 waren de geestelijke vaders van deze regeling, Frankrijk en Duitsland, zelf niet in staat om hun tekort onder de 3 procent te houden. Na de kredietcrisis van 2008 was het niet anders. Toen was er niet één land dat een tekort van minder dan 3 procent had. Het Stabiliteits- en Groeipact, dat de komst van de euro begeleidde, is niet recessiebestendig.
Uw boek is nogal somber. In de woorden van de Enschedese dichter Willem Wilmink zou je kunnen zeggen: ‘Je moet je op het ergste voorbereiden.’
Er treedt nu een periode van ‘ontschulding’ op: er zal minder krediet worden verstrekt en er zal meer worden afgelost. Dat alles leidt tot een lage groei, eerder in de buurt van de nul dan van twee procent. Historisch gezien is dat zeker niet dramatisch. Maar voor moderne mensen, die aan voortdurende vooruitgang gewend zijn, is het niet makkelijk. De overgang zal ook niet rimpelloos verlopen. Voor gezinnen is de boodschap duidelijk, ze moeten geen gekke dingen doen en zich dus niet verder in de schulden steken. Nederland zou een voorbeeld kunnen nemen aan met name de Scandinavische landen. Zo mogen banken in Zweden hypotheken verstrekken tot maximaal 85 procent van de waarde van een huis en is de hypotheekrenteaftrek afgeschaft. Ook is de AOW leeftijd nu al verhoog tot 67 jaar. Maar in Nederland stellen wij dergelijke impopulaire, maar onvermijdelijke besluiten uit.
Wat valt er verder te zeggen over die overgang? Wat zijn bijvoorbeeld uw verwachtingen ten aanzien van de Griekse schuldencrisis?
Sinds 2008 is de economie een speelbal geworden van de politiek. De crisis van dat jaar werd ingeluid door de val van Lehman Brothers. Dat was ook al een politiek besluit, namelijk van de Amerikaanse overheid om deze zogeheten investment bank niet te redden. En nu zitten we met opeenvolgende schuldencrises van eurolanden. De economische analyses zijn helder, maar zeventien regeringen kunnen niet eendrachtig krachtige besluiten nemen. De situatie in Griekenland is nu, medio september 2011, heel ernstig. De overheden zijn niet meer ‘in control’. Je kunt alleen maar raden naar wat er gaat gebeuren, want het valt niet te voorspellen welke onnavolgbare besluiten de Europese leiders nu weer zullen nemen.
Over Annegreet van Bergen
Annegreet van Bergen is econoom, auteur van de bestseller Gouden jaren en journalist.